Maria K schreef: 26 mei 2022, 12:53
- De eerste eigenschap luidt: je kunt grote dingen doen. Maar je mag nooit vergeten dat er een hand is, die al je stappen leidt. Die hand noemen we het Universum, je bent altijd verbonden met alles om je heen.
Zonder de hand van de tekenaar kan het potlood echter helemaal níéts doen, maar blijft het een levenloos stuk grafiet verpakt in een staafje hout. Het potlood is volstrekt willoos in de hand van de tekenaar.
- De tweede eigenschap laat zien, dat ik het schrijven af en toe moet onderbreken om het potlood opnieuw te slijpen. Daardoor lijdt het puntje wel een beetje, maar is daarna weer goed scherp. Leer dus om af en toe pijn te verdragen, want dat zal je van nut zijn.
Slijpen is feitelijk het verwijderen van hout en grafiet, zodat het potlood na elke slijpbeurt weer ietsjes kleiner wordt, totdat er uiteindelijk niets overblijft.
Zou het potlood een levend wezen zijn, dan zou deze absoluut niet geslepen willen worden en dus ook niet willen worden gebruikt. Het slijpen is enkel van nut voor de tekenaar, ten koste van het potlood.
- Kijk, de derde eigenschap zie je aan het potlood einde: daar zit een stufje, waarmee je fouten kunt verbeteren. Het is namelijk zo, dat correcties niet verkeerd zijn. Integendeel zelfs, ze zijn dringend noodzakelijk om op de rechte “weg” te blijven.
De kwestie is echter dat het potlood zelf geen fouten kan maken, daar deze een levenloos object is. Elke fout komt de tekenaar toe. De tekenaar lost met het gummen dus feitelijk enkel problemen op die er niet waren geweest als hij het potlood met rust had gelaten. Daarbij zijn ook niet alle lijnen zomaar uit te gummen; vooral donkere, dikke lijnen gezet met een H-potlood krijg je nauwelijks meer uitgegumt.
- De vierde eigenschap zegt ons, dat het bij een potlood niet om het hout of om de uiterlijke vorm gaat, maar om de kwaliteit van de kern, die in het binnenste zit. Let dus altijd op hetgeen er vanbinnen in je omgaat.
Het hout van het potlood moet echter wel degelijk van goede kwaliteit zijn en dus voldoende hard en duurzaam, anders breekt het potlood zodra je wat meer druk wil zetten voor een donkere lijn.
Ook het uiterlijk kan van belang zijn, daar deze aangeeft welke kleur het potlood heeft en welke hardheid. Als je met een H-potlood donkere lijnen gaat tekenen, dan zul je van een koude kermis thuiskomen als je deze weer zou proberen uit te gummen. En met een B-potlood precieze details tekenen zal je ook gaan tegenvallen.
- Tenslotte de vijfde eigenschap van het potlood: het laat altijd een spoor na. Dat geldt ook voor jou: alles wat je in het leven doet, laat sporen na. Probeer daarom alles wat je doet, bewust te doen.”
Het potlood laat geen spoor na, maar feitelijk iets van zichzelf. Elke keer dat je tekent, vernietig je iets van het potlood, totdat er uiteindelijk niets meer van overblijft. Voor het potlood is het dus juist absoluut van levensbelang om níét gebruikt te worden en de hand van de tekenaar koste wat het kost te ontwijken.
Wie herkent dit?
In de Schrift worden we weleens vergeleken met klei in de hand van de pottenbakker, niet met zijn gereedschappen. Als je de potlood-vergelijking correcter zou willen toepassen, dan zijn wij dus meer de tekening zelf, die wij samen met God maken. Liever vergelijk ik ons leven echter met een boek, een verhaal, dat wij samen met God en volledig in relatie met andere mensen 'schrijven'.
We zijn dus geen willoze potloden, die uiteindelijk door slijtage zouden sterven aan de hand van onze Schepper en dus door zijn werk langzaam maar zeker verwoest zouden worden. Wij zijn Gods schepsels en we kunnen zelfs zijn kinderen worden, in alle vrijheid en liefde.
En als Hij lijden toelaat, dan is dat niet om ons te 'slijpen', maar omdat het op dat moment ons kan genezen en louteren. Hij heeft nooit onze ondergang op het oog, maar altijd onze redding en heelmaking. Alles wat Hij van ons verwijderd, is te vergelijken met slak bij het smeden van ijzer: het hoorde nooit bij ons, het was ons enkel tot last en beperkte zo ons in het worden wat wij werkelijk zijn.