De levens van de heiligen voor elke dag - september
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
De levens van de heiligen voor elke dag - september
1 september
Begin van het Kerkelijk jaar, het Indikt. Onder de oude Romeinen een 15-jarige periode van de tijdrekening‚ die telkens op 1 september begon, want dan werd het hernieuwde tarief van de legerbelasting van kracht voor de volgende 15-jarige periode, die daarom eveneens Indikt werd genoemd. Het was ook de tijd van dankzegging voor de binnengebrachte oogst, het joodse Bazuinfeest.
Deze rekenwijze gold nog in de dagen van Christus. In zulk een jaar is Christus op de 1e september in de synagoge gekomen en heeft de perikoop uit de profeet Jesaja gelezen waar staat: “Dit is het Genadejaar des Heren” (Lk. 4:19).
Deze dag is ook de herinnering aan de beslissende zege van Konstantijn over de rabiate kerkvervolger Maxentios, op deze dag van het jaar 312, waardoor de christenen eindelijk de volledige godsdienstvrijheid hebben verkregen na eeuwen van onderdrukking, en waardoor de wonderbaarlijke bloei van de Kerk mogelijk zou worden‚ die wij kennen als de eeuw van de kerkvaders, en die het gezicht van de Kerk bepaald heeft voor heel de toekomst.
Daarom hebben de vaders van het 1e oecumenische concilie bepaald dat het nieuwe jaar op 1 september behoort te beginnen. Heden dankt de Kerk dus voor alle in de loop van het jaar ontvangen weldaden, en bidt zij dat ook in het komende jaar de aarde haar vrucht moge geven. De huidige nieuwjaarsviering op de 1e januari is afkomstig uit de belastingpraktijk van de Franse koningen.
De heilige Priscus, bisschop in Noord-Afrika. Hij was een der slachtoffers van de vervolging der Vandalen, die gefolterd werden en in wrakke schepen de zee opgestuurd. Zij kwamen aan land in Campanië en verkondigden in die streken het christendom, vaak met wonderbaarlijk succes. Hij is gestorven in Capua.
De heilige Victor, bisschop van Le Mans, in de 5e eeuw, opvolger van de heilige Victor, die mogelijk zijn vader was. Zijn heilig leven werd betuigd door verschillende wonderen, waaronder het bedwingen van een verwoestende brand door het kruisteken.
De heilige Firminus, de derde bisschop van Amiens, gestorven rond 390. Hij was de zoon van Faustinianus, prefect van Gallië, die zijn zoon noemde naar de martelaar Firminus die hem gedoopt had.
Rond het jaar 350 werd Firminus bisschop van Amiens, en hij volbracht deze taak met toewijding en wijsheid gedurende 40 jaar.
De heilige Sixtus, de eerste bisschop van Reims en Soissons, daarheen gezonden na de marteldood van de heilige Crepinus en Crepinianus te Soissons in 287. Over zijn leven is verder niets bekend. Hij was vergezeld door de heilige Sinicius, die ook zijn opvolger werd op deze bisschopszetel.
De heilige priesters Vincentius en Laetus dragen de naam van de apostelen van Tarbes, in Zuid-Frankrijk, maar zij worden evenzeer vereerd aan de andere zijde van de Pyreneeën in Libosia, waar zij de marteldood hebben ondergaan.
De heilige Egidius (Gilles) was afkomstig uit Athene. Zijn grote geleerdheid, gepaard aan diepe, godsdienstigheid, deed hem de algemene achting zozeer verwerven dat hij zich daaraan wilde onttrekken. Hij vertrok daarom naar het verre westen van Europa en vestigde zich als kluizenaar in het gebied van de Rhône-delta, bij Gard, in het woud van Nîmes. Daar gaf hij zich, volkomen onbekend voor de mensen, geheel en al over aan het onophoudelijk gebed, met als voedsel de wilde planten die daar groeiden. Hij was gedurende lange jaren kluizenaar en leefde in volkomen eenzaamheid in een grot. Tijdens een jachtpartij van koning Childeric vluchtte een hert zijn grot binnen, terwijl de jagers een pijl naar binnen schoten alvorens de grot binnen te dringen. Daar vonden zij de vrijwel naakte grijsaard, gewond door de pijl. Koning Childeric liet hem verzorgen en er ontstond een vriendschapsband. Childeric kwam Egidius herhaaldelijk opzoeken en haalde hem over aan het hoofd te staan van een abdij welke hij op deze plaats wilde bouwen. Een paar op het strand aangespoelde cederhouten deuren werden gebruikt voor de toegangspoort van de nieuwe abdijkerk, die een van de rijkste en beroemdste bedevaartsoorden zou worden van de Provence in de Middeleeuwen, vooral voor kinderloze echtparen. Egidius is gestorven in 712.
Jozua de zoon van Nun
Symeon de Styliet
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-255/
De genezing van een bezetene blinde en stomme man door Jezus
Begin van het Kerkelijk jaar, het Indikt. Onder de oude Romeinen een 15-jarige periode van de tijdrekening‚ die telkens op 1 september begon, want dan werd het hernieuwde tarief van de legerbelasting van kracht voor de volgende 15-jarige periode, die daarom eveneens Indikt werd genoemd. Het was ook de tijd van dankzegging voor de binnengebrachte oogst, het joodse Bazuinfeest.
Deze rekenwijze gold nog in de dagen van Christus. In zulk een jaar is Christus op de 1e september in de synagoge gekomen en heeft de perikoop uit de profeet Jesaja gelezen waar staat: “Dit is het Genadejaar des Heren” (Lk. 4:19).
Deze dag is ook de herinnering aan de beslissende zege van Konstantijn over de rabiate kerkvervolger Maxentios, op deze dag van het jaar 312, waardoor de christenen eindelijk de volledige godsdienstvrijheid hebben verkregen na eeuwen van onderdrukking, en waardoor de wonderbaarlijke bloei van de Kerk mogelijk zou worden‚ die wij kennen als de eeuw van de kerkvaders, en die het gezicht van de Kerk bepaald heeft voor heel de toekomst.
Daarom hebben de vaders van het 1e oecumenische concilie bepaald dat het nieuwe jaar op 1 september behoort te beginnen. Heden dankt de Kerk dus voor alle in de loop van het jaar ontvangen weldaden, en bidt zij dat ook in het komende jaar de aarde haar vrucht moge geven. De huidige nieuwjaarsviering op de 1e januari is afkomstig uit de belastingpraktijk van de Franse koningen.
De heilige Priscus, bisschop in Noord-Afrika. Hij was een der slachtoffers van de vervolging der Vandalen, die gefolterd werden en in wrakke schepen de zee opgestuurd. Zij kwamen aan land in Campanië en verkondigden in die streken het christendom, vaak met wonderbaarlijk succes. Hij is gestorven in Capua.
De heilige Victor, bisschop van Le Mans, in de 5e eeuw, opvolger van de heilige Victor, die mogelijk zijn vader was. Zijn heilig leven werd betuigd door verschillende wonderen, waaronder het bedwingen van een verwoestende brand door het kruisteken.
De heilige Firminus, de derde bisschop van Amiens, gestorven rond 390. Hij was de zoon van Faustinianus, prefect van Gallië, die zijn zoon noemde naar de martelaar Firminus die hem gedoopt had.
Rond het jaar 350 werd Firminus bisschop van Amiens, en hij volbracht deze taak met toewijding en wijsheid gedurende 40 jaar.
De heilige Sixtus, de eerste bisschop van Reims en Soissons, daarheen gezonden na de marteldood van de heilige Crepinus en Crepinianus te Soissons in 287. Over zijn leven is verder niets bekend. Hij was vergezeld door de heilige Sinicius, die ook zijn opvolger werd op deze bisschopszetel.
De heilige priesters Vincentius en Laetus dragen de naam van de apostelen van Tarbes, in Zuid-Frankrijk, maar zij worden evenzeer vereerd aan de andere zijde van de Pyreneeën in Libosia, waar zij de marteldood hebben ondergaan.
De heilige Egidius (Gilles) was afkomstig uit Athene. Zijn grote geleerdheid, gepaard aan diepe, godsdienstigheid, deed hem de algemene achting zozeer verwerven dat hij zich daaraan wilde onttrekken. Hij vertrok daarom naar het verre westen van Europa en vestigde zich als kluizenaar in het gebied van de Rhône-delta, bij Gard, in het woud van Nîmes. Daar gaf hij zich, volkomen onbekend voor de mensen, geheel en al over aan het onophoudelijk gebed, met als voedsel de wilde planten die daar groeiden. Hij was gedurende lange jaren kluizenaar en leefde in volkomen eenzaamheid in een grot. Tijdens een jachtpartij van koning Childeric vluchtte een hert zijn grot binnen, terwijl de jagers een pijl naar binnen schoten alvorens de grot binnen te dringen. Daar vonden zij de vrijwel naakte grijsaard, gewond door de pijl. Koning Childeric liet hem verzorgen en er ontstond een vriendschapsband. Childeric kwam Egidius herhaaldelijk opzoeken en haalde hem over aan het hoofd te staan van een abdij welke hij op deze plaats wilde bouwen. Een paar op het strand aangespoelde cederhouten deuren werden gebruikt voor de toegangspoort van de nieuwe abdijkerk, die een van de rijkste en beroemdste bedevaartsoorden zou worden van de Provence in de Middeleeuwen, vooral voor kinderloze echtparen. Egidius is gestorven in 712.
Jozua de zoon van Nun
Symeon de Styliet
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-255/
De genezing van een bezetene blinde en stomme man door Jezus
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - september
2 september
De heilige Justus, bisschop van Lyon, nadat hij als diaken van Vienne reeds een voorbeeld was geweest van heilig leven. Tegen het jaar 350 werd hij bisschop gewijd, en uit zijn gedrag bleek weldra dat hij niemand vreesde tenzij God alleen, wat hij daarvoor ook moest verduren. Tegelijk zette hij al zijn kracht in voor het stichten van de vrede, en betrachtte daarbij een bijzondere omzichtigheid. Hij nam in 381 deel aan het concilie van Aquilea en vandaar dateert een bijzondere vriendschap met de heilige Ambrosius van Milaan. Maar toen hij hoorde dat een amokmaker door het volk ontvoerd en gelyncht was, voelde hij zich daarvoor verantwoordelijk en niet meer waardig om bisschop te zijn. Onstuimig kwam zijn verlangen om God in de eenzaamheid te dienen, weer naar boven, en samen met zijn lector trok hij als een onbekende in een Egyptisch klooster. Enkele jaren later werd hij daar ontdekt door een pelgrim uit Lyon, die de monniken in verbazing bracht met zijn verhaal dat die deemoedige vreemde monnik een bisschop was uit Frankrijk. De bevolking van Lyon zond een deputatie naar Egypte om Justus te smeken weer terug te komen, maar hij weigerde en is niet lang daarna gestorven, tegen 390.
De heilige Antoninus, martelaar in Apamea (Syrië), 4e eeuw. Hij was steenhouwer van beroep, en toen hij eens voor een opdracht naar een heidense tempel geroepen was, onderhield hij de mensen erover dat zij beelden van steen wilden aanbidden in plaats van de ware God die alles geschapen heeft. Hij ontvluchtte toen de dreigend opdringende menigte en vond een schuilplaats in de grot van de kluizenaar Theotimes. Zij leefden twee jaar gezamenlijk, maar toen riep de bisschop Antoninus naar Apamea om mee te bouwen aan een grote kerk ter ere van de heilige Drie-eenheid. Dit was voor de heidense meerderheid te provocerend: er ontstond een opstand, en Antoninus werd gedood.
De heilige martelaren Diomedes, Eutychianos, Eutychios, Filadelfos, Filippos, Hesychios, Julianos, Leonidas, Melanippos en de martelares Parthagapos, die op allerlei manieren wreed ter dood zijn gebracht.
De heilige Maws, een Ierse monnik die in vurige liefde tot Christus de zee was overgestoken en zich had gevestigd in Cornwall, waar hij een uiterst gestreng leven leidde. Er is daar na zijn dood een kerkje gebouwd en deze werd de kern van een dorp dat nog steeds zijn naam draagt. Hij is waarschijnlijk bisschop geworden, want op het kerkhof werd nog steeds zijn stenen zetel bewaard.
De heilige Nonnosus was abt van het klooster op de berg Solacte in ltalië. Gregorius de Grote schreef over hem in zijn Dialogen.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Antonius van Lialores; Aithalas en Ammon, die met leren zwepen zijn doodgegeseld in Thracië; Ansanus en Maxima, doodgeslagen tijdens de vervolging van Diokletiaan Lezens uit Avignon; Zeno, met zijn zonen Concordius en Theodoros; de tribuun Paternus met zijn vrouw Theodota, een moeder met haar twee kleine kinderen; Serapion en vele soldaten, en Cuscones. Menelippos en Josef, die ter dood gebracht zijn in Nikomedië in het jaar 362.
Eveneens op deze dag de heilige Valentinus, bisschop van Straatsburg, 5e eeuw; Stephanus, koning van Hongarije (zie 15 augustus); Justus, bisschop van Straatsburg, 4e eeuw; Agricola, bisschop van Avignon, 7e eeuw; Elpidius, bisschop van Lyon, 5e eeuw; en Elpidius, abt te Piceno.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-256/
Paulus en Silas in Filippi te gast bij de cipier die zich bekeerde
De heilige Justus, bisschop van Lyon, nadat hij als diaken van Vienne reeds een voorbeeld was geweest van heilig leven. Tegen het jaar 350 werd hij bisschop gewijd, en uit zijn gedrag bleek weldra dat hij niemand vreesde tenzij God alleen, wat hij daarvoor ook moest verduren. Tegelijk zette hij al zijn kracht in voor het stichten van de vrede, en betrachtte daarbij een bijzondere omzichtigheid. Hij nam in 381 deel aan het concilie van Aquilea en vandaar dateert een bijzondere vriendschap met de heilige Ambrosius van Milaan. Maar toen hij hoorde dat een amokmaker door het volk ontvoerd en gelyncht was, voelde hij zich daarvoor verantwoordelijk en niet meer waardig om bisschop te zijn. Onstuimig kwam zijn verlangen om God in de eenzaamheid te dienen, weer naar boven, en samen met zijn lector trok hij als een onbekende in een Egyptisch klooster. Enkele jaren later werd hij daar ontdekt door een pelgrim uit Lyon, die de monniken in verbazing bracht met zijn verhaal dat die deemoedige vreemde monnik een bisschop was uit Frankrijk. De bevolking van Lyon zond een deputatie naar Egypte om Justus te smeken weer terug te komen, maar hij weigerde en is niet lang daarna gestorven, tegen 390.
De heilige Antoninus, martelaar in Apamea (Syrië), 4e eeuw. Hij was steenhouwer van beroep, en toen hij eens voor een opdracht naar een heidense tempel geroepen was, onderhield hij de mensen erover dat zij beelden van steen wilden aanbidden in plaats van de ware God die alles geschapen heeft. Hij ontvluchtte toen de dreigend opdringende menigte en vond een schuilplaats in de grot van de kluizenaar Theotimes. Zij leefden twee jaar gezamenlijk, maar toen riep de bisschop Antoninus naar Apamea om mee te bouwen aan een grote kerk ter ere van de heilige Drie-eenheid. Dit was voor de heidense meerderheid te provocerend: er ontstond een opstand, en Antoninus werd gedood.
De heilige martelaren Diomedes, Eutychianos, Eutychios, Filadelfos, Filippos, Hesychios, Julianos, Leonidas, Melanippos en de martelares Parthagapos, die op allerlei manieren wreed ter dood zijn gebracht.
De heilige Maws, een Ierse monnik die in vurige liefde tot Christus de zee was overgestoken en zich had gevestigd in Cornwall, waar hij een uiterst gestreng leven leidde. Er is daar na zijn dood een kerkje gebouwd en deze werd de kern van een dorp dat nog steeds zijn naam draagt. Hij is waarschijnlijk bisschop geworden, want op het kerkhof werd nog steeds zijn stenen zetel bewaard.
De heilige Nonnosus was abt van het klooster op de berg Solacte in ltalië. Gregorius de Grote schreef over hem in zijn Dialogen.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Antonius van Lialores; Aithalas en Ammon, die met leren zwepen zijn doodgegeseld in Thracië; Ansanus en Maxima, doodgeslagen tijdens de vervolging van Diokletiaan Lezens uit Avignon; Zeno, met zijn zonen Concordius en Theodoros; de tribuun Paternus met zijn vrouw Theodota, een moeder met haar twee kleine kinderen; Serapion en vele soldaten, en Cuscones. Menelippos en Josef, die ter dood gebracht zijn in Nikomedië in het jaar 362.
Eveneens op deze dag de heilige Valentinus, bisschop van Straatsburg, 5e eeuw; Stephanus, koning van Hongarije (zie 15 augustus); Justus, bisschop van Straatsburg, 4e eeuw; Agricola, bisschop van Avignon, 7e eeuw; Elpidius, bisschop van Lyon, 5e eeuw; en Elpidius, abt te Piceno.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-256/
Paulus en Silas in Filippi te gast bij de cipier die zich bekeerde
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - september
3 september
De heilige Basilissa, kind-martelares te Nikomedië in 309. Zij was 9 jaar oud toen zij gevangen genomen werd, en na heftig geslagen te zijn werd zij in het circus voor de leeuwen geworpen, die haar echter niet wilden aanraken. Zij werd toen door de beulen weggesleept naar het executieterrein buiten de stad. Volkomen uitgeput door de mishandelingen vroeg zij om een ogenblik te mogen rusten, en werd toen neergelegd op een steen. Met haar laatste krachten hees zij zich overeind op haar voeten, strekte haar armen in gebed omhoog, en viel dood neer. Volgens latere bronnen was de rechter, de stadhouder Alexander, die haar veroordeeld had zo getroffen door haar onverzettelijke moed, dat hij zelf christen werd en de marteldood onderging.
De heilige Phoebe (Febe), diakones, over wie de heilige Paulos schrijft in het slothoofdstuk van de Romeinenbrief: “lk beveel u onze zuster Phoebe aan, diakones van de Kerk te Kenchrea zij heeft velen geholpen, ook mij persoonlijk”. Zij moest blijkbaar voor een of andere zaak in Rome zijn, en de apostel vroeg hulp voor haar bij de Romeinse christenen. Er zijn geen verdere bijzonderheden over haar bekend.
De heilige Joannes de Behaarde, die te Rostov leefde als dwaas om Christus, met alle gebrek, ellende en ontberingen die zulk een leven meebracht. Hij is gestorven op deze dag in 1580. Op zijn graf lag het Latijnse psalmboek waaruit hij gedurende zijn leven heeft gebeden.
De heilige Joannikios, patriarch van Servië van 1346-1349, nadat hij eerst als aartsbisschop de Kerk had gediend sinds 1339.
De heilige nieuwe martelaar Polydoros uit Nikosia op Cyprus, die van de islam naar het christendom was overgegaan en daarom werd opgehangen in Nieuw-Efese in het jaar 1794.
De heilige martelaren Archontios, Chariton, Zeno en Konstantinos, de zoon van keizer Heraklios, die door zijn schoonmoeder werd vergiftigd in 641 nadat hij van maart tot juni had geregeerd. Chariton en Zeno werden gedood in een put met ongebluste kalk.
De heilige Remaclus, bisschop van Noord-Frankrijk, en van 650 tot 668 bisschop van Maastricht. Hij was een leerling van de heilige Eligius en deze stelde hem aan tot abt van Solignac. Maar weldra werd hij geroepen om een functie te bekleden aan het hof van koning Sigebert, die in 645 zijn broer Dagobert had opgevolgd. Op advies van Remaclus stichtte de vorst toen de kloosters van Stavelot en Malmédy midden in het woud van de toen nog woeste Ardennen, als uitgangspunt voor het bekeringswerk onder de nog heidense bewoners van de streek. Remaclus beheerde de beide kloosters tot 650, toen hij werd aangesteld tot bisschop van Maastricht, als opvolger van de heilige Amandus. Zijn bestuur kenmerkte zich door zijn ijver in het onderricht, gepaard aan een bijzondere barmhartigheid voor de armen.
Toch vond hij dat al deze beslommeringen te zeer beslag op hem legden, en in 662 deed hij afstand om zich terug te trekken in Stavelot. Toen het bekend werd dat daar zulk een heilig man leefde, kwamen er velen zich onder zijn leiding stellen, zodat het klooster tot grote bloei kwam. Hij is gestorven in 675. ln de kerk van Stavelot bevindt zich nog de graftombe van de heilige Remaclus, een kostbaar exemplaar van 14e-eeuwse edelsmeedkunst. Op allerlei plaatsen in de omtrek leeft nog zijn herinnering voort. Bij Cugnon gaan pelgrims nog steeds naar de spelonk waar Remaclus geleefd heeft voordat hij bisschop werd. Zijn gebed maakte een opening in een steenlawine om het water door te laten van de rivier die het Pepinsterdal dreigde te vernietigen. De dam heet nog steeds “de duivelsmuur” omdat de stenen omlaag kwamen toen Remaclus voor het volk aan het prediken was. Hij werd ook aangeroepen als beschermer tegen de wolven die de streek onveilig maakten, en waar hij vriendschappelijk mee omging.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-257/
De uitverkiezing van Matthias in plaats van Judas Iskariot
De heilige Basilissa, kind-martelares te Nikomedië in 309. Zij was 9 jaar oud toen zij gevangen genomen werd, en na heftig geslagen te zijn werd zij in het circus voor de leeuwen geworpen, die haar echter niet wilden aanraken. Zij werd toen door de beulen weggesleept naar het executieterrein buiten de stad. Volkomen uitgeput door de mishandelingen vroeg zij om een ogenblik te mogen rusten, en werd toen neergelegd op een steen. Met haar laatste krachten hees zij zich overeind op haar voeten, strekte haar armen in gebed omhoog, en viel dood neer. Volgens latere bronnen was de rechter, de stadhouder Alexander, die haar veroordeeld had zo getroffen door haar onverzettelijke moed, dat hij zelf christen werd en de marteldood onderging.
De heilige Phoebe (Febe), diakones, over wie de heilige Paulos schrijft in het slothoofdstuk van de Romeinenbrief: “lk beveel u onze zuster Phoebe aan, diakones van de Kerk te Kenchrea zij heeft velen geholpen, ook mij persoonlijk”. Zij moest blijkbaar voor een of andere zaak in Rome zijn, en de apostel vroeg hulp voor haar bij de Romeinse christenen. Er zijn geen verdere bijzonderheden over haar bekend.
De heilige Joannes de Behaarde, die te Rostov leefde als dwaas om Christus, met alle gebrek, ellende en ontberingen die zulk een leven meebracht. Hij is gestorven op deze dag in 1580. Op zijn graf lag het Latijnse psalmboek waaruit hij gedurende zijn leven heeft gebeden.
De heilige Joannikios, patriarch van Servië van 1346-1349, nadat hij eerst als aartsbisschop de Kerk had gediend sinds 1339.
De heilige nieuwe martelaar Polydoros uit Nikosia op Cyprus, die van de islam naar het christendom was overgegaan en daarom werd opgehangen in Nieuw-Efese in het jaar 1794.
De heilige martelaren Archontios, Chariton, Zeno en Konstantinos, de zoon van keizer Heraklios, die door zijn schoonmoeder werd vergiftigd in 641 nadat hij van maart tot juni had geregeerd. Chariton en Zeno werden gedood in een put met ongebluste kalk.
De heilige Remaclus, bisschop van Noord-Frankrijk, en van 650 tot 668 bisschop van Maastricht. Hij was een leerling van de heilige Eligius en deze stelde hem aan tot abt van Solignac. Maar weldra werd hij geroepen om een functie te bekleden aan het hof van koning Sigebert, die in 645 zijn broer Dagobert had opgevolgd. Op advies van Remaclus stichtte de vorst toen de kloosters van Stavelot en Malmédy midden in het woud van de toen nog woeste Ardennen, als uitgangspunt voor het bekeringswerk onder de nog heidense bewoners van de streek. Remaclus beheerde de beide kloosters tot 650, toen hij werd aangesteld tot bisschop van Maastricht, als opvolger van de heilige Amandus. Zijn bestuur kenmerkte zich door zijn ijver in het onderricht, gepaard aan een bijzondere barmhartigheid voor de armen.
Toch vond hij dat al deze beslommeringen te zeer beslag op hem legden, en in 662 deed hij afstand om zich terug te trekken in Stavelot. Toen het bekend werd dat daar zulk een heilig man leefde, kwamen er velen zich onder zijn leiding stellen, zodat het klooster tot grote bloei kwam. Hij is gestorven in 675. ln de kerk van Stavelot bevindt zich nog de graftombe van de heilige Remaclus, een kostbaar exemplaar van 14e-eeuwse edelsmeedkunst. Op allerlei plaatsen in de omtrek leeft nog zijn herinnering voort. Bij Cugnon gaan pelgrims nog steeds naar de spelonk waar Remaclus geleefd heeft voordat hij bisschop werd. Zijn gebed maakte een opening in een steenlawine om het water door te laten van de rivier die het Pepinsterdal dreigde te vernietigen. De dam heet nog steeds “de duivelsmuur” omdat de stenen omlaag kwamen toen Remaclus voor het volk aan het prediken was. Hij werd ook aangeroepen als beschermer tegen de wolven die de streek onveilig maakten, en waar hij vriendschappelijk mee omging.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-257/
De uitverkiezing van Matthias in plaats van Judas Iskariot
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - september
4 september
De heilige Marcellus stierf de marteldood in 178. Tijdens de vervolging van Marcus Aurelius werd hij te Lyon gevangen genomen, samen met een andere christen, Valerianus. Zij slaagden erin te ontvluchten en haastten zich de stad uit Valerianus nam de weg naar Autun, Marcellus trok naar Chalons-sur-Saone. Daar werd hij vriendelijk opgenomen door een landgenoot. Toen Marcellus zag hoe zijn gastheer wierook offerde aan een bronzen afbeelding van Mars-te-paard, en Mercurius en Minerva, die in de hal stonden opgesteld, begon hij te spreken over het verschil tussen de ware God en de valse goden, en dat de mens toch de verplichting had om de waarheid te aanvaarden wanneer deze hem duidelijk aangeboden werd. De ander luisterde geïnteresseerd, en langzamerhand wist Marcellus hem te overtuigen en bracht hij hem tot het ware geloof. Na enige tijd meende Marcellus dat het voor hen beiden niet veilig zou zijn daar nog langer te blijven, en hij ging op weg naar Straatsburg. Onderweg werd hij ingehaald door Priscus, de gouverneur van het district, die de kennelijk beschaafde reiziger uitnodigde zijn gast te zijn. Maar voordat zij aan de maaltijd zouden gaan, wilde Priscus eerst een plechtig offer opdragen. Marcellus wilde niet onder valse voorwendsels bij hem blijven; hij boog diep en verklaarde christen te zijn, en dat hij daarom niet kon deelnemen aan de tafel van de duivel. De verontwaardigde disgenoten schreeuwden: Laat hem tussen twee bomen uiteengescheurd worden! Maar Priscus weigerde om op zulk een overijld plan in te gaan: er moest behoorlijk rechtspraak worden gedaan. Marcellus werd dus gevangen gezet en bij de eerste gelegenheid voor de rechtbank gebracht Deze beval dat hij de afbeeldingen van de Zon en van Saturnus moest aanbidden op de oever van de Saône. Marcellus wees dit voorstel met zoveel verontwaardiging af dat Priscus in woede ontstak en beval dat de weerspannige tot aan zijn middel in de grond begraven moest worden totdat hij van honger gestorven was. Zijn relieken zijn het reisdoel van vele pelgrims, en bevinden zich in de kerk van Saint-Marcel-les-Chalons, niet ver van Chalons-sur-Saône.
De heilige Marinus leefde waarschijnlijk in de tweede helft van de 4e eeuw. Hij wordt ‘diaken’ genoemd, maar hiervan blijkt verder niets. Hij was een steenhouwer uit Dalmatië en in een groeve op de Monte Titano hakte hij drie jaar lang steenblokken voor de bouw van de stadsmuur van Rimini. Daarna werkte hij aan de bouw van een aquaduct voor de stad. Zo werkte, hij 12 jaar als een vroom en oppassend werkman, totdat een Dalmatische vrouw opdook, die beweerde zijn vrouw te zijn. Marinus maakte zich uit de voeten en zocht een schuilplaats in de steengroeve waar hij vroeger gewerkt had. Toen de vrouw hem daar wist op te sporen trok hij steeds hoger de berg op, en hij vestigde zich op de top van een vrijwel ontoegankelijke rotswand. Daar kreeg hij gezelschap van een beer die moeilijke lasten voor hem droeg. De bisschop van Rimini zou hem diaken hebben gewijd. Zijn naam leeft voort als de naam van een kleine republiek in de buurt van deze stad.
De heilige martelaren Antonios, Donatos, Elpidios, Eleusos Euse- bios, Eustikos, Gaison, Gaianos, nog een Gaianos, Kastos, Magnos, Markellos, Maximos, nog een Maximos, Rufinos, Saturninos Silvanos, Vitalikos en nog vele anderen die geleden hebben te Ankyra in Galatië.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-258/
Peter en Johannes genezen een verlamde man voor de glorie van Jezus, bij de tempel.
De heilige Marcellus stierf de marteldood in 178. Tijdens de vervolging van Marcus Aurelius werd hij te Lyon gevangen genomen, samen met een andere christen, Valerianus. Zij slaagden erin te ontvluchten en haastten zich de stad uit Valerianus nam de weg naar Autun, Marcellus trok naar Chalons-sur-Saone. Daar werd hij vriendelijk opgenomen door een landgenoot. Toen Marcellus zag hoe zijn gastheer wierook offerde aan een bronzen afbeelding van Mars-te-paard, en Mercurius en Minerva, die in de hal stonden opgesteld, begon hij te spreken over het verschil tussen de ware God en de valse goden, en dat de mens toch de verplichting had om de waarheid te aanvaarden wanneer deze hem duidelijk aangeboden werd. De ander luisterde geïnteresseerd, en langzamerhand wist Marcellus hem te overtuigen en bracht hij hem tot het ware geloof. Na enige tijd meende Marcellus dat het voor hen beiden niet veilig zou zijn daar nog langer te blijven, en hij ging op weg naar Straatsburg. Onderweg werd hij ingehaald door Priscus, de gouverneur van het district, die de kennelijk beschaafde reiziger uitnodigde zijn gast te zijn. Maar voordat zij aan de maaltijd zouden gaan, wilde Priscus eerst een plechtig offer opdragen. Marcellus wilde niet onder valse voorwendsels bij hem blijven; hij boog diep en verklaarde christen te zijn, en dat hij daarom niet kon deelnemen aan de tafel van de duivel. De verontwaardigde disgenoten schreeuwden: Laat hem tussen twee bomen uiteengescheurd worden! Maar Priscus weigerde om op zulk een overijld plan in te gaan: er moest behoorlijk rechtspraak worden gedaan. Marcellus werd dus gevangen gezet en bij de eerste gelegenheid voor de rechtbank gebracht Deze beval dat hij de afbeeldingen van de Zon en van Saturnus moest aanbidden op de oever van de Saône. Marcellus wees dit voorstel met zoveel verontwaardiging af dat Priscus in woede ontstak en beval dat de weerspannige tot aan zijn middel in de grond begraven moest worden totdat hij van honger gestorven was. Zijn relieken zijn het reisdoel van vele pelgrims, en bevinden zich in de kerk van Saint-Marcel-les-Chalons, niet ver van Chalons-sur-Saône.
De heilige Marinus leefde waarschijnlijk in de tweede helft van de 4e eeuw. Hij wordt ‘diaken’ genoemd, maar hiervan blijkt verder niets. Hij was een steenhouwer uit Dalmatië en in een groeve op de Monte Titano hakte hij drie jaar lang steenblokken voor de bouw van de stadsmuur van Rimini. Daarna werkte hij aan de bouw van een aquaduct voor de stad. Zo werkte, hij 12 jaar als een vroom en oppassend werkman, totdat een Dalmatische vrouw opdook, die beweerde zijn vrouw te zijn. Marinus maakte zich uit de voeten en zocht een schuilplaats in de steengroeve waar hij vroeger gewerkt had. Toen de vrouw hem daar wist op te sporen trok hij steeds hoger de berg op, en hij vestigde zich op de top van een vrijwel ontoegankelijke rotswand. Daar kreeg hij gezelschap van een beer die moeilijke lasten voor hem droeg. De bisschop van Rimini zou hem diaken hebben gewijd. Zijn naam leeft voort als de naam van een kleine republiek in de buurt van deze stad.
De heilige martelaren Antonios, Donatos, Elpidios, Eleusos Euse- bios, Eustikos, Gaison, Gaianos, nog een Gaianos, Kastos, Magnos, Markellos, Maximos, nog een Maximos, Rufinos, Saturninos Silvanos, Vitalikos en nog vele anderen die geleden hebben te Ankyra in Galatië.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-258/
Peter en Johannes genezen een verlamde man voor de glorie van Jezus, bij de tempel.
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - september
5 september
De heilige Athanasios van Brest was geboren in 1596 in het district Minsk‚ het jaar waarin de Uniëring van Brest-Litovsk tot stand was gekomen. Hij was de zoon van een verarmde Litouse edelman‚ maar de talentvolle jongen kreeg een goede opvoeding en een brede wetenschappelijke ontwikkeling. Hij kende, behalve zijn klassieken, ook vele vreemde talen, en was even vertrouwd met de kerkvaders als met de moderne westerse theologen en filosofen.
Nadat hij enige jaren leraar was geweest werd hij op 30-jarige leeftijd monnik in Wilna (Klein-Rusland), in een klooster buiten het gebied van de Poolse bezetting. Zijn heilig leven vormde een tegenwicht voor het door de Latijnen bedreven proselitisme. Ter voltooiing van zijn monastieke opvoeding leefde hij nog in verschillende bekende kloosters, en werd toen door de metropoliet Petros (Mogila) van Kiev belast met het herstel van het klooster te Koepjatinsk. Dit herstel bracht hij onder veel moeilijkheden op gang, maar reeds twee jaar later werd hij geroepen om hegoumen te worden van het klooster van de heilige Simeon de Styliet te Brest-Litovsk. Daar werkte hij met energie aan het terugwinnen van de Orthodoxen die door de uniëring naar de Latijnse Kerk waren overgegaan, op een dwaalspoor gebracht door de “oosterse ritus”‚ terwijl bovendien vele wrede dwangmaatregelen werden getroffen door het Poolse bezettingsleger.
Athanasios ging daarom naar de koning van Polen, Ladislav IV‚ die hij wist te overtuigen van het onrecht, dat er geschiedde, maar diens tegenbevelen hadden weinig uitwerking. Het kwam in Warschau zelfs voor dat orthodoxe kerken op feestdagen in brand werden gestoken, wanneer deze vol gelovigen waren. ln 1643 begaf Athanasios zich opnieuw naar Polen en wist van het hoogste staatsgezag een zekere bescherming voor de Orthodoxen te verkrijgen. Helaas werd hij daarna tegen gewerkt door invloedrijke orthodoxen, die zich aangetast voelden in hun bevoorrechte positie. Dezen lieten hem krankzinnig verklaren, zodat hij van zijn ambt en priesterschap ontheven werd, en teruggezonden naar Kiev. Er volgde wel een rehabilitatie en hij kwam weer in zijn klooster, maar het duurde niet lang of er kwamen opnieuw vervolgingen. Nu organiseerde hij een petitie tot de koning, maar dit werd als oproer gezien en Athanasios werd voor drie jaar gevangen gezet. In 1648 werd de onderdrukking zo zwaar dat het volk werkelijk in opstand kwam. Alle plaatselijke autoriteiten werden gearresteerd, ook Athanasios. Men poogde door allerlei folteringen zijn weerstand te breken, maar hij bleef verklaren: “Anathema aan de uniëring”. Daarom werd hij onthoofd in 1648. Zijn weggeworpen lijk werd na verloop van tijd ongeschonden teruggevonden en plechtig begraven. Zijn relieken bewerkten vele wonderen. De overbrenging ervan wordt gevierd op 20 juli.
De heilige Corentinus, een leerling van de heilige Martinus van Tours en eerste bisschop van Cornwall. Over zijn leven is weinig met zekerheid bekend.
De heilige Genebaldus, eerste bisschop van Laon. Hij was gehuwd met een nicht van de heilige bisschop Remigius, maar had zich van haar gescheiden om in onthouding te leven. Zij kwam hem echter vaak bezoeken en hij had twee zonen en een dochter, nadat hij reeds bisschop was. De heilige Remigius bracht hem tot het inzicht dat hij daardoor gezondigd had. Hij nam toen afscheid van zijn vrouw, betrok een kluis, en leidde gedurende 7 jaar het harde leven van een boeteling. Daarna kreeg hij de boodschap dat zijn zonden hem waren vergeven, en dat hij de taak weer op zich moest nemen, die hij in deze jaren verwaarloosd had. Hij leefde nu als een heilige tot aan zijn dood in 555.
De heilige martelaren Censurinus, en de bisschop Quiriacus, met nog 17 anderen ter dood gebracht in 252. Censurinus, een hoge regeringsambtenaar, werd aangebracht als christen. Hij werd gevangen gezet in Ostia, maar kon daar bezocht worden door de priester Maximus met de diaken Archelaus en de maagd Aurea. Dit alles, evenals zijn hoge positie, en de wonderbare gebedsverhoringen die plaatsgrepen, maakte diepe indruk op een hele groep gevangenbewaarders,die zich toen tot Christus bekeerden. Hun namen zijn nog bekend: Amandinus, Commodus, Cyprius, Eusebius‚ Felix, Herculanus, Hermus, Maurus, Maximus, Menas, Monachius, Olympius, Rusticus, Staurocinus‚ Taurinus, Venerius en de tribuun Theodorus. Zij werden gedoopt door de priester Maximus terwijl Aurea doopgetuige was. Daarna ontvingen zij de Myronzalving en de heilige Eucharistie uit de handen van bisschop Quiriacus. Toen de keizer dit vernam, liet hij de gehele groep martelen en doden.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-259/
De getuigenis van Petrus over Jezus vóór het Sanhedrin
De heilige Athanasios van Brest was geboren in 1596 in het district Minsk‚ het jaar waarin de Uniëring van Brest-Litovsk tot stand was gekomen. Hij was de zoon van een verarmde Litouse edelman‚ maar de talentvolle jongen kreeg een goede opvoeding en een brede wetenschappelijke ontwikkeling. Hij kende, behalve zijn klassieken, ook vele vreemde talen, en was even vertrouwd met de kerkvaders als met de moderne westerse theologen en filosofen.
Nadat hij enige jaren leraar was geweest werd hij op 30-jarige leeftijd monnik in Wilna (Klein-Rusland), in een klooster buiten het gebied van de Poolse bezetting. Zijn heilig leven vormde een tegenwicht voor het door de Latijnen bedreven proselitisme. Ter voltooiing van zijn monastieke opvoeding leefde hij nog in verschillende bekende kloosters, en werd toen door de metropoliet Petros (Mogila) van Kiev belast met het herstel van het klooster te Koepjatinsk. Dit herstel bracht hij onder veel moeilijkheden op gang, maar reeds twee jaar later werd hij geroepen om hegoumen te worden van het klooster van de heilige Simeon de Styliet te Brest-Litovsk. Daar werkte hij met energie aan het terugwinnen van de Orthodoxen die door de uniëring naar de Latijnse Kerk waren overgegaan, op een dwaalspoor gebracht door de “oosterse ritus”‚ terwijl bovendien vele wrede dwangmaatregelen werden getroffen door het Poolse bezettingsleger.
Athanasios ging daarom naar de koning van Polen, Ladislav IV‚ die hij wist te overtuigen van het onrecht, dat er geschiedde, maar diens tegenbevelen hadden weinig uitwerking. Het kwam in Warschau zelfs voor dat orthodoxe kerken op feestdagen in brand werden gestoken, wanneer deze vol gelovigen waren. ln 1643 begaf Athanasios zich opnieuw naar Polen en wist van het hoogste staatsgezag een zekere bescherming voor de Orthodoxen te verkrijgen. Helaas werd hij daarna tegen gewerkt door invloedrijke orthodoxen, die zich aangetast voelden in hun bevoorrechte positie. Dezen lieten hem krankzinnig verklaren, zodat hij van zijn ambt en priesterschap ontheven werd, en teruggezonden naar Kiev. Er volgde wel een rehabilitatie en hij kwam weer in zijn klooster, maar het duurde niet lang of er kwamen opnieuw vervolgingen. Nu organiseerde hij een petitie tot de koning, maar dit werd als oproer gezien en Athanasios werd voor drie jaar gevangen gezet. In 1648 werd de onderdrukking zo zwaar dat het volk werkelijk in opstand kwam. Alle plaatselijke autoriteiten werden gearresteerd, ook Athanasios. Men poogde door allerlei folteringen zijn weerstand te breken, maar hij bleef verklaren: “Anathema aan de uniëring”. Daarom werd hij onthoofd in 1648. Zijn weggeworpen lijk werd na verloop van tijd ongeschonden teruggevonden en plechtig begraven. Zijn relieken bewerkten vele wonderen. De overbrenging ervan wordt gevierd op 20 juli.
De heilige Corentinus, een leerling van de heilige Martinus van Tours en eerste bisschop van Cornwall. Over zijn leven is weinig met zekerheid bekend.
De heilige Genebaldus, eerste bisschop van Laon. Hij was gehuwd met een nicht van de heilige bisschop Remigius, maar had zich van haar gescheiden om in onthouding te leven. Zij kwam hem echter vaak bezoeken en hij had twee zonen en een dochter, nadat hij reeds bisschop was. De heilige Remigius bracht hem tot het inzicht dat hij daardoor gezondigd had. Hij nam toen afscheid van zijn vrouw, betrok een kluis, en leidde gedurende 7 jaar het harde leven van een boeteling. Daarna kreeg hij de boodschap dat zijn zonden hem waren vergeven, en dat hij de taak weer op zich moest nemen, die hij in deze jaren verwaarloosd had. Hij leefde nu als een heilige tot aan zijn dood in 555.
De heilige martelaren Censurinus, en de bisschop Quiriacus, met nog 17 anderen ter dood gebracht in 252. Censurinus, een hoge regeringsambtenaar, werd aangebracht als christen. Hij werd gevangen gezet in Ostia, maar kon daar bezocht worden door de priester Maximus met de diaken Archelaus en de maagd Aurea. Dit alles, evenals zijn hoge positie, en de wonderbare gebedsverhoringen die plaatsgrepen, maakte diepe indruk op een hele groep gevangenbewaarders,die zich toen tot Christus bekeerden. Hun namen zijn nog bekend: Amandinus, Commodus, Cyprius, Eusebius‚ Felix, Herculanus, Hermus, Maurus, Maximus, Menas, Monachius, Olympius, Rusticus, Staurocinus‚ Taurinus, Venerius en de tribuun Theodorus. Zij werden gedoopt door de priester Maximus terwijl Aurea doopgetuige was. Daarna ontvingen zij de Myronzalving en de heilige Eucharistie uit de handen van bisschop Quiriacus. Toen de keizer dit vernam, liet hij de gehele groep martelen en doden.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-259/
De getuigenis van Petrus over Jezus vóór het Sanhedrin
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - september
6 september
De heilige soldaat-martelaren Romulos met nog vele anderen die onder Trajanus (98-117) geleden hebben te Melitene van Klein-Armenië, waarheen zij vanuit Gallië verbannen waren en waar zij wreedaardig ter dood werden gebracht.
Twee eeuwen later, in 308, werden de gelovigen in Melitene, onder wie Eudoxios, Makarios en Zeno, opnieuw vervolgd, nu onder keizer Diokletiaan. Eudoxios, de graaf van de stad, ontving de soldaten die hem op kwamen halen, aan de deur, zonder zich bekend te maken, en zette hun een goede maaltijd voor. Nadat hij in het gebed van God de zekerheid had gekregen dat de tijd voor zijn martelaarschap gekomen was, maakte hij zich bekend en leverde zichzelf, in de handen van de soldaten. Zij schaamden zich en boden aan hem te laten ontsnappen, maar Eudoxios weigerde en vroeg alleen hem afscheid te laten nemen van zijn vrouw en de mogelijkheid om zijn zaken te regelen.
Hij verliet alles met vreugde, en verscheen in het gezelschap van een groot aantal christen-soldaten voor de gouverneur, wie hij zijn waardigheidstekens voor de voeten wierp, evenals de soldaten hun koppel. Zij werden daarvoor wreed gefolterd en tenslotte naar het executieveld geleid. Onderweg ontmoette hij zijn vriend Zeno en hij deed een beroep op hun gemeenschappelijke liefde tot Christus om zich bij hen te voegen. Een week later verscheen Eudoxios in een droom aan zijn vrouw en vroeg haar zijn andere vriend, Makarios, te waarschuwen dat ook zijn uur gekomen was. Deze begaf zich naar de rechter met de verklaring dat ook hij christen was, en hij werd eveneens onthoofd.
Sterfdag van de heilige profeet Zacharia, als grijsaard uit Chaldea naar Palestina teruggekeerd, waar hij naast de profeet Aggeas begraven werd. De heilige priester Faustos, de, monnik-diaken Abibos (Bibos), de kapper Andreas, de soldaat Andronikos‚ de lektor Dionysios, de zwangere Kalodotia, een man uit het volk Kyriakos, de burger Makarios, de schipper Theoktistos, de senator Sarapabon, en de martelaressen Andropelagia en haar zuster Thekla, die onder keizer Decius te Alexandrië ter dood zijn gebracht, tegen het jaar 250.
De heilige Onesiforos en Porfyrios, apostelen uit de Zeventig. De heilige Paulos spreekt met veel lof over Onesiforos (2 Tim.1:16-18, 4:19) en roemt zijn moed en edelmoedigheid die hij ondervonden had in de gevangenis, toen anderen hem in de steek hadden gelaten. Onesiforos ging naar Paros in de Hellespont, samen met zijn dienaar Porfyrios. Daar werden zij gevangen genomen en ter dood gebracht. Deze twee namen worden ook nog op andere data genoemd, maar uit de omstandigheden blijkt dat het telkens om andere personen gaat.
De heilige bisschoppen Donatianus, Fusculus, Germanus, Mansuetus en Praesidius, uit de provincie Byzacena in Noord-Afrika, werden door de ariaanse koning Huneric in 483, na zwaar mishandeld te zijn, in ballingschap gezonden naar het onherbergzame eiland Corsica. De actiefste en welsprekendste bisschop uit deze groep, de heilige Laetus, werd levend verbrand. Zij behoren tot de 466 Afrikaanse bisschoppen die door Huneric werden verbannen, zoals beschreven staat bij de gedachtenis van de heilige Eugenios (zie 13 juli).
De heilige Chagnoaldus, bisschop van Laon, kwam uit een familie van heiligen. Hij was een leerling van de heilige Columbanus, die hij volgde in zijn ballingschap. Na diens dood werd hij naar Ebriac gezonden, samen met de heilige Walbertus, om daar een abdij te grondvesten. Zij wijdden zich met vuur aan deze taak tot er een goed lopend klooster tot stand was gebracht. Toen ging Walbert terug naar Luxeuil en Chagnoaldus bleef als abt in Ebriac, het latere Farmoutier, tot hij gekozen werd als bisschop van Laon. Over zijn werk daar is weinig bekend; hij is er gestorven aan een beroerte in 633.
De heilige Augustinus met zijn broer Sanctianus en hun zuster Beata. Zij waren Spanjaarden, jonge christenen, naar Frankrijk gevlucht voor de vervolging, maar in Soissons werden zij gearresteerd. De prefect die ontroerd was door hun jeugd, gaf zich veel moeite hen ervan te overtuigen dat zij hun leven vergooiden door achter Christus aan te lopen. Zij lieten zich echter niet overhalen en werden daarom onthoofd, in 273.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-260/
Droevige einde van Ananias en Saffira als gevolg van het liegen tegen God de Heilige Geest.
De heilige soldaat-martelaren Romulos met nog vele anderen die onder Trajanus (98-117) geleden hebben te Melitene van Klein-Armenië, waarheen zij vanuit Gallië verbannen waren en waar zij wreedaardig ter dood werden gebracht.
Twee eeuwen later, in 308, werden de gelovigen in Melitene, onder wie Eudoxios, Makarios en Zeno, opnieuw vervolgd, nu onder keizer Diokletiaan. Eudoxios, de graaf van de stad, ontving de soldaten die hem op kwamen halen, aan de deur, zonder zich bekend te maken, en zette hun een goede maaltijd voor. Nadat hij in het gebed van God de zekerheid had gekregen dat de tijd voor zijn martelaarschap gekomen was, maakte hij zich bekend en leverde zichzelf, in de handen van de soldaten. Zij schaamden zich en boden aan hem te laten ontsnappen, maar Eudoxios weigerde en vroeg alleen hem afscheid te laten nemen van zijn vrouw en de mogelijkheid om zijn zaken te regelen.
Hij verliet alles met vreugde, en verscheen in het gezelschap van een groot aantal christen-soldaten voor de gouverneur, wie hij zijn waardigheidstekens voor de voeten wierp, evenals de soldaten hun koppel. Zij werden daarvoor wreed gefolterd en tenslotte naar het executieveld geleid. Onderweg ontmoette hij zijn vriend Zeno en hij deed een beroep op hun gemeenschappelijke liefde tot Christus om zich bij hen te voegen. Een week later verscheen Eudoxios in een droom aan zijn vrouw en vroeg haar zijn andere vriend, Makarios, te waarschuwen dat ook zijn uur gekomen was. Deze begaf zich naar de rechter met de verklaring dat ook hij christen was, en hij werd eveneens onthoofd.
Sterfdag van de heilige profeet Zacharia, als grijsaard uit Chaldea naar Palestina teruggekeerd, waar hij naast de profeet Aggeas begraven werd. De heilige priester Faustos, de, monnik-diaken Abibos (Bibos), de kapper Andreas, de soldaat Andronikos‚ de lektor Dionysios, de zwangere Kalodotia, een man uit het volk Kyriakos, de burger Makarios, de schipper Theoktistos, de senator Sarapabon, en de martelaressen Andropelagia en haar zuster Thekla, die onder keizer Decius te Alexandrië ter dood zijn gebracht, tegen het jaar 250.
De heilige Onesiforos en Porfyrios, apostelen uit de Zeventig. De heilige Paulos spreekt met veel lof over Onesiforos (2 Tim.1:16-18, 4:19) en roemt zijn moed en edelmoedigheid die hij ondervonden had in de gevangenis, toen anderen hem in de steek hadden gelaten. Onesiforos ging naar Paros in de Hellespont, samen met zijn dienaar Porfyrios. Daar werden zij gevangen genomen en ter dood gebracht. Deze twee namen worden ook nog op andere data genoemd, maar uit de omstandigheden blijkt dat het telkens om andere personen gaat.
De heilige bisschoppen Donatianus, Fusculus, Germanus, Mansuetus en Praesidius, uit de provincie Byzacena in Noord-Afrika, werden door de ariaanse koning Huneric in 483, na zwaar mishandeld te zijn, in ballingschap gezonden naar het onherbergzame eiland Corsica. De actiefste en welsprekendste bisschop uit deze groep, de heilige Laetus, werd levend verbrand. Zij behoren tot de 466 Afrikaanse bisschoppen die door Huneric werden verbannen, zoals beschreven staat bij de gedachtenis van de heilige Eugenios (zie 13 juli).
De heilige Chagnoaldus, bisschop van Laon, kwam uit een familie van heiligen. Hij was een leerling van de heilige Columbanus, die hij volgde in zijn ballingschap. Na diens dood werd hij naar Ebriac gezonden, samen met de heilige Walbertus, om daar een abdij te grondvesten. Zij wijdden zich met vuur aan deze taak tot er een goed lopend klooster tot stand was gebracht. Toen ging Walbert terug naar Luxeuil en Chagnoaldus bleef als abt in Ebriac, het latere Farmoutier, tot hij gekozen werd als bisschop van Laon. Over zijn werk daar is weinig bekend; hij is er gestorven aan een beroerte in 633.
De heilige Augustinus met zijn broer Sanctianus en hun zuster Beata. Zij waren Spanjaarden, jonge christenen, naar Frankrijk gevlucht voor de vervolging, maar in Soissons werden zij gearresteerd. De prefect die ontroerd was door hun jeugd, gaf zich veel moeite hen ervan te overtuigen dat zij hun leven vergooiden door achter Christus aan te lopen. Zij lieten zich echter niet overhalen en werden daarom onthoofd, in 273.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-260/
Droevige einde van Ananias en Saffira als gevolg van het liegen tegen God de Heilige Geest.
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - september
7 september
Voorfeest van de Geboorte van de heilige Moeder Gods. In alle toonaarden klinkt onze verwondering over het grote heilsmysterie: dat God in de Maagd Maria werkelijk mens wordt en geheel en al God blijft.
De heilige Sozon was een jonge herder in Kilikië, die gegrepen was door de liefde tot God. Hij was in het veld bij zijn schaapskudde en dacht na over wat hij had horen vertellen over de christenen in de stad, waar mannen en vrouwen voor de rechter moesten verschijnen, en met welk een moed zij voor Christus getuigden. Hij viel toen in slaap en droomde dat de Heer bij hem stond en hem uitnodigde zijn Meester te volgen in de dood. Dit gebeurde in het jaar 304.
Met zijn herderstaf in de hand ging Sozon naar het naburige Pompeiopolis. Daar zag hij de open poort van een tempel. Hij ging naar binnen. De ruimte was leeg, wel stond er een gouden afgodsbeeld. Hij ging dit met zijn staf te lijf en wist er een hand af te breken. Die sloeg hij verder in kleine stukken, die hij uitdeelde aan de bedelaars op de markt Toen de heiligschennis werd ontdekt, ontstond er een groot tumult in de stad. De bedelaars die het goud ontvangen hadden, werden voor het gerecht gesleept en stonden zwaar onder verdenking. Toen Sozon dit hoorde, ging hij zich onbevreesd aangeven bij de rechter en vroeg dat de anderen vrijgelaten zouden worden omdat hij het was die deze misdaad bedreven had. De akte van het proces dat volgde, is bewaard gebleven.
“Hoe heet je?” “Mijn gewone naam is Tarasios, maar toen ik christen werd, kreeg ik de naam Sozon.” Waar kom je vandaan? Uit het dorp Midarze.
Wat kwam je hier doen? lk ben een herdersjongen en trek rond met mijn kudde.
Hoe kwam je op de gedachte deze brutaliteit te bedrijven? Ik wilde laten zien dat ik een christen ben en ik vond jullie goddeloos. Daarom sloeg ik de hand af van dat afgodsbeeld.
Houd op met die dwaasheid. Aanbid de goden, dan zullen we die brutaliteit over het hoofd zien. Wat voor god? Soms met die ene hand? lk zou me dood schamen om een god te aanbidden die zich niet eens tegen mijn staf kan beschermen. (tot de beulen): ontwricht zijn ledematen! Heer Jezus, help Uw dienaar!
Nog is er een gelegenheid: doe wat ik zeg, en je zult niet gemarteld worden.
Dwaas, begrijp je dan niet dat ik dit juist gedaan heb om te laten zien dat ik een christen ben? Ik ben niet bang voor je folteringen en ik veracht die smerige afgod.
Toen gaf de rechter bevel spijkers in de schoenen van Sozon te slaan en hem zo rond de arena te laten lopen. Het bloed spoot uit zijn doorboorde voeten zodat zijn benen rood kleurden. Toen hij langs de tribune van de rechter kwam wees Sozon op zijn voeten en riep: lk wed dat uw schoenen lang niet zo prachtig zijn als mijn rode laarzen!
De rechter antwoordde: “Ik moet zeggen, jongen, dat je het moedig draagt”.
“Ik voel niets”, zei de herdersjongen.
Stem je fluit toch beter; bij de goden, ik wil je sparen. Ik heb heel wat mooie liedjes voor mijn schapen gefloten, maar voor u fluit ik niet maar ik wil zingen voor God.
“Verbrand hem levend”, riep de woedende magistraat, “laat hem zijn vervloekte mond houden”.
Blijmoedig liep de martelaar naar de brandstapel. Het vuur werd aangestoken en verteerde hem. Tegen de avond stak een geweldig onweer op en een wolkbreuk dreef de wachtposten van het terrein om te schuilen. De christenen maakten daarvan in het donker gebruik om de verschroeide relieken van de martelaar te verzamelen.
De heilige Joannes, aartsbisschop van Novgorod, waar hij priester geweest was in de kerk van de heilige Blasios. Later was hij monnik geworden, en nadat hij tot bisschop gekozen was, werd hij vooral gekenmerkt door zijn vrijgevige weldadigheid, zijn zachtmoedigheid en vergevingsgezindheid. Hij bouwde kerken en kloosters, waar hij zich ook terugtrok op het einde van zijn leven. Daar is hij als monnik gestorven in 1439, maar zijn relieken werden bijgezet in de Sofia-kathedraal van Novgorod.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-261/
De aanstelling van de 7 diakens om voor tafels te zorgen.
Voorfeest van de Geboorte van de heilige Moeder Gods. In alle toonaarden klinkt onze verwondering over het grote heilsmysterie: dat God in de Maagd Maria werkelijk mens wordt en geheel en al God blijft.
De heilige Sozon was een jonge herder in Kilikië, die gegrepen was door de liefde tot God. Hij was in het veld bij zijn schaapskudde en dacht na over wat hij had horen vertellen over de christenen in de stad, waar mannen en vrouwen voor de rechter moesten verschijnen, en met welk een moed zij voor Christus getuigden. Hij viel toen in slaap en droomde dat de Heer bij hem stond en hem uitnodigde zijn Meester te volgen in de dood. Dit gebeurde in het jaar 304.
Met zijn herderstaf in de hand ging Sozon naar het naburige Pompeiopolis. Daar zag hij de open poort van een tempel. Hij ging naar binnen. De ruimte was leeg, wel stond er een gouden afgodsbeeld. Hij ging dit met zijn staf te lijf en wist er een hand af te breken. Die sloeg hij verder in kleine stukken, die hij uitdeelde aan de bedelaars op de markt Toen de heiligschennis werd ontdekt, ontstond er een groot tumult in de stad. De bedelaars die het goud ontvangen hadden, werden voor het gerecht gesleept en stonden zwaar onder verdenking. Toen Sozon dit hoorde, ging hij zich onbevreesd aangeven bij de rechter en vroeg dat de anderen vrijgelaten zouden worden omdat hij het was die deze misdaad bedreven had. De akte van het proces dat volgde, is bewaard gebleven.
“Hoe heet je?” “Mijn gewone naam is Tarasios, maar toen ik christen werd, kreeg ik de naam Sozon.” Waar kom je vandaan? Uit het dorp Midarze.
Wat kwam je hier doen? lk ben een herdersjongen en trek rond met mijn kudde.
Hoe kwam je op de gedachte deze brutaliteit te bedrijven? Ik wilde laten zien dat ik een christen ben en ik vond jullie goddeloos. Daarom sloeg ik de hand af van dat afgodsbeeld.
Houd op met die dwaasheid. Aanbid de goden, dan zullen we die brutaliteit over het hoofd zien. Wat voor god? Soms met die ene hand? lk zou me dood schamen om een god te aanbidden die zich niet eens tegen mijn staf kan beschermen. (tot de beulen): ontwricht zijn ledematen! Heer Jezus, help Uw dienaar!
Nog is er een gelegenheid: doe wat ik zeg, en je zult niet gemarteld worden.
Dwaas, begrijp je dan niet dat ik dit juist gedaan heb om te laten zien dat ik een christen ben? Ik ben niet bang voor je folteringen en ik veracht die smerige afgod.
Toen gaf de rechter bevel spijkers in de schoenen van Sozon te slaan en hem zo rond de arena te laten lopen. Het bloed spoot uit zijn doorboorde voeten zodat zijn benen rood kleurden. Toen hij langs de tribune van de rechter kwam wees Sozon op zijn voeten en riep: lk wed dat uw schoenen lang niet zo prachtig zijn als mijn rode laarzen!
De rechter antwoordde: “Ik moet zeggen, jongen, dat je het moedig draagt”.
“Ik voel niets”, zei de herdersjongen.
Stem je fluit toch beter; bij de goden, ik wil je sparen. Ik heb heel wat mooie liedjes voor mijn schapen gefloten, maar voor u fluit ik niet maar ik wil zingen voor God.
“Verbrand hem levend”, riep de woedende magistraat, “laat hem zijn vervloekte mond houden”.
Blijmoedig liep de martelaar naar de brandstapel. Het vuur werd aangestoken en verteerde hem. Tegen de avond stak een geweldig onweer op en een wolkbreuk dreef de wachtposten van het terrein om te schuilen. De christenen maakten daarvan in het donker gebruik om de verschroeide relieken van de martelaar te verzamelen.
De heilige Joannes, aartsbisschop van Novgorod, waar hij priester geweest was in de kerk van de heilige Blasios. Later was hij monnik geworden, en nadat hij tot bisschop gekozen was, werd hij vooral gekenmerkt door zijn vrijgevige weldadigheid, zijn zachtmoedigheid en vergevingsgezindheid. Hij bouwde kerken en kloosters, waar hij zich ook terugtrok op het einde van zijn leven. Daar is hij als monnik gestorven in 1439, maar zijn relieken werden bijgezet in de Sofia-kathedraal van Novgorod.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-261/
De aanstelling van de 7 diakens om voor tafels te zorgen.
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - september
8 september
De heilige Sofronios, bisschop van Achtaleia in Georgië. Hij was monnik in het klooster van de heilige Joannes de Voorloper in Pontus, en werd in 1776 priester gewijd om als aalmoezenier te zorgen voor Griekse mijnwerkers in Achtaleia. Hij was zo geliefd bij zijn gelovigen dat dezen alles in het werk stelden om hem tot hun bisschop te maken. Sofronios nam toen zijn intrek in het klooster van de Moeder Gods aldaar.
Op een dag, tijdens de heilige Liturgie, werd het klooster overvallen door een Aziatische volksstam. Ze vermoordden de meeste aanwezigen en namen de rest, waaronder de bisschop, gevangen om ze als slaven te verkopen in het gebied van de Kaukasus. Sofronios werd vrijgekocht door een medelijdende rooms-katholieke vrouw, en kon toen ontkomen naar Trebizonde, waar gelijk beslag op hem werd gelegd om de zojuist gestorven metropoliet te vervangen. Toen echter niet iedereen het eens was met deze gang van zaken, trok Sofronios zich weer in zijn eerste klooster terug. Daar won hij de algemene sympathie en hoogachting door zijn heilig leven en zijn liefde voor de ascese, met uitzondering van de hegoumen die zich daardoor in de schaduw geplaatst voelde. Hij weigerde daarom de heilige bisschop nog langer in zijn klooster gastvrijheid te verlenen.
Sofronios keerde toen naar zijn geboortestad, Vazelon, terug, waar hij in vrede ontslapen is in 1803. Bij zijn graf en door relieken geschiedden vele wonderen.
De heilige Corbinianus, bisschop van Freising in Beieren, gestorven in 730. Hij was geboren te Chartres tijdens de regering van Clotharius III, terwijl zijn vader reeds gestorven was. Van jongsaf werd hij geboeid door heilige zaken, en als jongeman bouwde hij een kleine cel tegen de naburige kerk van de heilige Germanos, waar hij leefde van wat de gelovigen hem brachten. Wel beschikte hij daar nog over bedienden. Nadat hij 14 jaar in zijn cel had doorgebracht, ging Corbinianus op pelgrimstocht naar Rome. Paus Gregorius II, aan wie hij een rustige plaats vroeg om daar zijn cel te bouwen, wilde hier niet van horen maar wijdde hem achtereenvolgens tot priester en dan tot bisschop zonder vaste standplaats. Corbinianus keerde daarom naar Chartres terug, maar ging enige tijd later toch weer naar Rome, nu langs een omweg over Beieren. De hertog poogde de heilige bisschop voor zijn land te behouden, maar Corbinianus weigerde en trok verder. De paus stuurde hem echter naar Beieren terug; daar vond hij zijn plaats in Freising. Toen daar echter een moordaanslag tegen hem beraamd werd, vluchtte hij weg naar Merano, waar hij een van de mooiste landstreken in bezit had gekregen. Eerst nadat het land een nederlaag had geleden tegen Karel Martel, keerde hij naar Freising terug en hij stierf niet lang daarna in het jaar 730.
De heilige Disibobus (Disen), streek-bisschop. Hij was monnik in Ierland, waar hij velen tot Christus bracht, maar in 652 verliet hij zijn vaderland en kwam in Frankrijk. Ook daar trok hij met zijn prediking grote menigten, en rondtrekkend maakte hij vele bekeerlingen. Zijn zachtmoedigheid en liefderijk geduld. de oprechtheid van zijn leven en het volkomen wegcijferen van zichzelf, gedragen door de innerlijke kracht van zijn vurige gebeden, won alle harten. Hij bouwde een abdij in het gebied van Mainz die naar hem de Disenburg genoemd werd. Om zijn vruchtbaar werk werd hij tot bisschop gewijd, zonder een bepaalde zetel. Hij is in vrede gestorven tegen het jaar 700.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Ammon, Neoterios‚ Theofilos en 22 anderen te Alexandrië; Artemidoros en Severos; Faustos en Timotheos te Antiochië; Rufos en zijn broer Rufianos, die met het zwaard zijn omgebracht; en Sidronius, ter dood gebracht in Rome tijdens de vervolging van Aurelianus.
Eveneens op deze dag de heilige Arsenios, hegoumen van het Konevits-klooster.
Vandaag ook de gedachtenis van vele iconen van de heilige Moeder Gods, waaronder die van Kursk, Pochaev en Cholmsk, en ook de icoon van de Goddelijke Wijsheid.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
Heilige nieuw martelaar Athanasios van Koliakia
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-262/
Heilige Stefanus vóór het Sanhedrin en zijn steniging
De heilige Sofronios, bisschop van Achtaleia in Georgië. Hij was monnik in het klooster van de heilige Joannes de Voorloper in Pontus, en werd in 1776 priester gewijd om als aalmoezenier te zorgen voor Griekse mijnwerkers in Achtaleia. Hij was zo geliefd bij zijn gelovigen dat dezen alles in het werk stelden om hem tot hun bisschop te maken. Sofronios nam toen zijn intrek in het klooster van de Moeder Gods aldaar.
Op een dag, tijdens de heilige Liturgie, werd het klooster overvallen door een Aziatische volksstam. Ze vermoordden de meeste aanwezigen en namen de rest, waaronder de bisschop, gevangen om ze als slaven te verkopen in het gebied van de Kaukasus. Sofronios werd vrijgekocht door een medelijdende rooms-katholieke vrouw, en kon toen ontkomen naar Trebizonde, waar gelijk beslag op hem werd gelegd om de zojuist gestorven metropoliet te vervangen. Toen echter niet iedereen het eens was met deze gang van zaken, trok Sofronios zich weer in zijn eerste klooster terug. Daar won hij de algemene sympathie en hoogachting door zijn heilig leven en zijn liefde voor de ascese, met uitzondering van de hegoumen die zich daardoor in de schaduw geplaatst voelde. Hij weigerde daarom de heilige bisschop nog langer in zijn klooster gastvrijheid te verlenen.
Sofronios keerde toen naar zijn geboortestad, Vazelon, terug, waar hij in vrede ontslapen is in 1803. Bij zijn graf en door relieken geschiedden vele wonderen.
De heilige Corbinianus, bisschop van Freising in Beieren, gestorven in 730. Hij was geboren te Chartres tijdens de regering van Clotharius III, terwijl zijn vader reeds gestorven was. Van jongsaf werd hij geboeid door heilige zaken, en als jongeman bouwde hij een kleine cel tegen de naburige kerk van de heilige Germanos, waar hij leefde van wat de gelovigen hem brachten. Wel beschikte hij daar nog over bedienden. Nadat hij 14 jaar in zijn cel had doorgebracht, ging Corbinianus op pelgrimstocht naar Rome. Paus Gregorius II, aan wie hij een rustige plaats vroeg om daar zijn cel te bouwen, wilde hier niet van horen maar wijdde hem achtereenvolgens tot priester en dan tot bisschop zonder vaste standplaats. Corbinianus keerde daarom naar Chartres terug, maar ging enige tijd later toch weer naar Rome, nu langs een omweg over Beieren. De hertog poogde de heilige bisschop voor zijn land te behouden, maar Corbinianus weigerde en trok verder. De paus stuurde hem echter naar Beieren terug; daar vond hij zijn plaats in Freising. Toen daar echter een moordaanslag tegen hem beraamd werd, vluchtte hij weg naar Merano, waar hij een van de mooiste landstreken in bezit had gekregen. Eerst nadat het land een nederlaag had geleden tegen Karel Martel, keerde hij naar Freising terug en hij stierf niet lang daarna in het jaar 730.
De heilige Disibobus (Disen), streek-bisschop. Hij was monnik in Ierland, waar hij velen tot Christus bracht, maar in 652 verliet hij zijn vaderland en kwam in Frankrijk. Ook daar trok hij met zijn prediking grote menigten, en rondtrekkend maakte hij vele bekeerlingen. Zijn zachtmoedigheid en liefderijk geduld. de oprechtheid van zijn leven en het volkomen wegcijferen van zichzelf, gedragen door de innerlijke kracht van zijn vurige gebeden, won alle harten. Hij bouwde een abdij in het gebied van Mainz die naar hem de Disenburg genoemd werd. Om zijn vruchtbaar werk werd hij tot bisschop gewijd, zonder een bepaalde zetel. Hij is in vrede gestorven tegen het jaar 700.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Ammon, Neoterios‚ Theofilos en 22 anderen te Alexandrië; Artemidoros en Severos; Faustos en Timotheos te Antiochië; Rufos en zijn broer Rufianos, die met het zwaard zijn omgebracht; en Sidronius, ter dood gebracht in Rome tijdens de vervolging van Aurelianus.
Eveneens op deze dag de heilige Arsenios, hegoumen van het Konevits-klooster.
Vandaag ook de gedachtenis van vele iconen van de heilige Moeder Gods, waaronder die van Kursk, Pochaev en Cholmsk, en ook de icoon van de Goddelijke Wijsheid.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
Heilige nieuw martelaar Athanasios van Koliakia
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-262/
Heilige Stefanus vóór het Sanhedrin en zijn steniging
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - september
9 september
De heilige Josef van Volokolamsk, het dorp waar hij geboren is in 1440 uit een bojarengezin. Op 20-jarige leeftijd werd hij monnik in het strengste klooster van de streek. Hij had zulk een overtuigingskracht dat ook zijn ouders en zijn broer, de latere bisschop van Rostov, in het klooster traden. Na zijn monnikswijding werd Josef belast met ziekenverzorging, en verpleegde hij ook gedurende 15 jaar zijn zieke vader.
De hegoumen wees bij zijn dood Josef aan als zijn opvolger, maar toen deze een strikter gemeenschappelijk leven wilde invoeren, kwam er verzet van de broeders. Josef ondernam nu een grote rondreis langs alle bekende kloosters van Rusland, om hun typikon te bestuderen. Tenslotte stichtte hij zelf een klooster, toegewijd aan de Ontslaping van de heilige Moeder Gods‚ in het woud van Volokolamsk, waar het leven in strenge discipline geregeld werd. Juist deze striktheid trok veel monniken aan. Alles deed men gemeenschappelijk en iedereen nam deel aan al het werk, ongeacht afkomst en opvoeding. Alleen de ouden en zwakken mochten geholpen worden. Het was een moeilijke tijd onder de tataarse overheersing. Het volk verarmde en er ontstonden hongersnoden, waarbij het klooster hulp bood. Tijdens zulk een hongerwinter waren er eens meer dan duizend kinderen opgenomen in het klooster. Dit optreden genoot algemene bijval en het klooster verwierf dan ook rijke bezittingen. Josef verdedigde dit door te zeggen dat de kloosters dit niet verzamelden ten eigen bate, maar om dienst te kunnen verlenen aan de Kerk. Hij verzette zich dan ook tegen de heilige Nil Sorski (7 april), die in diezelfde tijd een volkomen tegengesteld klooster-ideaal volgde van armoede en persoonlijke verantwoordelijkheid.
Een strijdpunt was ook de houding tegenover de ketters, die volgens Josef met onverzoenlijke hardheid moesten worden behandeld, terwijl Nil hen zocht te winnen door de liefde van Christus. Maar gedurende de volgende eeuwen had de mening van Josef de overhand, totdat er een keer kwam door de Startsenschool van Païsios Velitskovski.
Josef is gestorven in 1515, en werd in 1591 bijgeschreven in de heiligenkalender.
De heilige Kieran (Ciaran, Queranus), abt van Clonmacnois, gestorven 548. Hij werd ook Macantsaor genoemd, de Timmermanszoon. Hij kwam op de beroemde school van de heilige Finnian. Toen hij zijn studie daar goed beëindigd had, ging hij naar de grote abdij op het eiland Aran, waar hij 7 jaar het graan dorste voor de communauteit. Hij werd in die tijd beschouwd als een levend voorbeeld van godsdienstzin en heiligheid. Opnieuw trok hij naar ander klooster, nu bij Inniscathy, waar hij de zorg voor de bezoekers had. Hij was echter zo vrijgevig dat sommige monniken bevreesd waren voor het kloosterbezit en daartegen protesteerden. Dat was voor Kieran het teken om ook hier te vertrekken. Nu ging hij naar het eiland Aingin en stichtte daar een eigen klooster. Spoedig was hij omringd door een schare uitgelezen monniken. Daar bleef hij 7 jaar als abt, tot 548, droeg toen het bestuur over aan een van de beste monniken en stichtte een nieuw klooster op de west-oever van de Shannon, de abdij Clonmacnois, een van de grootste Ierse abdijen, waarvan de kloosterschool leerlingen aantrok uit heel het land.
Maar reeds het volgend jaar werd hij slachtoffer van een toen heersende epidemie en hij stierf, slechts 33 jaar oud, evenals die andere timmermanszoon, naar Wie heel zijn liefde was uitgegaan.
De heilige Omer (Audemarus) geboren in Goldenthal bij Konstanz. Hij was nog een klein kind toen zijn moeder stierf, en zijn vader nam hem toen mee naar Luxeuil het klooster van de heilige Columbanus, nu onder leiding van de heilige Eustacius, diens opvolger. ln dat strenge klooster groeide hij op tot een monnik in hart en nieren, en hij bleef daar tot hij bisschop gewijd werd door de heilige Acharius van Noyon, hartelijk verwelkomd door koning Dagobert.
Zijn diocees was een waddengebied, met een nog half heidense bevolking. Er was zoveel te doen dat hij nog twee monniken uit Luxeuil liet komen, Bertinus en Mummelinus, met zetel in Sithieu. Toen Omer oud werd, verloor hij het gezicht, en hij stierf in Waorans, niet ver van het tegenwoordige Saint-Omer, in 670.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-263/
Peter en Johannes bekeren mensen in Samaria. Simon de Magiër probeert de kracht van de Heilige Geest te kopen.
Informatie uit de niet-bijblese overlevering: Simon de Magiër hindert de apostelen hun werk te doen in Rome, waarna hij dood is gegaan toen hij hoog opsteeg op de handen van demonen die hem vervolgens in de steek lieten toen de apostel Petrus kruisteken maakte met zijn hand en zo de demonen verjagen had.
De heilige Josef van Volokolamsk, het dorp waar hij geboren is in 1440 uit een bojarengezin. Op 20-jarige leeftijd werd hij monnik in het strengste klooster van de streek. Hij had zulk een overtuigingskracht dat ook zijn ouders en zijn broer, de latere bisschop van Rostov, in het klooster traden. Na zijn monnikswijding werd Josef belast met ziekenverzorging, en verpleegde hij ook gedurende 15 jaar zijn zieke vader.
De hegoumen wees bij zijn dood Josef aan als zijn opvolger, maar toen deze een strikter gemeenschappelijk leven wilde invoeren, kwam er verzet van de broeders. Josef ondernam nu een grote rondreis langs alle bekende kloosters van Rusland, om hun typikon te bestuderen. Tenslotte stichtte hij zelf een klooster, toegewijd aan de Ontslaping van de heilige Moeder Gods‚ in het woud van Volokolamsk, waar het leven in strenge discipline geregeld werd. Juist deze striktheid trok veel monniken aan. Alles deed men gemeenschappelijk en iedereen nam deel aan al het werk, ongeacht afkomst en opvoeding. Alleen de ouden en zwakken mochten geholpen worden. Het was een moeilijke tijd onder de tataarse overheersing. Het volk verarmde en er ontstonden hongersnoden, waarbij het klooster hulp bood. Tijdens zulk een hongerwinter waren er eens meer dan duizend kinderen opgenomen in het klooster. Dit optreden genoot algemene bijval en het klooster verwierf dan ook rijke bezittingen. Josef verdedigde dit door te zeggen dat de kloosters dit niet verzamelden ten eigen bate, maar om dienst te kunnen verlenen aan de Kerk. Hij verzette zich dan ook tegen de heilige Nil Sorski (7 april), die in diezelfde tijd een volkomen tegengesteld klooster-ideaal volgde van armoede en persoonlijke verantwoordelijkheid.
Een strijdpunt was ook de houding tegenover de ketters, die volgens Josef met onverzoenlijke hardheid moesten worden behandeld, terwijl Nil hen zocht te winnen door de liefde van Christus. Maar gedurende de volgende eeuwen had de mening van Josef de overhand, totdat er een keer kwam door de Startsenschool van Païsios Velitskovski.
Josef is gestorven in 1515, en werd in 1591 bijgeschreven in de heiligenkalender.
De heilige Kieran (Ciaran, Queranus), abt van Clonmacnois, gestorven 548. Hij werd ook Macantsaor genoemd, de Timmermanszoon. Hij kwam op de beroemde school van de heilige Finnian. Toen hij zijn studie daar goed beëindigd had, ging hij naar de grote abdij op het eiland Aran, waar hij 7 jaar het graan dorste voor de communauteit. Hij werd in die tijd beschouwd als een levend voorbeeld van godsdienstzin en heiligheid. Opnieuw trok hij naar ander klooster, nu bij Inniscathy, waar hij de zorg voor de bezoekers had. Hij was echter zo vrijgevig dat sommige monniken bevreesd waren voor het kloosterbezit en daartegen protesteerden. Dat was voor Kieran het teken om ook hier te vertrekken. Nu ging hij naar het eiland Aingin en stichtte daar een eigen klooster. Spoedig was hij omringd door een schare uitgelezen monniken. Daar bleef hij 7 jaar als abt, tot 548, droeg toen het bestuur over aan een van de beste monniken en stichtte een nieuw klooster op de west-oever van de Shannon, de abdij Clonmacnois, een van de grootste Ierse abdijen, waarvan de kloosterschool leerlingen aantrok uit heel het land.
Maar reeds het volgend jaar werd hij slachtoffer van een toen heersende epidemie en hij stierf, slechts 33 jaar oud, evenals die andere timmermanszoon, naar Wie heel zijn liefde was uitgegaan.
De heilige Omer (Audemarus) geboren in Goldenthal bij Konstanz. Hij was nog een klein kind toen zijn moeder stierf, en zijn vader nam hem toen mee naar Luxeuil het klooster van de heilige Columbanus, nu onder leiding van de heilige Eustacius, diens opvolger. ln dat strenge klooster groeide hij op tot een monnik in hart en nieren, en hij bleef daar tot hij bisschop gewijd werd door de heilige Acharius van Noyon, hartelijk verwelkomd door koning Dagobert.
Zijn diocees was een waddengebied, met een nog half heidense bevolking. Er was zoveel te doen dat hij nog twee monniken uit Luxeuil liet komen, Bertinus en Mummelinus, met zetel in Sithieu. Toen Omer oud werd, verloor hij het gezicht, en hij stierf in Waorans, niet ver van het tegenwoordige Saint-Omer, in 670.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-263/
Peter en Johannes bekeren mensen in Samaria. Simon de Magiër probeert de kracht van de Heilige Geest te kopen.
Informatie uit de niet-bijblese overlevering: Simon de Magiër hindert de apostelen hun werk te doen in Rome, waarna hij dood is gegaan toen hij hoog opsteeg op de handen van demonen die hem vervolgens in de steek lieten toen de apostel Petrus kruisteken maakte met zijn hand en zo de demonen verjagen had.
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - september
10 september
De heilige keizerin Pulcheria. Het bestuur werd in haar handen gelegd in 414, toen zij nog slechts 16 jaar oud was. Maar zij was zeer begaafd en bezat een grote geestkracht: een ware erfgenaam van de grote keizer Theodosios. Zij moest waarnemen voor haar 13-jarige broer, de eveneens heilige Theodosios (zie 29 juli).
Om mogelijke strijd om de troon te voorkomen haalde Pulcheria haar beide zusters Arcadia en Marina over dat zij alle drie de celibaatsgelofte zouden afleggen, zodat er zich geen nieuwe troonpretendenten konden aandienen. Gezamenlijk deden zij nu het werk dat hun verplichtingen met zich meebrachten: de godsdienstige plechtigheden, de charitas en het huiselijk bestuur. Zij wijdden al hun kracht aan het ondersteunen van de armen en het verzorgen van de zieken. Zij steunden ruimhartig kerkbouw en kloosterstichtingen, vooral in Konstantinopel. Daarnaast was heel hun zorg erop gericht hun broer op te voeden. Pulcheria gaf hem godsdienstig onderricht en liet hem verder een soldatesk programma doorwerken om hem ook lichamelijk sterker te maken. Om zijn verantwoordelijkheidsgevoel te trainen liet zij hem aanwezig zijn op de bijeenkomsten met haar staatkundige raadgevers.
Om de zonde van hun ouders uit te boeten lieten zij en haar broer in 438 het lichaam van de heilige Joannes Chrysostomos terughalen uit Komana, waar hij in ballingschap gestorven was.
Toen Theodosios in 450 stierf ten gevolge van een ongeluk op de jacht, kwam Pulcheria, die intussen 52 jaar oud was, weer aan het bewind. Haar zusters waren reeds gestorven, en om de toestand beter het hoofd te kunnen bieden, trad zij in het huwelijk met Markianos, een 60-jarige militair. Zijn eerste werk was om de kerkvrede te herstellen, en het door hen bijeengeroepen concilie werd het 4e Oecumenisch Concilie van Chalcedon, dat de schade moest herstellen die toegebracht was door de Rover-synode van Efese in 449. Daarna bracht hij de troepen van de bijna onoverwinnelijke Hunnenkoning Atilla een nederlaag toe in de Donau-vlakte, en Atilla, die reeds de Alpen overgetrokken was om zich op Rome over zijn bourgondische nederlaag te wreken, moest vrede sluiten en naar zijn basis terugkeren om Hongarije tegen Markianos te verdedigen.
Pulcheria stierf op deze dag in 453, in de ouderdom van 54 jaar: vorstin en steunpilaar van de kerk, moeder der armen en sieraad van het vrouwelijk geslacht. Zij wordt ook herdacht op 17 februari, met haar echtgenoot Markianos.
De heilige Joasaf Kamensky van Wologda, was de zoon van de door de Tataren gedode vorst Dimitri. Hij werd monnik in het klooster van het Kubenskameer, maar stierf reeds na 5 jaar, in 1453.
Het zaad van het geloof was in Wologda uitgestrooid door de heilige wonderdoener Gerasimos in het begin van de 12e eeuw, en in de volgende eeuwen bevolkte een heel leger van heiligen dit land van meren en maagdelijke wouden. Een van de meest vereerde onder hen is de heilige Joasaf in het Kamenni-klooster van de heilige Verlosser, op een eilandje in het Kubenskameer.
Zijn vorstelijke ouders waren diepgelovige christenen, en een belangrijk deel van hun matig inkomen besteedden zij aan de opbouw van kloosters, en aan het herstel van dit Kamenniklooster. ln 1429 werd vorst Dimitri gedood bij de verdediging van de stad tegen de invallende Tataren. Zin weduwe had nu alleen de zorg voor de opvoeding van de 4 kinderen. Zij werd ziek en terwijl zij stervende was, werd heel haar bezit in beslag genomen door een wraakactie van de groothertog van Moskou tegen een van haar familieleden. De kinderen waren nu wees en zonder inkomen.
Dat alles bracht de jonge Andreas de wisselvalligheid van het aardse bestaan heel tastbaar nabij. Het leek hem zinvoller, vastheid te zoeken in de dienst van God, en hij meldde zich aan bij het klooster om monnik te worden. Daar ontving hij de naam Joasaf, naar de oosterse prins uit het verhaal van Joannes Damaskenos. Hij werd een voorbeeldig monnik, deemoedig van hart, met veel liefde voor het vasten, en een grote geestelijke tederheid, en vooral gericht op het persoonlijk gebed in zijn cel. Met innerlijke verbondenheid las hij de boeken van de heilige vaders.
Zijn laatste levensjaar bracht hij door als ingeslotene, waarbij hij zich bijzonder toelegde op de onthouding. Elke zondag ontving hij de heilige Communie. Toen hij ernstig ziek werd, dankte hij God voor dit geschenk en vermeerderde nog zijn gebeden. Toen hij de dood voelde naderen, richtte hij zich nog eens tot de broeders die bij hem waren samengekomen, en smeekte hun zich toch geheel te houden aan de cenobitische regel van hun klooster. Daarop voelde hij zich wat beter, en met het feest van de Geboorte van de heilige Moeder Gods werd hij in de kerk gedragen voor het bijwonen van de Goddelijke Liturgie,en hij ontving toen voor het laatst de heilige Communie. Hij troostte de bedroefde monniken die hem in zijn cel bezochten, kuste elk van hen ten afscheid en vroeg hun zegen en gebed.
Twee dagen later, op zijn sterfdag, vroeg hij om het officie te zingen van het afscheid der ziel. Daarna kwam hij overeind, gaf het wierookvat aan de hegoumen, en vroeg hem de heilige iconen en de broeders te bewieroken. Daarna bad hij nog hardop voor zichzelf en voor de broeders, in grote vreugde en afwachting. Zo ontsliep hij, kalm en zacht alsof hij slechts sluimerde. Aan zijn graf gebeurden wonderbare genezingen.
De heiligen van Lipetsk
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-264/
De genezing en doop van Saulus in Damascus door Ananias
De heilige keizerin Pulcheria. Het bestuur werd in haar handen gelegd in 414, toen zij nog slechts 16 jaar oud was. Maar zij was zeer begaafd en bezat een grote geestkracht: een ware erfgenaam van de grote keizer Theodosios. Zij moest waarnemen voor haar 13-jarige broer, de eveneens heilige Theodosios (zie 29 juli).
Om mogelijke strijd om de troon te voorkomen haalde Pulcheria haar beide zusters Arcadia en Marina over dat zij alle drie de celibaatsgelofte zouden afleggen, zodat er zich geen nieuwe troonpretendenten konden aandienen. Gezamenlijk deden zij nu het werk dat hun verplichtingen met zich meebrachten: de godsdienstige plechtigheden, de charitas en het huiselijk bestuur. Zij wijdden al hun kracht aan het ondersteunen van de armen en het verzorgen van de zieken. Zij steunden ruimhartig kerkbouw en kloosterstichtingen, vooral in Konstantinopel. Daarnaast was heel hun zorg erop gericht hun broer op te voeden. Pulcheria gaf hem godsdienstig onderricht en liet hem verder een soldatesk programma doorwerken om hem ook lichamelijk sterker te maken. Om zijn verantwoordelijkheidsgevoel te trainen liet zij hem aanwezig zijn op de bijeenkomsten met haar staatkundige raadgevers.
Om de zonde van hun ouders uit te boeten lieten zij en haar broer in 438 het lichaam van de heilige Joannes Chrysostomos terughalen uit Komana, waar hij in ballingschap gestorven was.
Toen Theodosios in 450 stierf ten gevolge van een ongeluk op de jacht, kwam Pulcheria, die intussen 52 jaar oud was, weer aan het bewind. Haar zusters waren reeds gestorven, en om de toestand beter het hoofd te kunnen bieden, trad zij in het huwelijk met Markianos, een 60-jarige militair. Zijn eerste werk was om de kerkvrede te herstellen, en het door hen bijeengeroepen concilie werd het 4e Oecumenisch Concilie van Chalcedon, dat de schade moest herstellen die toegebracht was door de Rover-synode van Efese in 449. Daarna bracht hij de troepen van de bijna onoverwinnelijke Hunnenkoning Atilla een nederlaag toe in de Donau-vlakte, en Atilla, die reeds de Alpen overgetrokken was om zich op Rome over zijn bourgondische nederlaag te wreken, moest vrede sluiten en naar zijn basis terugkeren om Hongarije tegen Markianos te verdedigen.
Pulcheria stierf op deze dag in 453, in de ouderdom van 54 jaar: vorstin en steunpilaar van de kerk, moeder der armen en sieraad van het vrouwelijk geslacht. Zij wordt ook herdacht op 17 februari, met haar echtgenoot Markianos.
De heilige Joasaf Kamensky van Wologda, was de zoon van de door de Tataren gedode vorst Dimitri. Hij werd monnik in het klooster van het Kubenskameer, maar stierf reeds na 5 jaar, in 1453.
Het zaad van het geloof was in Wologda uitgestrooid door de heilige wonderdoener Gerasimos in het begin van de 12e eeuw, en in de volgende eeuwen bevolkte een heel leger van heiligen dit land van meren en maagdelijke wouden. Een van de meest vereerde onder hen is de heilige Joasaf in het Kamenni-klooster van de heilige Verlosser, op een eilandje in het Kubenskameer.
Zijn vorstelijke ouders waren diepgelovige christenen, en een belangrijk deel van hun matig inkomen besteedden zij aan de opbouw van kloosters, en aan het herstel van dit Kamenniklooster. ln 1429 werd vorst Dimitri gedood bij de verdediging van de stad tegen de invallende Tataren. Zin weduwe had nu alleen de zorg voor de opvoeding van de 4 kinderen. Zij werd ziek en terwijl zij stervende was, werd heel haar bezit in beslag genomen door een wraakactie van de groothertog van Moskou tegen een van haar familieleden. De kinderen waren nu wees en zonder inkomen.
Dat alles bracht de jonge Andreas de wisselvalligheid van het aardse bestaan heel tastbaar nabij. Het leek hem zinvoller, vastheid te zoeken in de dienst van God, en hij meldde zich aan bij het klooster om monnik te worden. Daar ontving hij de naam Joasaf, naar de oosterse prins uit het verhaal van Joannes Damaskenos. Hij werd een voorbeeldig monnik, deemoedig van hart, met veel liefde voor het vasten, en een grote geestelijke tederheid, en vooral gericht op het persoonlijk gebed in zijn cel. Met innerlijke verbondenheid las hij de boeken van de heilige vaders.
Zijn laatste levensjaar bracht hij door als ingeslotene, waarbij hij zich bijzonder toelegde op de onthouding. Elke zondag ontving hij de heilige Communie. Toen hij ernstig ziek werd, dankte hij God voor dit geschenk en vermeerderde nog zijn gebeden. Toen hij de dood voelde naderen, richtte hij zich nog eens tot de broeders die bij hem waren samengekomen, en smeekte hun zich toch geheel te houden aan de cenobitische regel van hun klooster. Daarop voelde hij zich wat beter, en met het feest van de Geboorte van de heilige Moeder Gods werd hij in de kerk gedragen voor het bijwonen van de Goddelijke Liturgie,en hij ontving toen voor het laatst de heilige Communie. Hij troostte de bedroefde monniken die hem in zijn cel bezochten, kuste elk van hen ten afscheid en vroeg hun zegen en gebed.
Twee dagen later, op zijn sterfdag, vroeg hij om het officie te zingen van het afscheid der ziel. Daarna kwam hij overeind, gaf het wierookvat aan de hegoumen, en vroeg hem de heilige iconen en de broeders te bewieroken. Daarna bad hij nog hardop voor zichzelf en voor de broeders, in grote vreugde en afwachting. Zo ontsliep hij, kalm en zacht alsof hij slechts sluimerde. Aan zijn graf gebeurden wonderbare genezingen.
De heiligen van Lipetsk
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-264/
De genezing en doop van Saulus in Damascus door Ananias
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - september
11 september
De heilige martelares Ia (Eudokia, las) en de martelaar Diomedes. De heilige Ia leefde in de 4e eeuw in Perzië, tijdens de regering van koning Sapor II (303-379) in de stad Bizadès. Zij was reeds hoogbejaard toen een vervolging uitbrak; er werden toen meer dan 9000 christenen gevangen genomen. Ias werd in handen gesteld van de voornaamste afgodspriester, die haar uithongerde in de gevangenis, haar daarna met stokken deed slaan en haar opnieuw opsloot, zonder verzorging voor haar wonden. Na weer een jaar werd zij opnieuw geslagen, des te wreder met haar ongenezen kwetsuren en daarna werd zij onthoofd. Op dat ogenblik verduisterde de zon en de lucht werd vervuld van een lieflijke geur.
Haar gedachtenis wordt ook gevierd op 4 augustus.
De heilige martelaren Diodoros en Didymos hadden het geloof verbreid in hun geboortestad Laodicea van Syrië. Zij werden gevangen genomen en ten dode toe gegeseld.
De heilige martelaren Demetrios (Dimitri), met zijn vrouw Evanthia en hun zoon Demetrianos. Zij waren tot Christus bekeerd door de hoofdman KorneIios over wie de Handelingen spreken. Zij werden tijdens de vervolging van Nero gevangen genomen en veroordeeld tot de hongerdood in de stad Skepsia aan de Hellespont, 1e eeuw.
De heilige Xenia van Sint Petersburg (Leningrad) was gehuwd met een briljante kolonel van het Russische leger, verbonden aan het hofkoor. Zij leidde het op plezier gerichte mondaine leven van de aristocratie in de hoofdstad. Toen zij 26 jaar was, stierf plotseling haar man en Xenia kwam met een schok tot het bewustzijn van de vergankelijkheid van het aards geluk. Dit bewustzijn veranderde haar leven totaal.
Zij wilde zich nu geheel aan de dienst van God wijden, maar deed ook dit op de meest radicale manier door de ascese van het Dwaas zijn om Christus op zich te nemen, een manier die aansloot bij haar gevoelens van totaal verlies en van rouw.
Zij begon met het wegschenken van haar bezittingen aan de armen en trok het uniform van haar man aan. Zo probeerde ze zijn persoonlijkheid in stand te houden en zij liet zich ook noemen met zijn naam. Maar weldra was zij nog slechts in lompen gehuld. Blootsvoets zwierf zij door de straten van het armenkwartier, ook in de winter, en zonder onderdak. Wanneer iemand haar geld gaf, deelde zij dat ogenblikkelijk uit aan de bedelaars. Zij at slechts af en toe, wanneer zij bij kennissen was uitgenodigd. ‘s Nachts ging zij buiten de stad en bleef in het open veld knielend bidden tot zonsopgang.
Oplettende gelovigen kwamen langzamerhand tot het inzicht dat er zich een heilige in hun midden bevond. Haar raadselachtige woorden hadden vaak een diepe zin, en soms bleek zij nog toekomstige gebeurtenissen te hebben voorspeld. Ook bracht zij merkbare zegen waar zij kwam. Zelfs op stoffelijk gebied. Winkels of koetsiers deden goede zaken wanneer zij er was geweest. Zieke kinderen die zij kuste herwonnen snel hun gezondheid. Zo veranderde in de loop der jaren het medelijden dat men voor haar voelde in een algemene verering, en men zag haar als de beschermengel van de stad. Nadat zij 45 jaar dit onmenselijk zware leven had geleid, ontsliep Xenia in de Heer in de ouderdom van 71 jaar, rond het jaar 1800.
Haar graf werd vanaf het begin bezocht en werd in steeds sterker mate een bedevaartsplaats waar wonderen, genezingen voorspellingen en verschijningen nog steeds voortduren. Over haar graf werd een kerkje gebouwd dat nu midden in een van de grote kerkhoven (met de naam: Smolensk) van St.-Petersburg staat. Door de Sovjets werd dit gesloten en bouwvallig verklaard. Toen de gelovigen toch bleven komen werd er een grote schutting omheen geplaatst, maar de spleten daarvan dienden als bevestiging voor de briefjes met gebeds-intenties, die de mensen daar kwamen brengen. De eigenlijke kerk van de begraafplaats herbergt een vurige gemeente die zeer actief aan de kerkelijke getijden deelneemt.
In het kader van de duizendjarige viering van de Doop van Rusland, is het grafkerkje vrijgegeven, en geheel gerestaureerd. Haar officiële heiligverklaring vond plaats tijdens de grote millennium-herdenking in de zomer van 1988.
Op haar graf is nog het oorspronkelijk inschrift te lezen: In de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Hier rust het lichaam van de dienaresse Gods, Xenia Grigoriëvna, echtgenote van de keizerlijke koorzanger Kolonel Andrei Theodorowitsj Petrov. Zij werd weduwe op de leeftijd van 26 jaar; was een pelgrim gedurende 45 jaar, en zij leefde in het geheel 71 jaar. Zij stond bekend onder de naam Andrei Theodorowitsj. Laat ieder die mij gekend heeft bidden voor mijn ziel opdat uw eigen ziel moge worden gered. Amen
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-265/
Prediking van Paulus in Damascus (of in de synagoge van een andere Griekse stad)
Paul wordt gered in een mand van het gevaar in Damascus
De heilige martelares Ia (Eudokia, las) en de martelaar Diomedes. De heilige Ia leefde in de 4e eeuw in Perzië, tijdens de regering van koning Sapor II (303-379) in de stad Bizadès. Zij was reeds hoogbejaard toen een vervolging uitbrak; er werden toen meer dan 9000 christenen gevangen genomen. Ias werd in handen gesteld van de voornaamste afgodspriester, die haar uithongerde in de gevangenis, haar daarna met stokken deed slaan en haar opnieuw opsloot, zonder verzorging voor haar wonden. Na weer een jaar werd zij opnieuw geslagen, des te wreder met haar ongenezen kwetsuren en daarna werd zij onthoofd. Op dat ogenblik verduisterde de zon en de lucht werd vervuld van een lieflijke geur.
Haar gedachtenis wordt ook gevierd op 4 augustus.
De heilige martelaren Diodoros en Didymos hadden het geloof verbreid in hun geboortestad Laodicea van Syrië. Zij werden gevangen genomen en ten dode toe gegeseld.
De heilige martelaren Demetrios (Dimitri), met zijn vrouw Evanthia en hun zoon Demetrianos. Zij waren tot Christus bekeerd door de hoofdman KorneIios over wie de Handelingen spreken. Zij werden tijdens de vervolging van Nero gevangen genomen en veroordeeld tot de hongerdood in de stad Skepsia aan de Hellespont, 1e eeuw.
De heilige Xenia van Sint Petersburg (Leningrad) was gehuwd met een briljante kolonel van het Russische leger, verbonden aan het hofkoor. Zij leidde het op plezier gerichte mondaine leven van de aristocratie in de hoofdstad. Toen zij 26 jaar was, stierf plotseling haar man en Xenia kwam met een schok tot het bewustzijn van de vergankelijkheid van het aards geluk. Dit bewustzijn veranderde haar leven totaal.
Zij wilde zich nu geheel aan de dienst van God wijden, maar deed ook dit op de meest radicale manier door de ascese van het Dwaas zijn om Christus op zich te nemen, een manier die aansloot bij haar gevoelens van totaal verlies en van rouw.
Zij begon met het wegschenken van haar bezittingen aan de armen en trok het uniform van haar man aan. Zo probeerde ze zijn persoonlijkheid in stand te houden en zij liet zich ook noemen met zijn naam. Maar weldra was zij nog slechts in lompen gehuld. Blootsvoets zwierf zij door de straten van het armenkwartier, ook in de winter, en zonder onderdak. Wanneer iemand haar geld gaf, deelde zij dat ogenblikkelijk uit aan de bedelaars. Zij at slechts af en toe, wanneer zij bij kennissen was uitgenodigd. ‘s Nachts ging zij buiten de stad en bleef in het open veld knielend bidden tot zonsopgang.
Oplettende gelovigen kwamen langzamerhand tot het inzicht dat er zich een heilige in hun midden bevond. Haar raadselachtige woorden hadden vaak een diepe zin, en soms bleek zij nog toekomstige gebeurtenissen te hebben voorspeld. Ook bracht zij merkbare zegen waar zij kwam. Zelfs op stoffelijk gebied. Winkels of koetsiers deden goede zaken wanneer zij er was geweest. Zieke kinderen die zij kuste herwonnen snel hun gezondheid. Zo veranderde in de loop der jaren het medelijden dat men voor haar voelde in een algemene verering, en men zag haar als de beschermengel van de stad. Nadat zij 45 jaar dit onmenselijk zware leven had geleid, ontsliep Xenia in de Heer in de ouderdom van 71 jaar, rond het jaar 1800.
Haar graf werd vanaf het begin bezocht en werd in steeds sterker mate een bedevaartsplaats waar wonderen, genezingen voorspellingen en verschijningen nog steeds voortduren. Over haar graf werd een kerkje gebouwd dat nu midden in een van de grote kerkhoven (met de naam: Smolensk) van St.-Petersburg staat. Door de Sovjets werd dit gesloten en bouwvallig verklaard. Toen de gelovigen toch bleven komen werd er een grote schutting omheen geplaatst, maar de spleten daarvan dienden als bevestiging voor de briefjes met gebeds-intenties, die de mensen daar kwamen brengen. De eigenlijke kerk van de begraafplaats herbergt een vurige gemeente die zeer actief aan de kerkelijke getijden deelneemt.
In het kader van de duizendjarige viering van de Doop van Rusland, is het grafkerkje vrijgegeven, en geheel gerestaureerd. Haar officiële heiligverklaring vond plaats tijdens de grote millennium-herdenking in de zomer van 1988.
Op haar graf is nog het oorspronkelijk inschrift te lezen: In de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Hier rust het lichaam van de dienaresse Gods, Xenia Grigoriëvna, echtgenote van de keizerlijke koorzanger Kolonel Andrei Theodorowitsj Petrov. Zij werd weduwe op de leeftijd van 26 jaar; was een pelgrim gedurende 45 jaar, en zij leefde in het geheel 71 jaar. Zij stond bekend onder de naam Andrei Theodorowitsj. Laat ieder die mij gekend heeft bidden voor mijn ziel opdat uw eigen ziel moge worden gered. Amen
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-265/
Prediking van Paulus in Damascus (of in de synagoge van een andere Griekse stad)
Paul wordt gered in een mand van het gevaar in Damascus
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - september
12 september
De heilige Bassianos van Tiksen, de stichter van het klooster aan de Tiksna-rivier, een dagreis van Totma. Hij is gestorven in 1624 en wordt vereerd sinds 1647, toen op zijn voorspraak een einde kwam aan een daar heersende pestepidemie.
De heilige Simeon van Werchotoerje in het gouvernement Perm, een van de grote heiligen van Siberië. Hij werd geboren in het begin van de 17e eeuw, in een vrome, adellijke familie. Van jongsaf was heel zijn streven naar God gericht, en zodra hij ertoe in staat was, trok hij de Oeral over om in het verre- Siberië het geloof te gaan verkondigen. Hij stichtte een uitvalsbasis in het dorp Merkusjino, maar hij was daar zelden, daar hij altijd op trektocht was. Hij predikte het geloof onder de de heidense Wogoelen, en zijn woorden kwamen zo rechtstreeks uit zijn hart dat hij in al hun dorpen met vreugde ontvangen werd als een echte man Gods. En het verblijf in de nog maagdelijke taiga zuiverde ook steeds meer zijn gebed. Vaak knielde hij urenlang onbeweeglijk op een steen in het moerassige gebied. Naast het gebed hechtte hij een bijzonder grote waarde aan gewoon handwerk: ‘s winters naaide hij bontkleding en ‘s zomers ging hij uit vissen in de rivier, voor zijn eigen levensonderhoud en om aan anderen te kunnen geven.
Hij stierf reeds op 35-jarige leeftijd, in het jaar 1642. Altijd had hij zichzelf weggecijferd nooit was hij opgetreden als een imposante persoonlijkheid, en de heiligheid van zijn levenswijze had hij zoveel mogelijk verborgen gehouden. Zo werd hij na zijn dood vrijwel vergeten totdat 50 jaar later zijn doodskist op onverklaarbare wijze bovenop zijn grafsteen gevonden werd, en zijn onbedorven lichaam door de kierende planken heen zichtbaar werd. Nu werd het voor de mensen duidelijk dat er een heilige onder hen had geleefd. Toen bij het graf de stervende dienaar van de passerende woiwode plotseling genezen werd, verspreidde het gerucht van een wonderwerkende heilige zich snel over het land. Vanuit het bisdom Tobolsk werd onderzoek verricht, en in de volgende jaren werden een aantal goed gecontroleerde, duidelijk wonderbare genezingen genoteerd, zoals gebroken benen die in het ogenblik genazen dat er aarde uit het graf op werd gewreven.
In 1704 werd het gebeente plechtig overgebracht naar het H.-Nikolaasklooster van Werchotoerje, zijn geboorteplaats, en Simeon werd sindsdien als heilige vereerd. Vandaag wordt de overbrenging van zijn relieken gevierd.
De heilige martelaren Makedonios, Tatianos en Theodoulos, ter dood gebracht in Meros van Frygië, onder Juliaan de Afvallige, in 362. Juliaan had bevolen de in verval geraakte afgodstempel te heropenen en de daar aanwezige beelden te restaureren. Deze drie christenen waren daarover zo verontwaardigd dat zij naar de tempel gingen en de afgodsbeelden in stukken braken, Op de dreiging van het districtsbestuur de stad zwaar te zullen straffen en de voornaamste burgers ter dood te brengen, gaven zij zichzelf aan als de werkelijke daders. Zij werden op allerlei wijzen gemarteld en tenslotte op een braadrooster ter dood gebracht.
De heilige Daniël van het eiland Thasos was geboren tegen het jaar 750, tijdens het bewind van iconoclastische keizer Konstantijn V Kopronymos. Hij was een godsdienstig kind en zodra hij wat ouder werd trok hij naar een afgelegen plek van het eiland om een engelgelijk leven te leiden. Dit raakte spoedig bekend en vele inwoners zochten zijn gezelschap, terwijl enkelen zich onder zijn rechtstreekse leiding wilden plaatsen. Zo kwam er een klooster tot stand, en de woestijn werd een stad vol inwoners. Een tijdlang kreeg hij gezelschap van de heilige Joannikios, die door de eilandbewoners was uitgenodigd om hen van een slangenplaag te bevrijden. Zij trokken zich samen terug in een grot, maar later keerden beiden weer naar hun eigen monniken terug.
De heilige Sacerdos (Serdot) bisschop van Lyon. Hij nam als voorzitter deel aan het concilie van Orléans, in 549, dat gericht was tegen Nestorios en Eutyches. Hij is gestorven in Parijs, waar hij nog bezocht werd door koning Childebert die hem zeer hoog schatte.
De heilige Andronikos van de Atroa-berg van het Olymposmassief in Bithynië. Hij stamde uit Elaia in Klein-Azië en leefde tijdens het bewind van keizer Nikeforos I en het patriarchaat van de heilige Tarasios (tegen 805). Reeds als kind zocht hij het ascetisch leven en het onophoudelijk gebed, en al opgroeiend maakte hij daarin grote vorderingen, zodat God hem de gave van wonderen verleende. Zijn voedsel bestond uit brood en water met wat groente, en hij droeg zware kettingen op zijn lichaam om dit tot dienstbaarheid te dwingen aan de Heer. Zo is hij in vrede ontslapen.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-266/
Gods genezing van Æneas door Petrus
Gods opwekkeng uit de doden van Dorkas door Petrus
De heilige Bassianos van Tiksen, de stichter van het klooster aan de Tiksna-rivier, een dagreis van Totma. Hij is gestorven in 1624 en wordt vereerd sinds 1647, toen op zijn voorspraak een einde kwam aan een daar heersende pestepidemie.
De heilige Simeon van Werchotoerje in het gouvernement Perm, een van de grote heiligen van Siberië. Hij werd geboren in het begin van de 17e eeuw, in een vrome, adellijke familie. Van jongsaf was heel zijn streven naar God gericht, en zodra hij ertoe in staat was, trok hij de Oeral over om in het verre- Siberië het geloof te gaan verkondigen. Hij stichtte een uitvalsbasis in het dorp Merkusjino, maar hij was daar zelden, daar hij altijd op trektocht was. Hij predikte het geloof onder de de heidense Wogoelen, en zijn woorden kwamen zo rechtstreeks uit zijn hart dat hij in al hun dorpen met vreugde ontvangen werd als een echte man Gods. En het verblijf in de nog maagdelijke taiga zuiverde ook steeds meer zijn gebed. Vaak knielde hij urenlang onbeweeglijk op een steen in het moerassige gebied. Naast het gebed hechtte hij een bijzonder grote waarde aan gewoon handwerk: ‘s winters naaide hij bontkleding en ‘s zomers ging hij uit vissen in de rivier, voor zijn eigen levensonderhoud en om aan anderen te kunnen geven.
Hij stierf reeds op 35-jarige leeftijd, in het jaar 1642. Altijd had hij zichzelf weggecijferd nooit was hij opgetreden als een imposante persoonlijkheid, en de heiligheid van zijn levenswijze had hij zoveel mogelijk verborgen gehouden. Zo werd hij na zijn dood vrijwel vergeten totdat 50 jaar later zijn doodskist op onverklaarbare wijze bovenop zijn grafsteen gevonden werd, en zijn onbedorven lichaam door de kierende planken heen zichtbaar werd. Nu werd het voor de mensen duidelijk dat er een heilige onder hen had geleefd. Toen bij het graf de stervende dienaar van de passerende woiwode plotseling genezen werd, verspreidde het gerucht van een wonderwerkende heilige zich snel over het land. Vanuit het bisdom Tobolsk werd onderzoek verricht, en in de volgende jaren werden een aantal goed gecontroleerde, duidelijk wonderbare genezingen genoteerd, zoals gebroken benen die in het ogenblik genazen dat er aarde uit het graf op werd gewreven.
In 1704 werd het gebeente plechtig overgebracht naar het H.-Nikolaasklooster van Werchotoerje, zijn geboorteplaats, en Simeon werd sindsdien als heilige vereerd. Vandaag wordt de overbrenging van zijn relieken gevierd.
De heilige martelaren Makedonios, Tatianos en Theodoulos, ter dood gebracht in Meros van Frygië, onder Juliaan de Afvallige, in 362. Juliaan had bevolen de in verval geraakte afgodstempel te heropenen en de daar aanwezige beelden te restaureren. Deze drie christenen waren daarover zo verontwaardigd dat zij naar de tempel gingen en de afgodsbeelden in stukken braken, Op de dreiging van het districtsbestuur de stad zwaar te zullen straffen en de voornaamste burgers ter dood te brengen, gaven zij zichzelf aan als de werkelijke daders. Zij werden op allerlei wijzen gemarteld en tenslotte op een braadrooster ter dood gebracht.
De heilige Daniël van het eiland Thasos was geboren tegen het jaar 750, tijdens het bewind van iconoclastische keizer Konstantijn V Kopronymos. Hij was een godsdienstig kind en zodra hij wat ouder werd trok hij naar een afgelegen plek van het eiland om een engelgelijk leven te leiden. Dit raakte spoedig bekend en vele inwoners zochten zijn gezelschap, terwijl enkelen zich onder zijn rechtstreekse leiding wilden plaatsen. Zo kwam er een klooster tot stand, en de woestijn werd een stad vol inwoners. Een tijdlang kreeg hij gezelschap van de heilige Joannikios, die door de eilandbewoners was uitgenodigd om hen van een slangenplaag te bevrijden. Zij trokken zich samen terug in een grot, maar later keerden beiden weer naar hun eigen monniken terug.
De heilige Sacerdos (Serdot) bisschop van Lyon. Hij nam als voorzitter deel aan het concilie van Orléans, in 549, dat gericht was tegen Nestorios en Eutyches. Hij is gestorven in Parijs, waar hij nog bezocht werd door koning Childebert die hem zeer hoog schatte.
De heilige Andronikos van de Atroa-berg van het Olymposmassief in Bithynië. Hij stamde uit Elaia in Klein-Azië en leefde tijdens het bewind van keizer Nikeforos I en het patriarchaat van de heilige Tarasios (tegen 805). Reeds als kind zocht hij het ascetisch leven en het onophoudelijk gebed, en al opgroeiend maakte hij daarin grote vorderingen, zodat God hem de gave van wonderen verleende. Zijn voedsel bestond uit brood en water met wat groente, en hij droeg zware kettingen op zijn lichaam om dit tot dienstbaarheid te dwingen aan de Heer. Zo is hij in vrede ontslapen.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-266/
Gods genezing van Æneas door Petrus
Gods opwekkeng uit de doden van Dorkas door Petrus
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - september
13 september
De heilige Eulogios, patriarch van Alexandrië. Hij was afkomstig uit Syrië en werd daar monnik, nadat hij op briljante wijze had uitgeblonken op allerlei wetenschappelijke terreinen. Hij gold als een der grote lichten van de 7e eeuw. Hij werd uit de eenzaamheid van zijn studiecel gehaald door de heilige Anastasios, patriarch van Antiochië, die hem ook priester wijdde, en waar hij aan het hoofd stond van het klooster van de heilige Moeder Gods. In 579 werd Eulogios gekozen tot patriarch van Alexandrië. Toen hij eens voor kerkzaken in Konstantinopel moest zijn, ontmoette hij daar de latere paus Gregorios de Grote, en sloot met hem warme vriendschap die leidde tot een regelmatige briefwisseling. Eulogios heeft in allerlei geschriften de ketterijen van die tijd bestreden. Fragmenten ervan zijn bewaard in de werken van Fotios. Een van de brieven van de heilige Gregorios is vermeldenswaard. Eulogios had hem geschreven met de aanspreektitel: “Algemene Paus”. Gregorios antwoordde:
“Mijn wens is om te groeien in deugden, niet in titels. Ik beschouw mijzelf niet geëerd door eer te onttrekken aan mijn medebroeders. Het is de eer van de Algemene Kerk die ook mijn eer is. De kracht van broeders is het die mij eer geeft. Ik voel mij alleen maar geëerd als ik zie dat niemand anders de hem toekomende eer onthouden wordt. Laten we dus niet zulke woorden gebruiken die de ijdelheid aanjagen en de broederliefde kwetsen… Ook al heeft het Concilie van Chalcedon, en ook andere Vaders, deze titel aangeboden aan mijn voorgangers, toch heeft geen van hen daarvan gebruik gemaakt, opdat zij hun, eigen eer zouden mogen bewaren bij God, door hier beneden de eer te zoeken van allen die priester zijn”.
Eulogios stierf in 606, niet lang na zijn vriend Gregorios. (zie ook 13 februari).
De heilige Filipppos, bisschop-martelaar, 3e eeuw. Hij was prefect van Alexandrië, christen geworden en tot bisschop gekozen. De in zijn plaats benoemde prefect durfde de bij het volk geliefde Filippos niet openlijk aan te vallen. Gehuurde sluipmoordenaars moesten zich als christen voordoen, kwamen met de gelovigen in de kerk, en doodden Filippos.
De heilige Lidorius, tweede bisschop van Tours, zijn vaderstad, nadat de zetel sinds de stichting 80 jaar vacant was geweest. Hij werd gewijd in 337 en bestuurde zijn diocees met grote energie en heilige toewijding. Hij was een ware apostel, en toen hij stierf in 371 was een groot deel van de bevolking toegetreden tot de Kerk van Christus.
De heilige Maurilius, bisschop van Angers. Hij was geboren in Milaan en na de dood van zijn vader trok hij naar Tours, naar de grote bisschop Martinus. Deze had blijkbaar vertrouwen in hem, want hij wijdde hem niet slechts tot diaken, maar wees hem ook aan als een van zijn mogelijke opvolgers. Reeds voor de dood van de heilige Martinus in 396, was Maurilius priester in Angers, waarschijnlijk vanaf 391.
Hij was een daadkrachtige persoonlijkheid. Toen hij hoorde dat een afgodstempel verder weg aan de Loire door de bliksem getroffen was, reisde hij er onmiddellijk heen, consacreerde de plaats en bouwde er een kerk. Ook als bisschop nam hij dergelijke gelegenheden waar. Hij is in hoge ouderdom gestorven in het jaar 437.
De heilige Amatus (Aimë), bisschop van Sens, gestorven in 690. Hij behoorde tot een aanzienlijke, godsdienstige familie, en werd gekozen tot aartsbisschop van Sens. Hij diende zijn diocees met grote zorgvuldigheid, maar Dirk III leende het oor aan valse beschuldigingen en verdreef hem naar het klooster van de heilige Fursy, waar hij met open armen ontvangen werd. Na de dood van de abt werd hij nog verder weg verbannen naar een abdij in Vlaanderen. Daar werd hem de leiding toevertrouwd van de abdij te Breuil, waar hij ook gestorven is. Na zijn dood bleek dat hij een ketting had gedragen op zijn lichaam, die diep in het vlees was ingegroeid. Toen Dirk hoorde verhalen over de vele wonderen die aan Amatus’ graf geschiedden, kwam hij daar nederig vergeving vragen en geschenken offeren als boetedoening.
Martelaar Cronidis
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-267/
het visioen van Cornelius in Cæsarea
Het visioen van Petrus in Joppa
De heilige Eulogios, patriarch van Alexandrië. Hij was afkomstig uit Syrië en werd daar monnik, nadat hij op briljante wijze had uitgeblonken op allerlei wetenschappelijke terreinen. Hij gold als een der grote lichten van de 7e eeuw. Hij werd uit de eenzaamheid van zijn studiecel gehaald door de heilige Anastasios, patriarch van Antiochië, die hem ook priester wijdde, en waar hij aan het hoofd stond van het klooster van de heilige Moeder Gods. In 579 werd Eulogios gekozen tot patriarch van Alexandrië. Toen hij eens voor kerkzaken in Konstantinopel moest zijn, ontmoette hij daar de latere paus Gregorios de Grote, en sloot met hem warme vriendschap die leidde tot een regelmatige briefwisseling. Eulogios heeft in allerlei geschriften de ketterijen van die tijd bestreden. Fragmenten ervan zijn bewaard in de werken van Fotios. Een van de brieven van de heilige Gregorios is vermeldenswaard. Eulogios had hem geschreven met de aanspreektitel: “Algemene Paus”. Gregorios antwoordde:
“Mijn wens is om te groeien in deugden, niet in titels. Ik beschouw mijzelf niet geëerd door eer te onttrekken aan mijn medebroeders. Het is de eer van de Algemene Kerk die ook mijn eer is. De kracht van broeders is het die mij eer geeft. Ik voel mij alleen maar geëerd als ik zie dat niemand anders de hem toekomende eer onthouden wordt. Laten we dus niet zulke woorden gebruiken die de ijdelheid aanjagen en de broederliefde kwetsen… Ook al heeft het Concilie van Chalcedon, en ook andere Vaders, deze titel aangeboden aan mijn voorgangers, toch heeft geen van hen daarvan gebruik gemaakt, opdat zij hun, eigen eer zouden mogen bewaren bij God, door hier beneden de eer te zoeken van allen die priester zijn”.
Eulogios stierf in 606, niet lang na zijn vriend Gregorios. (zie ook 13 februari).
De heilige Filipppos, bisschop-martelaar, 3e eeuw. Hij was prefect van Alexandrië, christen geworden en tot bisschop gekozen. De in zijn plaats benoemde prefect durfde de bij het volk geliefde Filippos niet openlijk aan te vallen. Gehuurde sluipmoordenaars moesten zich als christen voordoen, kwamen met de gelovigen in de kerk, en doodden Filippos.
De heilige Lidorius, tweede bisschop van Tours, zijn vaderstad, nadat de zetel sinds de stichting 80 jaar vacant was geweest. Hij werd gewijd in 337 en bestuurde zijn diocees met grote energie en heilige toewijding. Hij was een ware apostel, en toen hij stierf in 371 was een groot deel van de bevolking toegetreden tot de Kerk van Christus.
De heilige Maurilius, bisschop van Angers. Hij was geboren in Milaan en na de dood van zijn vader trok hij naar Tours, naar de grote bisschop Martinus. Deze had blijkbaar vertrouwen in hem, want hij wijdde hem niet slechts tot diaken, maar wees hem ook aan als een van zijn mogelijke opvolgers. Reeds voor de dood van de heilige Martinus in 396, was Maurilius priester in Angers, waarschijnlijk vanaf 391.
Hij was een daadkrachtige persoonlijkheid. Toen hij hoorde dat een afgodstempel verder weg aan de Loire door de bliksem getroffen was, reisde hij er onmiddellijk heen, consacreerde de plaats en bouwde er een kerk. Ook als bisschop nam hij dergelijke gelegenheden waar. Hij is in hoge ouderdom gestorven in het jaar 437.
De heilige Amatus (Aimë), bisschop van Sens, gestorven in 690. Hij behoorde tot een aanzienlijke, godsdienstige familie, en werd gekozen tot aartsbisschop van Sens. Hij diende zijn diocees met grote zorgvuldigheid, maar Dirk III leende het oor aan valse beschuldigingen en verdreef hem naar het klooster van de heilige Fursy, waar hij met open armen ontvangen werd. Na de dood van de abt werd hij nog verder weg verbannen naar een abdij in Vlaanderen. Daar werd hem de leiding toevertrouwd van de abdij te Breuil, waar hij ook gestorven is. Na zijn dood bleek dat hij een ketting had gedragen op zijn lichaam, die diep in het vlees was ingegroeid. Toen Dirk hoorde verhalen over de vele wonderen die aan Amatus’ graf geschiedden, kwam hij daar nederig vergeving vragen en geschenken offeren als boetedoening.
Martelaar Cronidis
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-267/
het visioen van Cornelius in Cæsarea
Het visioen van Petrus in Joppa
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - september
14 september
Gedachtenis van de 170 Vaders van het 6e oecumenische Concilie, gehouden in Konstantinopel, in het jaar 680, waar als geloofsgoed werd vastgehouden dat in Christus ook een menselijke wil aanwezig was, omdat anders tekort gedaan werd aan Zijn mensheid, en aan de volheid van onze Verlossing.
De heilige Cornelius, paus van Rome van 251 tot aan zijn marteldood in 252. Tijdens de vervolging van Decius, die zich vooral tegen de kerkelijke leiders richtte, werd hij door 16 te Rome bijeengekomen bisschoppen tot bisschop en paus van Rome gekozen om zijn voorbeeldige levenswandel en zijn moedig karakter. Er werd een gemeenschappelijke brief aan alle Kerken gezonden om deze verkiezing bekend te maken. Terwijl bijna alle Romeinse priesters in de gevangenis verbleven, werd de ascetische Novatianus aangezet om zich beschikbaar te stellen als tegenpaus. In het begin kreeg hij veel aanhang om de rigoureuze wijze waarop hij gevallen christenen veroordeelde, maar de heilige bisschop Kyprianos uit Afrika riep een concilie bijeen waarop Novatianus veroordeeld werd. Toen riep Cornelius ook te Rome een concilie samen, waar niettegenstaande de vervolging 60 bisschoppen aanwezig waren, en dit maakte een einde aan het schisma. Daarna werd Cornelius onder de volgende keizer verbannen naar Circumcellae. Op 14 september 252 werd hij ter dood gebracht, 6 jaar eerder dan de heilige Kyprianos, maar op dezelfde dag.
De heilige Maternus, derde bisschop van Trier en eerste bisschop van Keulen en Tongeren, begin 4e eeuw. Zijn naam komt voor op de deelnemerslijst van de Synode van Lateranen in 313.
De heilige martelaren Cerealis, soldaat, met zijn vrouw Sallustia, die door de heilige Kornelios tot het geloof waren gebracht. Zij werden onthoofd.
De heilige Crescentius, onthoofd te Rome in het begin van de 4e eeuw. Zijn ouders waren, bij het uitbreken van de vervolging onder Diokletiaan, met hun jonge zoon naar Perugia gevlucht. Kort nadat de vader gestorven was, werden moeder en zoon gearresteerd. Zij weigerden om Apollo als god te erkennen en werden, wegens godslastering, met roeden gegeseld. Zij werden apart gevangen gezet. Crescentius werd naar Rome teruggebracht en aan de Via Salaria onthoofd. Over de moeder is verder niets bekend: zij is dus waarschijnlijk te gronde gegaan in de gevangenis van de vreemde stad, waar niemand haar kende.
De heilige Antonios Leochnovski, afkomstig uit Twer, zocht en vond de eenzaamheid in het klooster van de verheerlijking te Roebliovo in het diocees Novgorod. Later stichtte hij het Leochnovskiklooster van de Verlosser, dat echter in 1764 weer gesloten werd. Hij stierf in de ouderdom van 85 jaar, in 1611, nadat hij 56 jaar monnik was geweest.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Crescentianus, Generalis, Rosula en Victor, die samen met de heilige Kyprianos te Carthago ter dood zijn gebracht in het jaar 258; en Theokles met het kind Valerianos.
Eveneens op deze dag de heilige Papias, paus van het oude Rome.
Icoon van de heilige Moeder Gods van Lesna. Deze verscheen op deze dag in 1683 in het dorpje Lesna, gouvernement Cholm-Warschau, bevond zich daar vanaf 1686 in de kerk van het klooster der geünieerde Paulinen, maar vormde later het middelpunt van een orthodoxe kloosterstichting en deelde daarmee de lotgevallen. Na omzwervingen in Joegoslavië, Parijs en Fourqeux‚ leeft deze gemeenschap nu op een landgoed bij Etrepagny in West-Frankrijk.
Helige nieuwe martelaren van Kreta van 1821-1822
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-268/
Petrus predict over Christus in het huis van Cornelius
Gedachtenis van de 170 Vaders van het 6e oecumenische Concilie, gehouden in Konstantinopel, in het jaar 680, waar als geloofsgoed werd vastgehouden dat in Christus ook een menselijke wil aanwezig was, omdat anders tekort gedaan werd aan Zijn mensheid, en aan de volheid van onze Verlossing.
De heilige Cornelius, paus van Rome van 251 tot aan zijn marteldood in 252. Tijdens de vervolging van Decius, die zich vooral tegen de kerkelijke leiders richtte, werd hij door 16 te Rome bijeengekomen bisschoppen tot bisschop en paus van Rome gekozen om zijn voorbeeldige levenswandel en zijn moedig karakter. Er werd een gemeenschappelijke brief aan alle Kerken gezonden om deze verkiezing bekend te maken. Terwijl bijna alle Romeinse priesters in de gevangenis verbleven, werd de ascetische Novatianus aangezet om zich beschikbaar te stellen als tegenpaus. In het begin kreeg hij veel aanhang om de rigoureuze wijze waarop hij gevallen christenen veroordeelde, maar de heilige bisschop Kyprianos uit Afrika riep een concilie bijeen waarop Novatianus veroordeeld werd. Toen riep Cornelius ook te Rome een concilie samen, waar niettegenstaande de vervolging 60 bisschoppen aanwezig waren, en dit maakte een einde aan het schisma. Daarna werd Cornelius onder de volgende keizer verbannen naar Circumcellae. Op 14 september 252 werd hij ter dood gebracht, 6 jaar eerder dan de heilige Kyprianos, maar op dezelfde dag.
De heilige Maternus, derde bisschop van Trier en eerste bisschop van Keulen en Tongeren, begin 4e eeuw. Zijn naam komt voor op de deelnemerslijst van de Synode van Lateranen in 313.
De heilige martelaren Cerealis, soldaat, met zijn vrouw Sallustia, die door de heilige Kornelios tot het geloof waren gebracht. Zij werden onthoofd.
De heilige Crescentius, onthoofd te Rome in het begin van de 4e eeuw. Zijn ouders waren, bij het uitbreken van de vervolging onder Diokletiaan, met hun jonge zoon naar Perugia gevlucht. Kort nadat de vader gestorven was, werden moeder en zoon gearresteerd. Zij weigerden om Apollo als god te erkennen en werden, wegens godslastering, met roeden gegeseld. Zij werden apart gevangen gezet. Crescentius werd naar Rome teruggebracht en aan de Via Salaria onthoofd. Over de moeder is verder niets bekend: zij is dus waarschijnlijk te gronde gegaan in de gevangenis van de vreemde stad, waar niemand haar kende.
De heilige Antonios Leochnovski, afkomstig uit Twer, zocht en vond de eenzaamheid in het klooster van de verheerlijking te Roebliovo in het diocees Novgorod. Later stichtte hij het Leochnovskiklooster van de Verlosser, dat echter in 1764 weer gesloten werd. Hij stierf in de ouderdom van 85 jaar, in 1611, nadat hij 56 jaar monnik was geweest.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Crescentianus, Generalis, Rosula en Victor, die samen met de heilige Kyprianos te Carthago ter dood zijn gebracht in het jaar 258; en Theokles met het kind Valerianos.
Eveneens op deze dag de heilige Papias, paus van het oude Rome.
Icoon van de heilige Moeder Gods van Lesna. Deze verscheen op deze dag in 1683 in het dorpje Lesna, gouvernement Cholm-Warschau, bevond zich daar vanaf 1686 in de kerk van het klooster der geünieerde Paulinen, maar vormde later het middelpunt van een orthodoxe kloosterstichting en deelde daarmee de lotgevallen. Na omzwervingen in Joegoslavië, Parijs en Fourqeux‚ leeft deze gemeenschap nu op een landgoed bij Etrepagny in West-Frankrijk.
Helige nieuwe martelaren van Kreta van 1821-1822
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-268/
Petrus predict over Christus in het huis van Cornelius
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - september
15 september
God is Licht en zij, die waardig zijn bevonden Hem te zien, hebben Hem altijd als Licht aanschouwd
De heilige Simeon, aartsbisschop van Thessalonika van 1416 tot 1429. De stad doorleefde een moeilijke periode toen er een einde kwam aan de bezetting door der Latijnen (1204-1430), maar deze vervangen werd door het nog veel zwaardere Turkse juk (1430-1912). De voortdurende Turkse aanvallen maakten het leven in de stad tot een zware beproeving. Er heerste hongersnood en de bevolking werd geteisterd door verschillende epidemieën van besmettelijke ziekten. Daarbij nog stadsbestuurders die verraad pleegden en zich lieten omkopen door de Turken. Toen Simeon daartegen protesteerde vanaf de kansel, werd hij het mikpunt van een lastercampagne.
De heilige monnik Simeon werd geacht de juiste man te zijn om zijn gelovigen bij te staan in deze ellenden. Toen hij ongeveer 30 jaar oud was, werd hij priester gewijd. Eind 1415 werd hij tot aartsbisschop gekozen van Thessalonika. Hij bezat in hoge mate de gave van het onderricht en was daarbij door zijn warme openheid een aantrekkelijke persoonlijkheid. Alle inwoners van de stad, tot welke partij ze ook behoorden, beschouwden hem als hun eigen vader.
Maar door alles wat hij verduren moest, samen met het voedselgebrek dat hij volledig wilde delen met zijn gelovigen, had zijn gezondheid zwaar te lijden. Bijna de helft van zijn tijd moest hij leiding geven vanaf zijn ziekbed, waarbij hij vaak zweefde tussen leven en dood.
Zijn behendig diplomatiek optreden bewerkte de aftocht der troepen van Venetië, die in 1423 de stad veroverd hadden. Simeon wekte de bevolking op hun vertrouwen op God te stellen en de hulp van de heilige Demetrios af te smeken, maar zich niet over te geven en in slavernij te leven. Zo wist hij de Turkse bezetting een tijdlang op afstand te houden, temidden van allerlei bedreigingen en pogingen tot omkopen. Kort voordat de Turkse bezetting toch gekomen was, is hij ontslapen, in 1429. Zijn toch nog onverwachte dood bracht algemene verslagenheid teweeg. Simeon was een der laatste leerlingen van de heilige Gregorios Palamas, en eveneens een bestrijder der ketterij door zijn machtig woord. Zijn theologische werken brengen op levendige wijze de leer der Vaders in hernieuwd verband, en werpen daardoor vaak ook nieuw licht op allerlei kwesties. Hij ontplooide ook een grote activiteit op liturgisch gebied. De Goddelijke Liturgie in zijn kerk van de heilige Wijsheid (Sofia) werd met grote luister gevierd. Van zijn hand stammen ook vele hymnen en gebeden, en hij schreef een rijk commentaar over de symbolen en riten van het kerkelijk leven. Door zijn geschriften zijn kostbare liturgische schatten behouden gebleven na de ondergang van het christelijk imperium. Door die onrust der tijden werd ook zijn heiligverklaring eeuw na eeuw uitgesteld, al werd hij direct na zijn dood als een heilige vereerd; en deze is pas uitgesproken na 550 jaren in 1981.
De hymnen-dichter van de Grote Kerk van Christus, de monnik Gerasimos (Mikrayannitis) van de Athos, heeft het officie voor Simeons gedachtenis samengesteld.
[...]
De heilige Evrius (Aprus), bisschop van Toul (Lotharingen), 5e eeuw. Hij was geboren in de omgeving van Tours en werd een beroemd stadsbestuurder‚ die in briefwisseling stond met de grote mannen van die tijd. Later trok hij zich terug uit het openbare leven om zich toe te leggen op het gebed. Toen werd hij tot bisschop gekozen van Toul, waar hij een voorbeeld was van vurig gebed en een bijzondere liefde aan de dag legde voor de armen. Een kerk, waarvoor hij de fundamenten had gelegd, werd later afgebouwd op zijn naam, waaruit blijkt hoe spoedig zijn verering als heilige begonnen is. In 626 werd een grote kerk tot zijn eer gebouwd in Laon.
De heilige Josef de Jongere, bisschop van Temisvar. Hij was geboren in Dubrovnik en werd opgevoed in het klooster van de heilige Moeder Gods van Ochrid. Op jonge leeftijd vertrok hij naar de Athos en werd monnik van Pantokrator-klooster. Daarna leefde hij nog als monnik in Vatopedi, Chilandari, de Grote Laura en Xeropotamou, tot hij tenslotte hegoumen werd van Koutloumousiou.
ln 1650 werd hij bisschop van Temisvar (in het tegenwoordige Roemenië). Daar toonde hij bijzondere bestuurderstalenten; hij reisde veel in zijn diocees, onderrichtte het volk en kwam tussenbeide als er moeilijkheden waren met de Turkse bezetters. Hij wijdde en bezielde de priesters en stichtte ook een seminarie.
De laatste drie levensjaren trok Josef zich terug in het klooster van Paros, maar zijn vroegere gelovigen kwamen steeds weer naar zijn cel voor raad en hulp en zegen. Daar gebeurden ook vele wonderen. Zo is hij gestorven in 1656, bijna 90 jaar oud.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-269/
Engel bevrijdt Petrus uit de gevangenis waar hij opgesloten was op het bevel van koning Herodes die Jacobus had vermoord
God is Licht en zij, die waardig zijn bevonden Hem te zien, hebben Hem altijd als Licht aanschouwd
De heilige Simeon, aartsbisschop van Thessalonika van 1416 tot 1429. De stad doorleefde een moeilijke periode toen er een einde kwam aan de bezetting door der Latijnen (1204-1430), maar deze vervangen werd door het nog veel zwaardere Turkse juk (1430-1912). De voortdurende Turkse aanvallen maakten het leven in de stad tot een zware beproeving. Er heerste hongersnood en de bevolking werd geteisterd door verschillende epidemieën van besmettelijke ziekten. Daarbij nog stadsbestuurders die verraad pleegden en zich lieten omkopen door de Turken. Toen Simeon daartegen protesteerde vanaf de kansel, werd hij het mikpunt van een lastercampagne.
De heilige monnik Simeon werd geacht de juiste man te zijn om zijn gelovigen bij te staan in deze ellenden. Toen hij ongeveer 30 jaar oud was, werd hij priester gewijd. Eind 1415 werd hij tot aartsbisschop gekozen van Thessalonika. Hij bezat in hoge mate de gave van het onderricht en was daarbij door zijn warme openheid een aantrekkelijke persoonlijkheid. Alle inwoners van de stad, tot welke partij ze ook behoorden, beschouwden hem als hun eigen vader.
Maar door alles wat hij verduren moest, samen met het voedselgebrek dat hij volledig wilde delen met zijn gelovigen, had zijn gezondheid zwaar te lijden. Bijna de helft van zijn tijd moest hij leiding geven vanaf zijn ziekbed, waarbij hij vaak zweefde tussen leven en dood.
Zijn behendig diplomatiek optreden bewerkte de aftocht der troepen van Venetië, die in 1423 de stad veroverd hadden. Simeon wekte de bevolking op hun vertrouwen op God te stellen en de hulp van de heilige Demetrios af te smeken, maar zich niet over te geven en in slavernij te leven. Zo wist hij de Turkse bezetting een tijdlang op afstand te houden, temidden van allerlei bedreigingen en pogingen tot omkopen. Kort voordat de Turkse bezetting toch gekomen was, is hij ontslapen, in 1429. Zijn toch nog onverwachte dood bracht algemene verslagenheid teweeg. Simeon was een der laatste leerlingen van de heilige Gregorios Palamas, en eveneens een bestrijder der ketterij door zijn machtig woord. Zijn theologische werken brengen op levendige wijze de leer der Vaders in hernieuwd verband, en werpen daardoor vaak ook nieuw licht op allerlei kwesties. Hij ontplooide ook een grote activiteit op liturgisch gebied. De Goddelijke Liturgie in zijn kerk van de heilige Wijsheid (Sofia) werd met grote luister gevierd. Van zijn hand stammen ook vele hymnen en gebeden, en hij schreef een rijk commentaar over de symbolen en riten van het kerkelijk leven. Door zijn geschriften zijn kostbare liturgische schatten behouden gebleven na de ondergang van het christelijk imperium. Door die onrust der tijden werd ook zijn heiligverklaring eeuw na eeuw uitgesteld, al werd hij direct na zijn dood als een heilige vereerd; en deze is pas uitgesproken na 550 jaren in 1981.
De hymnen-dichter van de Grote Kerk van Christus, de monnik Gerasimos (Mikrayannitis) van de Athos, heeft het officie voor Simeons gedachtenis samengesteld.
[...]
De heilige Evrius (Aprus), bisschop van Toul (Lotharingen), 5e eeuw. Hij was geboren in de omgeving van Tours en werd een beroemd stadsbestuurder‚ die in briefwisseling stond met de grote mannen van die tijd. Later trok hij zich terug uit het openbare leven om zich toe te leggen op het gebed. Toen werd hij tot bisschop gekozen van Toul, waar hij een voorbeeld was van vurig gebed en een bijzondere liefde aan de dag legde voor de armen. Een kerk, waarvoor hij de fundamenten had gelegd, werd later afgebouwd op zijn naam, waaruit blijkt hoe spoedig zijn verering als heilige begonnen is. In 626 werd een grote kerk tot zijn eer gebouwd in Laon.
De heilige Josef de Jongere, bisschop van Temisvar. Hij was geboren in Dubrovnik en werd opgevoed in het klooster van de heilige Moeder Gods van Ochrid. Op jonge leeftijd vertrok hij naar de Athos en werd monnik van Pantokrator-klooster. Daarna leefde hij nog als monnik in Vatopedi, Chilandari, de Grote Laura en Xeropotamou, tot hij tenslotte hegoumen werd van Koutloumousiou.
ln 1650 werd hij bisschop van Temisvar (in het tegenwoordige Roemenië). Daar toonde hij bijzondere bestuurderstalenten; hij reisde veel in zijn diocees, onderrichtte het volk en kwam tussenbeide als er moeilijkheden waren met de Turkse bezetters. Hij wijdde en bezielde de priesters en stichtte ook een seminarie.
De laatste drie levensjaren trok Josef zich terug in het klooster van Paros, maar zijn vroegere gelovigen kwamen steeds weer naar zijn cel voor raad en hulp en zegen. Daar gebeurden ook vele wonderen. Zo is hij gestorven in 1656, bijna 90 jaar oud.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-269/
Engel bevrijdt Petrus uit de gevangenis waar hij opgesloten was op het bevel van koning Herodes die Jacobus had vermoord
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - september
16 september
De heilige martelaar Kyprianos, bisschop van Carthago, waar hij rond 205 geboren was uit rijke, heidense ouders. Na briljante studies vestigde hij zich als spraakleraar, rhetor, en zowel om zijn talenten als zijn edel karakter genoot hij een grote roep. Hij was reeds voorbij de middelbare leeftijd toen hij in aanraking kwam met Cecilios‚ een eerbiedwaardige christen-priester. Door hem leerde hij de grote waarheden kennen van het christelijk geloof, en dat vervulde hem met onzekerheid.
Zelf schrijft hij hierover: “lk bevond mij in het donker, geslingerd op een door storm opgezweepte zee, geheel vervreemd van het licht, en geen plek waar mijn voeten vaste grond konden vinden. Wat me over het nieuwe leven verteld was, scheen me zo hard en onuitvoerbaar: de mens zou opnieuw geboren moeten worden, zijn vroegere zelf van zich wegwerpen. Terwijl hij lichamelijk dezelfde zou blijven, zou hij in zijn ziel en levenshouding een ander mens worden. Hoe zou zoiets mogelijk kunnen zijn? Zo bleef ik mij verstrikken in de dwalingen van mijn vroeger leven, gaf mij over aan de zonden waaraan ik gewend was, en gaf voedsel aan het kwaad in mijn ziel alsof het behoorde tot mijn eigen natuur. Maar toen ik eindelijk het vuil van mijn vroeger leven had weggewassen in het bad der wedergeboorte, kwam er vanuit den hoge een stroom van licht dat een hart overstraalde dat nu bevrijd was van schuld, en rein en doorzichtig was geworden. Toen ik de levenslucht uit de hemel inademde, werd ik in een nieuwe mens veranderd door een tweede geboorte; en wat mij eerst zo twijfelachtig had toegeschenen, werd nu een klaarblijkelijke zaak. Daardoor werd opengelegd wat eerst zo diep was toegesloten; nu werd licht wat vroeger duisternis was; nu volbracht ik met gemak wat eerst zo onuitvoerbaar scheen. Nu kon ik pas begrijpen dat ik toen ik slechts naar het vlees geboren was, onderworpen was gebleven aan de zonde maar dat het leven dat ik nu begon te leven het eerste begin was van een leven dat voortkomt uit God, omdat het ten leven gebracht wordt door de Heilige Geest.”
Toen hij dan ook in 247 christen was geworden, veroorzaakte dit algemene opschudding. Kyprianos veranderde zijn leven volkomen. Al zijn bezittingen schonk hij weg aan de armen en hij trok zich in de eenzaamheid terug om zich te wijden aan het gebed en de studie van de Heilige Schrift en de christelijke schrijvers, vooral Tertullianus. Maar reeds na korte tijd werd hij op unaniem verzoek van het volk, bij acclamatie gekozen tot bisschop van Carthago.
Maar dit algemene enthousiasme wekte helaas ook de jaloezie van sommigen op, die zich gepasseerd voelden door deze nieuweling. Een van deze priesters wijdde zelfs een diaken voor zijn kerk om te laten zien dat hij geen enkele rekening hield met de nieuwe bisschop.
Kyprianos liet zich niet opjagen en behandelde deze bittere kwesties met de grootste kalmte en gelijkmoedigheid. Hij bleef steeds vriendelijk en toonde eindeloos geduld, en zodra er maar een hand werd uitgestoken tot verzoening, schonk hij met de grootste edelmoedigheid vergeving.
De vervolging die met Decius uitbrak in 250, doofde het smeulende vuur niet uit, maar blies de vlammen juist aan. De heidenen in Carthago wilden wraak nemen voor het verraad dat Kyprianos naar hun mening had gepleegd door christen te worden, en eisten dat men hem voor de leeuwen zou werpen. Evenals de andere bisschoppen had Kyprianos zich uit de stad teruggetrokken, om de vervolgers niet extra te irriteren, daar de vervolging zicht juist op de bisschoppen en priesters richtte. Maar al gauw kwam het verwijt dat hij lafhartig op de vlucht geslagen was. Zijn later Volgens het woord van Christus zelf moeten we ons onttrekken aan de vervolgingen, maar tegelijk gereed Zijn om die te doorstaan wanneer het uur daartoe gekomen is. En Kyprianos deed alles om met zijn gelovigen in contact te blijven en leiding te geven waar dat nodig was.
Zo schreef hij ook aan de gelovigen en de priesters om zich moedig maar voorzichtig te gedragen. Wanneer ge de gevangenen bezoekt, ga er dan niet met hele groepen heen, om niet de achterdocht der heidenen te wekken, want dan zou alle bezoek verboden worden. En als ge de heilige Gaven brengt in de gevangenis, laten de priesters en diakens dat om toerbeurt doen, om dezelfde reden. En laten we vooral voor elkander bidden. Toen kwam er voorlopig een einde aan de vervolging en Kyprianos kon naar de stad terugkeren.
Ook in de houding tegenover de door de angst voor de foltering gevallenen toonde Kyprianos barmhartige gematigdheid, al was hij op het eerste gezicht geneigd geweest een strenge, consequente houding aan te nemen: “Wie Christus openlijk verloochend heeft, kan niet meer tot de Kerk behoren”. Maar later werd hij zich bewust hoe zwak mensen kunnen zijn, en ook met hoeveel bitter berouw ze hun misstap kunnen bewenen. Maar hij moest ook rekening houden met de algemene opinie onder de bisschoppen. Tegelijk was er een tegengesteld misbruik aan het opkomen. Aan de laatste woorden van martelaren, op weg naar hun executie, werd grote waarde gehecht. En wanneer zij voor een gevallene vergiffenis vroegen, dan werd die geredelijk verleend en de betreffende persoon werd weer in de gemeenschap van de Kerk opgenomen. Maar begon het een massaal verschijnsel te worden, terwijl de martelaren het niet meer als een voorbede, maar als een hun toekomend recht gingen beschouwen om de gevallenen weer in de Kerk op te nemen. Ook daartegen moest Kyprianos zich verzetten. Door zijn vastberaden, verstandige en voorzichtige houding, en door het persoonlijk prestige dat hij bij alle goedwillenden genoot, bracht hij langzamerhand de rust terug in de Kerk. Tenminste, dat scheen zo, want bij het verflauwen van de vervolging traden de onderlinge tegenstellingen met grote hevigheid aan het licht. Er was een synode nodig, in de zomer van het jaar 251, om de zaken te regelen. Vele christenen waren afvallig geworden, uit angst voor de folteringen. De meesten hadden door omkoperij een schriftelijke verklaring losgekregen dat zij geofferd hadden, zonder dit in werkelijkheid te hebben gedaan. Toen dezen nu tot de Kerk wilden terugkeren, ontstond er een grote verdeeldheid onder de christenen. De volgelingen van Felicissimus wilden hen zonder meer in de Kerk opnemen. Daar tegenover stond de partij van Novatianus‚ die hen voor altijd wilden buitensluiten. Kyprianos nam een middenpositie in: de afvalligen zouden een langdurige boete moeten doen, maar als de vervolging weer uitbrak zouden ze de heilige Communie mogen ontvangen om hen te sterken in de vernieuwde strijd. Daarna brak een pestepidemie uit, die zich over heel het rijk verspreidde. De nieuwe keizer, Gallus, schreef voor dat allen aan de goden moesten offeren om aan deze ramp te ontkomen. De christenen waren nu de gehate uitzonderingen die zich onttrokken aan deze plicht. De woede van het volk daarover deed de vervolging weer opvlammen. Tegelijk waren er nieuwe onenigheden in de kerk opgerezen, en Kyprianos zag zich genoodzaakt in de stad te blijven om direct te kunnen ingrijpen waar dat nodig was. Bovendien rustte op hem de zorg om een ontzaglijk hoge losprijs bijeen te brengen voor de gevangenen die door de barbaren bij hun inval in Numidië gemaakt waren. De overal heersende pest brak in Carthago met bijzondere hevigheid uit in 252. Huis na huis werd aangetast, de stervenden en de lijken vulden de straten. De mensen werden door angst bevangen en men weigerde zelfs hulp aan de nauwst verbonden familieleden. Nu kreeg het christendom de gelegenheid zijn waarde te tonen. Kyprianos richtte zich met grote ernst tot de christenen. Hij riep hen op om hun geloof in de leer van hun Meester te tonen door niet alleen hun eigen broeders bij te staan, maar zonder onderscheid ook hen die zo vijandig waren geweest. Hij organiseerde de hulp. De stad werd in districten verdeeld, de rijken werden opgeroepen de middelen te verschaffen, en aan allen die ontsnapt waren aan het martelaarschap of het werk in de mijnen, vroeg hij om te streven naar een nog edeler martelaarschap, het vrijwillig slachtoffer worden van hun geloof in dienst van de naaste.
Vele christenen verloren hierbij hun leven maar de Kerk genoot gedurende vier jaren rust. De toename van het aantal christenen verontrustte de keizer, en in 257 besloot keizer Valerianus maatregelen te nemen. In het begin poogde hij bloedvergieten te vermijden door de bisschoppen en de priesters uit de steden te verbannen en de godsdienstige bijeenkomsten te verbieden. Kyprianos werd verbannen naar Curubis, bijna 100 km van van Carthago, op een schiereiland aan de kust. Deze ontwikkeling maakte ook een einde aan een controverse die was gerezen tussen de fanatieke Stephanus, toenmalige paus van Rome en de meeste bisschoppen van Klein-Azië en van Afrika over de geldigheid van de ketter-doop. Kyprianos had hierbij het recht van elke Kerk-provincie verdedigd om daarin de eigen gebruiken te volgen. Toen paus Stephanus in 257 viel als offer van de vervolging, werd deze kwestie door zijn opvolger in deze zelfde verzoenende geest bijgelegd.
Nu nam de vervolging weer in heftigheid toe. Vele christenen werden mishandeld en als dwangarbeider naar de mijnen gezonden. In 258 werd de algemene doodstraf voor christenen afgekondigd. Kyprianos werd overgebracht naar zijn vroegere bezitting in de buurt van Carthago. Daar ontvluchtte hij en schreef een brief aan zijn gelovigen dat hij zich voorlopig verborg totdat de magistraat in Carthago zou zijn teruggekeerd, want hij vond het passend om terecht te staan op de plaats van zijn ambtswerkzaamheden. Toen de proconsul weer in Carthago was, kwam de bisschop tevoorschijn en werd ogenblikkelijk gearresteerd. Bij het horen van dit nieuws kwam heel het volk, ook de heidenen, op de been, want de herinnering aan het heldhaftig optreden van Kyprianos tijdens de pestepidemie was nog levendig. Hij werd dan ook voorkomend behandeld en mocht alle bezoek ontvangen. In een kort proces werd hij ter dood veroordeeld. Het binnenplein was vol christenen die riepen dat zij met hem wilden sterven, en zij begeleidden hem op zijn gang naar het executieveld. Daar aangekomen deed Kyprianos zijn overkleed af, viel op de knieën en bad. Daarna ontdeed hij zich van zijn dalmatiek, en in een lang, wit gewaad wachtte hij de dodelijke slag af. Zelf bond hij de doek voor zijn ogen, en hij liet zijn handen binden door zijn diakens en priesters. De christenen spreidden doeken voor hem op de grond, om zijn neervallend lichaam te dragen en zijn bloed op te vangen. De slag viel, het volk droeg het ontzielde lichaam weg en de heilige Kyprianos werd die nacht begraven met grote plechtigheid.
Hij werd ter dood gebracht op 14 september, maar zijn gedachtenis wordt gevierd op de 16e, wegens het feest van Kruisverheffing. Zijn geschriften behoren nog steeds tot de belangrijkste patristische literatuur van Oost en West. Zijn gedachtenis wordt ook gevierd op 31 augustus.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-270/
De dood van koning Herod Agrippa (uit Handelingen 12)
De heilige martelaar Kyprianos, bisschop van Carthago, waar hij rond 205 geboren was uit rijke, heidense ouders. Na briljante studies vestigde hij zich als spraakleraar, rhetor, en zowel om zijn talenten als zijn edel karakter genoot hij een grote roep. Hij was reeds voorbij de middelbare leeftijd toen hij in aanraking kwam met Cecilios‚ een eerbiedwaardige christen-priester. Door hem leerde hij de grote waarheden kennen van het christelijk geloof, en dat vervulde hem met onzekerheid.
Zelf schrijft hij hierover: “lk bevond mij in het donker, geslingerd op een door storm opgezweepte zee, geheel vervreemd van het licht, en geen plek waar mijn voeten vaste grond konden vinden. Wat me over het nieuwe leven verteld was, scheen me zo hard en onuitvoerbaar: de mens zou opnieuw geboren moeten worden, zijn vroegere zelf van zich wegwerpen. Terwijl hij lichamelijk dezelfde zou blijven, zou hij in zijn ziel en levenshouding een ander mens worden. Hoe zou zoiets mogelijk kunnen zijn? Zo bleef ik mij verstrikken in de dwalingen van mijn vroeger leven, gaf mij over aan de zonden waaraan ik gewend was, en gaf voedsel aan het kwaad in mijn ziel alsof het behoorde tot mijn eigen natuur. Maar toen ik eindelijk het vuil van mijn vroeger leven had weggewassen in het bad der wedergeboorte, kwam er vanuit den hoge een stroom van licht dat een hart overstraalde dat nu bevrijd was van schuld, en rein en doorzichtig was geworden. Toen ik de levenslucht uit de hemel inademde, werd ik in een nieuwe mens veranderd door een tweede geboorte; en wat mij eerst zo twijfelachtig had toegeschenen, werd nu een klaarblijkelijke zaak. Daardoor werd opengelegd wat eerst zo diep was toegesloten; nu werd licht wat vroeger duisternis was; nu volbracht ik met gemak wat eerst zo onuitvoerbaar scheen. Nu kon ik pas begrijpen dat ik toen ik slechts naar het vlees geboren was, onderworpen was gebleven aan de zonde maar dat het leven dat ik nu begon te leven het eerste begin was van een leven dat voortkomt uit God, omdat het ten leven gebracht wordt door de Heilige Geest.”
Toen hij dan ook in 247 christen was geworden, veroorzaakte dit algemene opschudding. Kyprianos veranderde zijn leven volkomen. Al zijn bezittingen schonk hij weg aan de armen en hij trok zich in de eenzaamheid terug om zich te wijden aan het gebed en de studie van de Heilige Schrift en de christelijke schrijvers, vooral Tertullianus. Maar reeds na korte tijd werd hij op unaniem verzoek van het volk, bij acclamatie gekozen tot bisschop van Carthago.
Maar dit algemene enthousiasme wekte helaas ook de jaloezie van sommigen op, die zich gepasseerd voelden door deze nieuweling. Een van deze priesters wijdde zelfs een diaken voor zijn kerk om te laten zien dat hij geen enkele rekening hield met de nieuwe bisschop.
Kyprianos liet zich niet opjagen en behandelde deze bittere kwesties met de grootste kalmte en gelijkmoedigheid. Hij bleef steeds vriendelijk en toonde eindeloos geduld, en zodra er maar een hand werd uitgestoken tot verzoening, schonk hij met de grootste edelmoedigheid vergeving.
De vervolging die met Decius uitbrak in 250, doofde het smeulende vuur niet uit, maar blies de vlammen juist aan. De heidenen in Carthago wilden wraak nemen voor het verraad dat Kyprianos naar hun mening had gepleegd door christen te worden, en eisten dat men hem voor de leeuwen zou werpen. Evenals de andere bisschoppen had Kyprianos zich uit de stad teruggetrokken, om de vervolgers niet extra te irriteren, daar de vervolging zicht juist op de bisschoppen en priesters richtte. Maar al gauw kwam het verwijt dat hij lafhartig op de vlucht geslagen was. Zijn later Volgens het woord van Christus zelf moeten we ons onttrekken aan de vervolgingen, maar tegelijk gereed Zijn om die te doorstaan wanneer het uur daartoe gekomen is. En Kyprianos deed alles om met zijn gelovigen in contact te blijven en leiding te geven waar dat nodig was.
Zo schreef hij ook aan de gelovigen en de priesters om zich moedig maar voorzichtig te gedragen. Wanneer ge de gevangenen bezoekt, ga er dan niet met hele groepen heen, om niet de achterdocht der heidenen te wekken, want dan zou alle bezoek verboden worden. En als ge de heilige Gaven brengt in de gevangenis, laten de priesters en diakens dat om toerbeurt doen, om dezelfde reden. En laten we vooral voor elkander bidden. Toen kwam er voorlopig een einde aan de vervolging en Kyprianos kon naar de stad terugkeren.
Ook in de houding tegenover de door de angst voor de foltering gevallenen toonde Kyprianos barmhartige gematigdheid, al was hij op het eerste gezicht geneigd geweest een strenge, consequente houding aan te nemen: “Wie Christus openlijk verloochend heeft, kan niet meer tot de Kerk behoren”. Maar later werd hij zich bewust hoe zwak mensen kunnen zijn, en ook met hoeveel bitter berouw ze hun misstap kunnen bewenen. Maar hij moest ook rekening houden met de algemene opinie onder de bisschoppen. Tegelijk was er een tegengesteld misbruik aan het opkomen. Aan de laatste woorden van martelaren, op weg naar hun executie, werd grote waarde gehecht. En wanneer zij voor een gevallene vergiffenis vroegen, dan werd die geredelijk verleend en de betreffende persoon werd weer in de gemeenschap van de Kerk opgenomen. Maar begon het een massaal verschijnsel te worden, terwijl de martelaren het niet meer als een voorbede, maar als een hun toekomend recht gingen beschouwen om de gevallenen weer in de Kerk op te nemen. Ook daartegen moest Kyprianos zich verzetten. Door zijn vastberaden, verstandige en voorzichtige houding, en door het persoonlijk prestige dat hij bij alle goedwillenden genoot, bracht hij langzamerhand de rust terug in de Kerk. Tenminste, dat scheen zo, want bij het verflauwen van de vervolging traden de onderlinge tegenstellingen met grote hevigheid aan het licht. Er was een synode nodig, in de zomer van het jaar 251, om de zaken te regelen. Vele christenen waren afvallig geworden, uit angst voor de folteringen. De meesten hadden door omkoperij een schriftelijke verklaring losgekregen dat zij geofferd hadden, zonder dit in werkelijkheid te hebben gedaan. Toen dezen nu tot de Kerk wilden terugkeren, ontstond er een grote verdeeldheid onder de christenen. De volgelingen van Felicissimus wilden hen zonder meer in de Kerk opnemen. Daar tegenover stond de partij van Novatianus‚ die hen voor altijd wilden buitensluiten. Kyprianos nam een middenpositie in: de afvalligen zouden een langdurige boete moeten doen, maar als de vervolging weer uitbrak zouden ze de heilige Communie mogen ontvangen om hen te sterken in de vernieuwde strijd. Daarna brak een pestepidemie uit, die zich over heel het rijk verspreidde. De nieuwe keizer, Gallus, schreef voor dat allen aan de goden moesten offeren om aan deze ramp te ontkomen. De christenen waren nu de gehate uitzonderingen die zich onttrokken aan deze plicht. De woede van het volk daarover deed de vervolging weer opvlammen. Tegelijk waren er nieuwe onenigheden in de kerk opgerezen, en Kyprianos zag zich genoodzaakt in de stad te blijven om direct te kunnen ingrijpen waar dat nodig was. Bovendien rustte op hem de zorg om een ontzaglijk hoge losprijs bijeen te brengen voor de gevangenen die door de barbaren bij hun inval in Numidië gemaakt waren. De overal heersende pest brak in Carthago met bijzondere hevigheid uit in 252. Huis na huis werd aangetast, de stervenden en de lijken vulden de straten. De mensen werden door angst bevangen en men weigerde zelfs hulp aan de nauwst verbonden familieleden. Nu kreeg het christendom de gelegenheid zijn waarde te tonen. Kyprianos richtte zich met grote ernst tot de christenen. Hij riep hen op om hun geloof in de leer van hun Meester te tonen door niet alleen hun eigen broeders bij te staan, maar zonder onderscheid ook hen die zo vijandig waren geweest. Hij organiseerde de hulp. De stad werd in districten verdeeld, de rijken werden opgeroepen de middelen te verschaffen, en aan allen die ontsnapt waren aan het martelaarschap of het werk in de mijnen, vroeg hij om te streven naar een nog edeler martelaarschap, het vrijwillig slachtoffer worden van hun geloof in dienst van de naaste.
Vele christenen verloren hierbij hun leven maar de Kerk genoot gedurende vier jaren rust. De toename van het aantal christenen verontrustte de keizer, en in 257 besloot keizer Valerianus maatregelen te nemen. In het begin poogde hij bloedvergieten te vermijden door de bisschoppen en de priesters uit de steden te verbannen en de godsdienstige bijeenkomsten te verbieden. Kyprianos werd verbannen naar Curubis, bijna 100 km van van Carthago, op een schiereiland aan de kust. Deze ontwikkeling maakte ook een einde aan een controverse die was gerezen tussen de fanatieke Stephanus, toenmalige paus van Rome en de meeste bisschoppen van Klein-Azië en van Afrika over de geldigheid van de ketter-doop. Kyprianos had hierbij het recht van elke Kerk-provincie verdedigd om daarin de eigen gebruiken te volgen. Toen paus Stephanus in 257 viel als offer van de vervolging, werd deze kwestie door zijn opvolger in deze zelfde verzoenende geest bijgelegd.
Nu nam de vervolging weer in heftigheid toe. Vele christenen werden mishandeld en als dwangarbeider naar de mijnen gezonden. In 258 werd de algemene doodstraf voor christenen afgekondigd. Kyprianos werd overgebracht naar zijn vroegere bezitting in de buurt van Carthago. Daar ontvluchtte hij en schreef een brief aan zijn gelovigen dat hij zich voorlopig verborg totdat de magistraat in Carthago zou zijn teruggekeerd, want hij vond het passend om terecht te staan op de plaats van zijn ambtswerkzaamheden. Toen de proconsul weer in Carthago was, kwam de bisschop tevoorschijn en werd ogenblikkelijk gearresteerd. Bij het horen van dit nieuws kwam heel het volk, ook de heidenen, op de been, want de herinnering aan het heldhaftig optreden van Kyprianos tijdens de pestepidemie was nog levendig. Hij werd dan ook voorkomend behandeld en mocht alle bezoek ontvangen. In een kort proces werd hij ter dood veroordeeld. Het binnenplein was vol christenen die riepen dat zij met hem wilden sterven, en zij begeleidden hem op zijn gang naar het executieveld. Daar aangekomen deed Kyprianos zijn overkleed af, viel op de knieën en bad. Daarna ontdeed hij zich van zijn dalmatiek, en in een lang, wit gewaad wachtte hij de dodelijke slag af. Zelf bond hij de doek voor zijn ogen, en hij liet zijn handen binden door zijn diakens en priesters. De christenen spreidden doeken voor hem op de grond, om zijn neervallend lichaam te dragen en zijn bloed op te vangen. De slag viel, het volk droeg het ontzielde lichaam weg en de heilige Kyprianos werd die nacht begraven met grote plechtigheid.
Hij werd ter dood gebracht op 14 september, maar zijn gedachtenis wordt gevierd op de 16e, wegens het feest van Kruisverheffing. Zijn geschriften behoren nog steeds tot de belangrijkste patristische literatuur van Oost en West. Zijn gedachtenis wordt ook gevierd op 31 augustus.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-270/
De dood van koning Herod Agrippa (uit Handelingen 12)
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - september
17 september
De heilige martelaar Lambertus, bisschop van Maastricht, zijn vaderstad. Hij werd geboren in 637 in een der voornaamste Maastrichtse families. Zijn opvoeding werd in handen gelegd van de heilige Landoaldus en later van de heilige Theodardus, bisschop van Maastricht Toen deze in 670 stierf, was Lambertus zijn vanzelfsprekende opvolger. Tijdgenoten beschrijven hem als een jongeman van opvallende bekwaamheid en echte wijsheid, beminnelijk in de omgang, welbespraakt en toegankelijk. Men prijst zijn statig uiterlijk, hij is sterk en snel in zijn bewegingen, behendig en moedig in de oorlog. Hij houdt het hoofd koel in moeilijke omstandigheden, ziet er knap uit, houdt van mensen maar blijft rein, gedraagt zich bescheiden en is gek op lezen. Door zulke eigenschappen won hij het hart van zijn leermeesters. Zijn volkomen betrouwbaarheid maakte hem tot gunsteling van koning Childeric II.
Toen deze echter vermoord was, werd Lambertus van zijn zetel verdreven door de hofmeier Ebroin, die in zijn plaats een kanunnik uit Keulen aanstelde. Lambertus trok zich in 674 met twee dienaren terug naar de abdij van Stavelot, waar hij 7 jaar leefde als monnik van de strikte observantie. Als voorbeeld van zijn gehoorzaamheid wordt verhaald hoe hij eens, toen hij volgens zijn gewoonte opstond in de nacht om te gaan bidden, zijn sandaal liet vallen. Het lawaai op de gemeenschappelijke slaapzaal wekte de abt en deze riep dat de herrieschopper maar buiten moest gaan bidden bij het kruis op de binnenplaats. Het was hartje winter en de volgende ochtend, toen allen bij de kachel bijeen waren om zich te warmen, werd Lambertus binnengebracht, verstijfd van koude, op blote voeten, in zijn haren hemd, en bedekt met sneeuw. Het wekte natuurlijk enige ontsteltenis zijne excellentie de bisschop in deze toestand te zien.
Ebroin werd op zijn beurt vermoord, Pepijn van Herstal werd hofmeier en Lambertus werd opnieuw geïnstalleerd in het bisschopspaleis van Maastricht, in 681. Lambertus nam nu de evangelieprediking ter hand in het verderop gelegen moerasgebied van de Kempen, waar een nog onontwikkelde bevolking verknocht was aan de afgodendienst. Door vriendelijk maar volhardend optreden won Lambertus de harten voor zichzelf, de zielen voor Christus en de mensen voor de doop. Hij bleef aan het werk tot er kerken waren gebouwd en een eigen clerus was ontstaan die het werk kon voortzetten.
Dit apostolische werk bracht hem tot aan het gebied van Friesland, waar hij vriendschap sloot met de heilige Willibrord die toen nog geen bisschop was. Naar de andere kant drong hij door tot Mechelen, waar de kerk van de heilige Moeder Gods door hem werd gesticht.
Toen eens inbreuk werd gepleegd op de landerijen die aan Lambertus toebehoorden, kwamen twee van zijn neven in het geweer en doodden de indringer. Dit had natuurlijk weer een wraakactie tot gevolg. Toen Lambertus op bezoek was in het onbetekenende plaatsje Luik, samen met de betreffende neven, had hij de nacht doorgebracht in gebed, daarna hadden ze samen de Metten gezongen, en vervolgens was hij te ruste gegaan. Plotseling kwam de wacht hem roepen: de vijand is in aantocht! Automatisch greep Lambertus naar zijn zwaard, maar zich herinnerend wat hij was, legde hij het terzijde en knielde neer om te bidden. De neven grepen knuppels en weerden zich uit alle kracht om de toegang te verdedigen. Zij vroegen waarom zij dit moesten ondergaan, maar Lambertus bracht hun onder het oog dat zij zelf moordenaars waren. De verdediging kon niet lang duren tegen zulk een grote overmacht. De aanvallers drongen het huis binnen en allen werden gedood, in het jaar 709.
Bij zijn dood was Lambertus 78 jaar oud. Hij werd begraven door de heilige Hubertus in het dorpskerkje van Luik, waar veel wonderen geschiedden aan zijn graf. Zijn roem verspreidde zich in de verre omtrek, en ongeveer 150 kerken werden aan hem toegewijd, in Nederland, Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk, Rome en Scandinavië. Reeds in 720 vinden we zijn naam in de persoonlijke kalender van de heilige Willibrord.
De heilige Rouin, eerste abt van Beaulieu in Argonne‚ was een Ierse priester-monnik, die zijn vaderland had verlaten en zich teruggetrokken had op het grondgebied van de abdij Tholey bij Trier. Toen hij daar te veel bezoek kreeg, trok hij met enkele broeders, die eveneens de eenzaamheid zochten, naar Verdun, waar zij twee jaar de gast waren van de heilige bisschop Paul.
Nadat verschillende moeilijkheden met de eigenaar van de streek waren overwonnen, vestigden zij zich in het Argonnerwoud, waar de abdij van Beaulieu gesticht werd, toebehorend aan de Congregatie van Saint-Vannes. De heilige Rouin was een aantrekkelijke persoonlijkheid en reeds spoedig ontstond er een grote communauteit.
Toen hij dit klooster 30 jaar bestuurd had, vroeg Rouin een opvolger en trok hij zich terug in een kleine kluis op enige afstand, waaruit hij alleen ‘s zondags naar de communauteit kwam, of wanneer zijn aanwezigheid absoluut noodzakelijk was. Daar is hij ook gestorven in 680, in de ouderdom van 86 jaar.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-271/
Paulus en Barnabas op Cyprus prediken aan proconsul Paulus Sergius, waarbij Elymas bar-Jezus hindert hen en wordt door Gods kracht via de apostelen met blindheid gestraft.
De heilige martelaar Lambertus, bisschop van Maastricht, zijn vaderstad. Hij werd geboren in 637 in een der voornaamste Maastrichtse families. Zijn opvoeding werd in handen gelegd van de heilige Landoaldus en later van de heilige Theodardus, bisschop van Maastricht Toen deze in 670 stierf, was Lambertus zijn vanzelfsprekende opvolger. Tijdgenoten beschrijven hem als een jongeman van opvallende bekwaamheid en echte wijsheid, beminnelijk in de omgang, welbespraakt en toegankelijk. Men prijst zijn statig uiterlijk, hij is sterk en snel in zijn bewegingen, behendig en moedig in de oorlog. Hij houdt het hoofd koel in moeilijke omstandigheden, ziet er knap uit, houdt van mensen maar blijft rein, gedraagt zich bescheiden en is gek op lezen. Door zulke eigenschappen won hij het hart van zijn leermeesters. Zijn volkomen betrouwbaarheid maakte hem tot gunsteling van koning Childeric II.
Toen deze echter vermoord was, werd Lambertus van zijn zetel verdreven door de hofmeier Ebroin, die in zijn plaats een kanunnik uit Keulen aanstelde. Lambertus trok zich in 674 met twee dienaren terug naar de abdij van Stavelot, waar hij 7 jaar leefde als monnik van de strikte observantie. Als voorbeeld van zijn gehoorzaamheid wordt verhaald hoe hij eens, toen hij volgens zijn gewoonte opstond in de nacht om te gaan bidden, zijn sandaal liet vallen. Het lawaai op de gemeenschappelijke slaapzaal wekte de abt en deze riep dat de herrieschopper maar buiten moest gaan bidden bij het kruis op de binnenplaats. Het was hartje winter en de volgende ochtend, toen allen bij de kachel bijeen waren om zich te warmen, werd Lambertus binnengebracht, verstijfd van koude, op blote voeten, in zijn haren hemd, en bedekt met sneeuw. Het wekte natuurlijk enige ontsteltenis zijne excellentie de bisschop in deze toestand te zien.
Ebroin werd op zijn beurt vermoord, Pepijn van Herstal werd hofmeier en Lambertus werd opnieuw geïnstalleerd in het bisschopspaleis van Maastricht, in 681. Lambertus nam nu de evangelieprediking ter hand in het verderop gelegen moerasgebied van de Kempen, waar een nog onontwikkelde bevolking verknocht was aan de afgodendienst. Door vriendelijk maar volhardend optreden won Lambertus de harten voor zichzelf, de zielen voor Christus en de mensen voor de doop. Hij bleef aan het werk tot er kerken waren gebouwd en een eigen clerus was ontstaan die het werk kon voortzetten.
Dit apostolische werk bracht hem tot aan het gebied van Friesland, waar hij vriendschap sloot met de heilige Willibrord die toen nog geen bisschop was. Naar de andere kant drong hij door tot Mechelen, waar de kerk van de heilige Moeder Gods door hem werd gesticht.
Toen eens inbreuk werd gepleegd op de landerijen die aan Lambertus toebehoorden, kwamen twee van zijn neven in het geweer en doodden de indringer. Dit had natuurlijk weer een wraakactie tot gevolg. Toen Lambertus op bezoek was in het onbetekenende plaatsje Luik, samen met de betreffende neven, had hij de nacht doorgebracht in gebed, daarna hadden ze samen de Metten gezongen, en vervolgens was hij te ruste gegaan. Plotseling kwam de wacht hem roepen: de vijand is in aantocht! Automatisch greep Lambertus naar zijn zwaard, maar zich herinnerend wat hij was, legde hij het terzijde en knielde neer om te bidden. De neven grepen knuppels en weerden zich uit alle kracht om de toegang te verdedigen. Zij vroegen waarom zij dit moesten ondergaan, maar Lambertus bracht hun onder het oog dat zij zelf moordenaars waren. De verdediging kon niet lang duren tegen zulk een grote overmacht. De aanvallers drongen het huis binnen en allen werden gedood, in het jaar 709.
Bij zijn dood was Lambertus 78 jaar oud. Hij werd begraven door de heilige Hubertus in het dorpskerkje van Luik, waar veel wonderen geschiedden aan zijn graf. Zijn roem verspreidde zich in de verre omtrek, en ongeveer 150 kerken werden aan hem toegewijd, in Nederland, Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk, Rome en Scandinavië. Reeds in 720 vinden we zijn naam in de persoonlijke kalender van de heilige Willibrord.
De heilige Rouin, eerste abt van Beaulieu in Argonne‚ was een Ierse priester-monnik, die zijn vaderland had verlaten en zich teruggetrokken had op het grondgebied van de abdij Tholey bij Trier. Toen hij daar te veel bezoek kreeg, trok hij met enkele broeders, die eveneens de eenzaamheid zochten, naar Verdun, waar zij twee jaar de gast waren van de heilige bisschop Paul.
Nadat verschillende moeilijkheden met de eigenaar van de streek waren overwonnen, vestigden zij zich in het Argonnerwoud, waar de abdij van Beaulieu gesticht werd, toebehorend aan de Congregatie van Saint-Vannes. De heilige Rouin was een aantrekkelijke persoonlijkheid en reeds spoedig ontstond er een grote communauteit.
Toen hij dit klooster 30 jaar bestuurd had, vroeg Rouin een opvolger en trok hij zich terug in een kleine kluis op enige afstand, waaruit hij alleen ‘s zondags naar de communauteit kwam, of wanneer zijn aanwezigheid absoluut noodzakelijk was. Daar is hij ook gestorven in 680, in de ouderdom van 86 jaar.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-271/
Paulus en Barnabas op Cyprus prediken aan proconsul Paulus Sergius, waarbij Elymas bar-Jezus hindert hen en wordt door Gods kracht via de apostelen met blindheid gestraft.
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - september
18 september
De heilige Ferreolus‚ ter dood gebracht in 304 te Vienne. Hij was militair, en omdat hij niet de goden van de keizer wilde aanbidden, werd hij gedegradeerd, heftig geslagen en daarna in de beerput van de gevangenis geworpen, in de vuiligheid en de absolute duisternis. Na een dag zag hij kans om zich van voetboeien te ontdoen en door de riolering te ontsnappen. Deze kwam uit in de Rhône, en hij zwom over de rivier. Hij liep langs de oever tot hij volkomen uitgeput aankwam in een dorp, het tegenwoordige Gène. Zijn verschijning wekte achterdocht: hij werd gevangen genomen en naar Vienne teruggebracht. Daar werd hij toen gedood.
De heilige Romylos was in het jaar 1300 geboren in Binina aan de Donau. Zijn vader was Griek, zijn moeder Bulgaarse. Hij had een bijzondere aanleg voor de studie en toonde een vroegrijpe wijsheid. Zijn ouders wilden hem een goede toekomst in de wereld verschaffen, maar de jonge Raikos ontvluchtte zijn ouderlijk huis en werd monnik in het klooster van Tirnovo, onder de naam Romanos. Daar was hij belast met de zorg voor de kerk. .
Samen met zijn medebroeder Hilarion kreeg hij zegen om zich te laten opnemen in de gemeenschap van de heilige Gregorios de Sinaïet, die vanaf de berg Athos naar Bulgarije gekomen was, om de hesychastische spiritualiteit te beoefenen.
De robuuste Romanos werd ingeschakeld bij alle zware karweien, en bovendien belast met de zorg voor de zieken, onder wie een lastige grijsaard, die alleen maar in leven kon blijven door dagelijks verse vis te eten. Vol geduld zorgde Romanos daarvoor, ook in de winter, wanneer hij een gat in het ijs moest hakken voor de vangst. Na de dood van Gregorios waren er veel moeilijkheden met Turkse rovers, waarvoor herhaaldelijk de vlucht moest worden genomen. Intussen had Romanos het groot schima aangenomen met de naam Romylos, en hij leidde een kluizenaarsleven. Hij zocht een toevlucht op de Athos, waar zich een aantal leerlingen rond hem verzamelde, maar door de oorlog verlieten zij de heilige Berg en vestigden zich in Avlona‚ het huidige Albanië. Daar deed hij missiewerk maar later vond hij weer zijn vurig verlangde eenzaamheid in Servië, in de buurt van het klooster Ravenitsa. Daar is hij in vrede gestorven in 1376. (zie ook 16 januari).
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Didier, bisschop in de Elzas, eind 7e eeuw; Irene en Sofia, die in Egypte ter dood zijn gebracht onder Hadrianus (117-138); en Kastor.
Eveneens op deze dag de heilige Tiberios, een van de leerlingen van Christus; en Walbert en Bertilla‚ tegen 660.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
Heilige Eufrosinia van Suzdal
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-272/
Toespraak van Paulus in de synagoge van Antiochië van Pisidië
De heilige Ferreolus‚ ter dood gebracht in 304 te Vienne. Hij was militair, en omdat hij niet de goden van de keizer wilde aanbidden, werd hij gedegradeerd, heftig geslagen en daarna in de beerput van de gevangenis geworpen, in de vuiligheid en de absolute duisternis. Na een dag zag hij kans om zich van voetboeien te ontdoen en door de riolering te ontsnappen. Deze kwam uit in de Rhône, en hij zwom over de rivier. Hij liep langs de oever tot hij volkomen uitgeput aankwam in een dorp, het tegenwoordige Gène. Zijn verschijning wekte achterdocht: hij werd gevangen genomen en naar Vienne teruggebracht. Daar werd hij toen gedood.
De heilige Romylos was in het jaar 1300 geboren in Binina aan de Donau. Zijn vader was Griek, zijn moeder Bulgaarse. Hij had een bijzondere aanleg voor de studie en toonde een vroegrijpe wijsheid. Zijn ouders wilden hem een goede toekomst in de wereld verschaffen, maar de jonge Raikos ontvluchtte zijn ouderlijk huis en werd monnik in het klooster van Tirnovo, onder de naam Romanos. Daar was hij belast met de zorg voor de kerk. .
Samen met zijn medebroeder Hilarion kreeg hij zegen om zich te laten opnemen in de gemeenschap van de heilige Gregorios de Sinaïet, die vanaf de berg Athos naar Bulgarije gekomen was, om de hesychastische spiritualiteit te beoefenen.
De robuuste Romanos werd ingeschakeld bij alle zware karweien, en bovendien belast met de zorg voor de zieken, onder wie een lastige grijsaard, die alleen maar in leven kon blijven door dagelijks verse vis te eten. Vol geduld zorgde Romanos daarvoor, ook in de winter, wanneer hij een gat in het ijs moest hakken voor de vangst. Na de dood van Gregorios waren er veel moeilijkheden met Turkse rovers, waarvoor herhaaldelijk de vlucht moest worden genomen. Intussen had Romanos het groot schima aangenomen met de naam Romylos, en hij leidde een kluizenaarsleven. Hij zocht een toevlucht op de Athos, waar zich een aantal leerlingen rond hem verzamelde, maar door de oorlog verlieten zij de heilige Berg en vestigden zich in Avlona‚ het huidige Albanië. Daar deed hij missiewerk maar later vond hij weer zijn vurig verlangde eenzaamheid in Servië, in de buurt van het klooster Ravenitsa. Daar is hij in vrede gestorven in 1376. (zie ook 16 januari).
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Didier, bisschop in de Elzas, eind 7e eeuw; Irene en Sofia, die in Egypte ter dood zijn gebracht onder Hadrianus (117-138); en Kastor.
Eveneens op deze dag de heilige Tiberios, een van de leerlingen van Christus; en Walbert en Bertilla‚ tegen 660.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
Heilige Eufrosinia van Suzdal
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-272/
Toespraak van Paulus in de synagoge van Antiochië van Pisidië
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - september
19 september
De heilige Theodoros, aartsbisschop van Canterbury, 668-690. De zetel was vacant geraakt in,664 doordat de toenmalige bisschop Deusdedit gestorven was. De uit Engeland naar Rome gestuurde kandidaat stierf bij aankomst inde heilige stad, met vrijwel geheel zijn reisgezelschap, aan een juist heersende epidemie. Er leek in Engeland geen andere geschikte persoon voorhanden te zijnen daarom verzochten de koningen van Kent en Northumberland aan de paus hun iemand te zenden. Deze kweet zich gewetensvol van die taak, en na verschillende mislukte pogingen vond hij Theodoros, een Griekse monnik, geboren in Tarsos, de stad van de heilige Paulos, maar die in Rome, leefde. Om zijn geleerdheid en ernstige levenswijze werd hij “de Filosoof” genoemd. Hij was 66 jaar oud maar meende deze taak te kunnen volbrengen met hulp van zijn Afrikaanse vriend Adriaan, abt van een klooster bij Napels. Aan dit wel heel internationale koppel werd toegevoegd de jonge Benedictus Biscop, een edelman uit Northumbrië, die sinds enige tijd in Rome verbleef. 70 Jaar na de zending van de heilige Augustinus kwam er weer een plechtig gezantschap vanuit Rome naar de Britse eilanden. De reis door Frankrijk ging met veel moeilijkheden gepaard door de achterdocht van de tirannieke hofmeier Ebroin. Abt Adriaan hield hij gevangen, de anderen kwamen pas een jaar later in Engeland aan. Theodoros wist met grote overredingskracht en wijs beleid de verdeelde kerken tot eenheid te brengen. Abt Adriaan was eindelijk vrijgelaten en vergezelde de aartsbisschop bij zijn tochten door het gehele land, waar hij vrede stichtte tussen de in bloedige veten verwikkelde prinsen, de kerkelijke wetten tot gelding bracht, een einde maakte aan ingeslopen misbruiken, de goede zeden bevorderde en de Romeinse paasdatum invoerde. Daarbij leerde hij aan de huisvaders om dagelijks met hun gezin het Onze Vader en de Geloofsbelijdenis in hun eigen taal te bidden. Deze twee oude monniken bereikten door het vertrouwen dat hun persoon wekte, wat aan vorige door Rome gezonden bisschoppen, door hun hooghartig optreden nooit gelukt was.
Er is nog steeds een waardevol getuigenis van hun werk, de door hen opgestelde Codex Poenitentialis‚ waarin geen spoor van Byzantijnse of Romeinse wetgeving is terug te vinden, maar dat geheel gegrond is op Germaanse wetten en gebruiken. Het is ook eigenlijk niet bedoeld als wetboek, het zijn de persoonlijke antwoorden die Theodoros gaf op hem gestelde vragen betreffende de kerkelijke boete. Theodoros zorgde ook voor de invoering van het Gregoriaans door het gehele land. Tot dan toe werden alleen in Canterbury de diensten gezongen. Hij zorgde voor zangleraren. Langzamerhand wist hij ook het aantal bisdommen te vergroten. Dit vroeg een delicaat optreden want de meeste bisschoppen hielden er niet van dat hun diocees verdeeld werd, zelfs als het te groot was om door slechts één man bestuurd te worden. Op veel afgelegen plaatsen was zelfs nog nooit een bisschop op bezoek geweest. Ondanks hevig verzet van Rome besloot Theodoros tot het afzetten van de Romeinse bisschop Wilfrid, die gedurende vele jaren het land in opschudding had gebracht door zijn hautain optreden en die de hoofdoorzaak was geweest van de kerkelijke scheuringen. Toen Wilfrid triomfantelijk terugkeerde met een hernieuwde pauselijke opdracht, protesteerde hij niet toen de koning Wilfrid gevangen zette, en maakte hij van de gelegenheid gebruik om het bisdom Lindisfarne in hanteerbaarder stukken te verdelen.
ln 686 kwam het tot een verzoening. Wilfrid kreeg het deel-diocees York. Intussen hadden Theodoros en Adriaan, die zelf grote geleerden waren, de abdij van Canterbury tot een brandpunt van geestelijk en wetenschappelijk leven gemaakt; Theodoros had een manuscript van Romeros dat hij altijd bij zich had en waarin hij steeds studeerde. Zo gaven zij aan de enthousiaste studenten die zich rond hen verzamelden, onderricht niet alleen in de Heilige Schrift, maar ook in astronomie, wiskunde, Grieks en Latijn Er waren monniken die deze beide talen even vlot spraken als hun moedertaal. Onder de invloed van de beide grote monniken werd Engeland een intellectueel centrum, dat zowel Ierland als Italië naar de kroon stak. De grote Beda wordt dan ook in zijn kroniek gloeiend van enthousiasme wanneer hij over deze periode schrijft.
Door deze activiteiten was de Kerk in Engeland zo ver ontwikkeld dat Theodoros ook de laatste buitenlandse prelaat is geweest op de zetel van het centrale diocees. Het gebied was nu geen missiekerk meer, het was een landskerk geworden toen Theodoros in 690 stierf, in de ouderdom van 88 jaar. Geen bisschop voor hem had zoveel tot stand gebracht voor de intellectuele ontwikkeling vande clerus, en voor het samengaan van de elkaar bestrijdende angelsaksische dynastieën. Deze Griekse monnik, die niet in zijn bisschopskleding maar in monnikshabijt wenste begraven te worden, wordt daarom met recht gerekend onder de stichters van de Engelse Kerk en de Engelse natie, waarvan een eeuw eerder het zaad was uitgestrooid door de Romeinse monnik Augustinus.
De heilige Eustochius, bisschop van Tours, vanaf 444, tot hij na een werkzaam leven stierf in 461. Hij werd begraven nabij de heilige Maninus.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-273/
Gods genezing van een kreupele man door Paulus en Barnabas in Lystra
Het volk van Lystra brengt offergave aan de twee apostelen als goden, Paulus en Barnabas verzetten zich daartegen.
De heilige Theodoros, aartsbisschop van Canterbury, 668-690. De zetel was vacant geraakt in,664 doordat de toenmalige bisschop Deusdedit gestorven was. De uit Engeland naar Rome gestuurde kandidaat stierf bij aankomst inde heilige stad, met vrijwel geheel zijn reisgezelschap, aan een juist heersende epidemie. Er leek in Engeland geen andere geschikte persoon voorhanden te zijnen daarom verzochten de koningen van Kent en Northumberland aan de paus hun iemand te zenden. Deze kweet zich gewetensvol van die taak, en na verschillende mislukte pogingen vond hij Theodoros, een Griekse monnik, geboren in Tarsos, de stad van de heilige Paulos, maar die in Rome, leefde. Om zijn geleerdheid en ernstige levenswijze werd hij “de Filosoof” genoemd. Hij was 66 jaar oud maar meende deze taak te kunnen volbrengen met hulp van zijn Afrikaanse vriend Adriaan, abt van een klooster bij Napels. Aan dit wel heel internationale koppel werd toegevoegd de jonge Benedictus Biscop, een edelman uit Northumbrië, die sinds enige tijd in Rome verbleef. 70 Jaar na de zending van de heilige Augustinus kwam er weer een plechtig gezantschap vanuit Rome naar de Britse eilanden. De reis door Frankrijk ging met veel moeilijkheden gepaard door de achterdocht van de tirannieke hofmeier Ebroin. Abt Adriaan hield hij gevangen, de anderen kwamen pas een jaar later in Engeland aan. Theodoros wist met grote overredingskracht en wijs beleid de verdeelde kerken tot eenheid te brengen. Abt Adriaan was eindelijk vrijgelaten en vergezelde de aartsbisschop bij zijn tochten door het gehele land, waar hij vrede stichtte tussen de in bloedige veten verwikkelde prinsen, de kerkelijke wetten tot gelding bracht, een einde maakte aan ingeslopen misbruiken, de goede zeden bevorderde en de Romeinse paasdatum invoerde. Daarbij leerde hij aan de huisvaders om dagelijks met hun gezin het Onze Vader en de Geloofsbelijdenis in hun eigen taal te bidden. Deze twee oude monniken bereikten door het vertrouwen dat hun persoon wekte, wat aan vorige door Rome gezonden bisschoppen, door hun hooghartig optreden nooit gelukt was.
Er is nog steeds een waardevol getuigenis van hun werk, de door hen opgestelde Codex Poenitentialis‚ waarin geen spoor van Byzantijnse of Romeinse wetgeving is terug te vinden, maar dat geheel gegrond is op Germaanse wetten en gebruiken. Het is ook eigenlijk niet bedoeld als wetboek, het zijn de persoonlijke antwoorden die Theodoros gaf op hem gestelde vragen betreffende de kerkelijke boete. Theodoros zorgde ook voor de invoering van het Gregoriaans door het gehele land. Tot dan toe werden alleen in Canterbury de diensten gezongen. Hij zorgde voor zangleraren. Langzamerhand wist hij ook het aantal bisdommen te vergroten. Dit vroeg een delicaat optreden want de meeste bisschoppen hielden er niet van dat hun diocees verdeeld werd, zelfs als het te groot was om door slechts één man bestuurd te worden. Op veel afgelegen plaatsen was zelfs nog nooit een bisschop op bezoek geweest. Ondanks hevig verzet van Rome besloot Theodoros tot het afzetten van de Romeinse bisschop Wilfrid, die gedurende vele jaren het land in opschudding had gebracht door zijn hautain optreden en die de hoofdoorzaak was geweest van de kerkelijke scheuringen. Toen Wilfrid triomfantelijk terugkeerde met een hernieuwde pauselijke opdracht, protesteerde hij niet toen de koning Wilfrid gevangen zette, en maakte hij van de gelegenheid gebruik om het bisdom Lindisfarne in hanteerbaarder stukken te verdelen.
ln 686 kwam het tot een verzoening. Wilfrid kreeg het deel-diocees York. Intussen hadden Theodoros en Adriaan, die zelf grote geleerden waren, de abdij van Canterbury tot een brandpunt van geestelijk en wetenschappelijk leven gemaakt; Theodoros had een manuscript van Romeros dat hij altijd bij zich had en waarin hij steeds studeerde. Zo gaven zij aan de enthousiaste studenten die zich rond hen verzamelden, onderricht niet alleen in de Heilige Schrift, maar ook in astronomie, wiskunde, Grieks en Latijn Er waren monniken die deze beide talen even vlot spraken als hun moedertaal. Onder de invloed van de beide grote monniken werd Engeland een intellectueel centrum, dat zowel Ierland als Italië naar de kroon stak. De grote Beda wordt dan ook in zijn kroniek gloeiend van enthousiasme wanneer hij over deze periode schrijft.
Door deze activiteiten was de Kerk in Engeland zo ver ontwikkeld dat Theodoros ook de laatste buitenlandse prelaat is geweest op de zetel van het centrale diocees. Het gebied was nu geen missiekerk meer, het was een landskerk geworden toen Theodoros in 690 stierf, in de ouderdom van 88 jaar. Geen bisschop voor hem had zoveel tot stand gebracht voor de intellectuele ontwikkeling vande clerus, en voor het samengaan van de elkaar bestrijdende angelsaksische dynastieën. Deze Griekse monnik, die niet in zijn bisschopskleding maar in monnikshabijt wenste begraven te worden, wordt daarom met recht gerekend onder de stichters van de Engelse Kerk en de Engelse natie, waarvan een eeuw eerder het zaad was uitgestrooid door de Romeinse monnik Augustinus.
De heilige Eustochius, bisschop van Tours, vanaf 444, tot hij na een werkzaam leven stierf in 461. Hij werd begraven nabij de heilige Maninus.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-273/
Gods genezing van een kreupele man door Paulus en Barnabas in Lystra
Het volk van Lystra brengt offergave aan de twee apostelen als goden, Paulus en Barnabas verzetten zich daartegen.
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - september
20 september
De heilige bisschop Meletios van Cyprus, die heel zijn leven onophoudelijk Gods woord verkondigde, en alles wat hij in handen kreeg aan de armen schonk. Hij is gestorven in vrede.
De heilige God-dragende Vader Johannes van Kreta. Reeds als jongen verliet hij zijn ouderlijk huis om in een verlaten gebied een leven te leiden van ontbering en gebed. Eerst vestigde hij zich in een grot van de Rhaxos-berg, waar hij een kerkje bouwde en monnik gewijd werd. Langzamerhand trok hij steeds hoger de berg op, terwijl zich ook leerlingen rond hem verzamelde en tenslotte bouwde hij een klooster op de top van de Myriokefalon.
Toen het leven daar was ingericht, trok hij weer verder op zijn langzame maar steeds durende zwerftocht. Bij elk oponthoud bouwde hij een kerk of stichtte hij een klooster. Toen Johannes het einde van zijn leven voorzag, sloot hij zich op in een kleine cel, geheel alleen, om de laatste ogenblikken van zijn leven uitsluitend met God te zijn. Na zijn dood ontstond hier een groot, aan zijn gedachtenis gewijd klooster. Hij leefde in de tweede helft van de 10e eeuw.
De heilige Eustachios (de goede aren dragende) was patriarch van Antiochië vanaf het jaar 325, en was een geharnast bestrijder van het arianisme, dat de persoon van Christus neerhaalde. Hij was een der grote figuren op het Concilie van Nicea en hij is om dit getuigenis in ballingschap gestorven in Thracië, in 337.
De heilige Agapetos I, paus van Rome, 535-536. Hij was een Romeinse priester van de kerk van de heilige Johannes en Paulos‚ zeer geliefd bij het volk om zijn heilig leven, en daarom, ondanks zijn hoge leeftijd, tot bisschop van Rome gekozen. De keizer, de heilige Justinianos, zond hem zijn persoonlijke geloofsbelijdenis, die door de paus als volkomen orthodox werd aanvaard. Tegelijk veroordeelde hij op verzoek van de keizer de kloostergemeenschap der akimieten, (de slapelozen), waar dag en nacht in afwisselende groepen de diensten gebeden werden tot een onophoudelijke lofzang voor God: de keizer vond hen aangetast door Nestorianisme, dus dat zij niet de wezenlijke godheid van Christus zouden belijden.
Daarna kwam er een gezantschap van Theodotos, de ariaanse Gothenkoning die Italië in zijn macht had, om te eisen dat de paus als zijn gezant naar Konstantinopel zou gaan. Want er waren geruchten dat de succesrijke veldheer Belisarios vanuit het overwonnen Afrika naar Italië gezonden zou worden. In dat geval zou Theodotos de Romeinse senaat uitmoorden en de stad van de aardbodem wegvagen. De oude bisschop vertrok in de winter naar Griekenland en werd door de keizer met de hoogste eer ontvangen.
Er ontstonden moeilijkheden over de bezetting van de patriarchale troon, maar toen Agapetos zich niet liet intimideren, koos de heilige Justinianos zijn zijde en benoemde een orthodoxe patriarch. Deze werd door de paus gewijd, doch de vermoeienissen waren te groot geweest. Kort daarna is Agapetos gestorven in 536. Er werden uitvaartdiensten gehouden met grote praal, maar het lichaam werd naar Rome teruggebracht om te rusten bij de voorgangers op de zetel van Petros. Zijn gedachtenis wordt ook gevierd op 17 april.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Artemidoros en Thalios, omgebracht met het zwaard; de maagd Candida, onder Maximiaan ten dode toe gegeseld te Carthago: Dionysios en Privatos in Frygië; Johannes van Egypte met nog 40 anderen, die onder Domitiaan ter dood zijn gebracht in Palestina, in het jaar 310; en Priscus, over het gehele lichaam met dolksteken doorboord tot hij stierf.
Eveneens op deze dag de heilige Clicerius‚ bisschop van Milaan; abdis Eusebia te Marseille, 8e eeuw; en de monnik Montanus, 5e eeuw.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
Heilige Oleg Romanowitsj, vorst van Briansk
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-274/
Paulus wordt tot de dood gestenigd door de joden
De heilige bisschop Meletios van Cyprus, die heel zijn leven onophoudelijk Gods woord verkondigde, en alles wat hij in handen kreeg aan de armen schonk. Hij is gestorven in vrede.
De heilige God-dragende Vader Johannes van Kreta. Reeds als jongen verliet hij zijn ouderlijk huis om in een verlaten gebied een leven te leiden van ontbering en gebed. Eerst vestigde hij zich in een grot van de Rhaxos-berg, waar hij een kerkje bouwde en monnik gewijd werd. Langzamerhand trok hij steeds hoger de berg op, terwijl zich ook leerlingen rond hem verzamelde en tenslotte bouwde hij een klooster op de top van de Myriokefalon.
Toen het leven daar was ingericht, trok hij weer verder op zijn langzame maar steeds durende zwerftocht. Bij elk oponthoud bouwde hij een kerk of stichtte hij een klooster. Toen Johannes het einde van zijn leven voorzag, sloot hij zich op in een kleine cel, geheel alleen, om de laatste ogenblikken van zijn leven uitsluitend met God te zijn. Na zijn dood ontstond hier een groot, aan zijn gedachtenis gewijd klooster. Hij leefde in de tweede helft van de 10e eeuw.
De heilige Eustachios (de goede aren dragende) was patriarch van Antiochië vanaf het jaar 325, en was een geharnast bestrijder van het arianisme, dat de persoon van Christus neerhaalde. Hij was een der grote figuren op het Concilie van Nicea en hij is om dit getuigenis in ballingschap gestorven in Thracië, in 337.
De heilige Agapetos I, paus van Rome, 535-536. Hij was een Romeinse priester van de kerk van de heilige Johannes en Paulos‚ zeer geliefd bij het volk om zijn heilig leven, en daarom, ondanks zijn hoge leeftijd, tot bisschop van Rome gekozen. De keizer, de heilige Justinianos, zond hem zijn persoonlijke geloofsbelijdenis, die door de paus als volkomen orthodox werd aanvaard. Tegelijk veroordeelde hij op verzoek van de keizer de kloostergemeenschap der akimieten, (de slapelozen), waar dag en nacht in afwisselende groepen de diensten gebeden werden tot een onophoudelijke lofzang voor God: de keizer vond hen aangetast door Nestorianisme, dus dat zij niet de wezenlijke godheid van Christus zouden belijden.
Daarna kwam er een gezantschap van Theodotos, de ariaanse Gothenkoning die Italië in zijn macht had, om te eisen dat de paus als zijn gezant naar Konstantinopel zou gaan. Want er waren geruchten dat de succesrijke veldheer Belisarios vanuit het overwonnen Afrika naar Italië gezonden zou worden. In dat geval zou Theodotos de Romeinse senaat uitmoorden en de stad van de aardbodem wegvagen. De oude bisschop vertrok in de winter naar Griekenland en werd door de keizer met de hoogste eer ontvangen.
Er ontstonden moeilijkheden over de bezetting van de patriarchale troon, maar toen Agapetos zich niet liet intimideren, koos de heilige Justinianos zijn zijde en benoemde een orthodoxe patriarch. Deze werd door de paus gewijd, doch de vermoeienissen waren te groot geweest. Kort daarna is Agapetos gestorven in 536. Er werden uitvaartdiensten gehouden met grote praal, maar het lichaam werd naar Rome teruggebracht om te rusten bij de voorgangers op de zetel van Petros. Zijn gedachtenis wordt ook gevierd op 17 april.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Artemidoros en Thalios, omgebracht met het zwaard; de maagd Candida, onder Maximiaan ten dode toe gegeseld te Carthago: Dionysios en Privatos in Frygië; Johannes van Egypte met nog 40 anderen, die onder Domitiaan ter dood zijn gebracht in Palestina, in het jaar 310; en Priscus, over het gehele lichaam met dolksteken doorboord tot hij stierf.
Eveneens op deze dag de heilige Clicerius‚ bisschop van Milaan; abdis Eusebia te Marseille, 8e eeuw; en de monnik Montanus, 5e eeuw.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
Heilige Oleg Romanowitsj, vorst van Briansk
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-274/
Paulus wordt tot de dood gestenigd door de joden
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - september
21 september
De heilige martelaar Kodratos, apostel uit de zeventig, bisschop van Athene. Om het succes van zijn evangelieprediking werd hij na allerlei folteringen uit de stad verjaagd. Hij vestigde zich toen in Magnesia. Na aanvankelijk succes werd hij gevangen gezet, en daar is hij de hongerdood gestorven in het jaar 117. De door hem tot keizer Hadrianus gerichte apologie bewerkte dat deze in het jaar 120 een edict uitvaardigde dat niemand veroordeeld mocht worden zonder een wettig bewijs van zijn schuld.
De heilige Demetrios (Dimitri), metropoliet van Rostov. Hij was de zoon van een kozak‚ werd geboren in 1651 in de buurt van Kiev, en studeerde op het college van Kiev, sprak vloeiend Latijn en kende ook Grieks. Daarbij studeerde hij ook rhetorica en hij werd een begaafd prediker. Hij had een poëtisch talent, en schreef gedichten en toneelstukken, zodat al spoedig de aandacht op hem gevestigd was.
Hij was nog geen 17 jaar oud toen hij monnik werd in het Kyrillos-klooster te Kiev, waar hij de naam Dimitri ontving. ln 1669 volgde zijn diakenwijding en in 1675 werd hij priestermonnik. De bisschop die hem wijdde hield hem toen meteen bij zich om te prediken in de kathedraal van Tsjernigov.
Weer twee jaar later ging hij een bezoek brengen aan Litauen, maar hield zich twee jaar op in Polen, waar hij de taal vloeiend leerde spreken en predikte voor een orthodoxe broederschap. Hij bekleedde nog bestuursposten in verschillende kloosters, doch telkens slechts tijdelijk. In 1683 werd hij door zijn vroegere leraar naar het Holen-klooster van Kiev geroepen om mee te werken aan het Menologion, de serie van Heiligenlevens voor elke dag van het kerkelijk jaar. Het werd zijn levenswerk gedurende 20 jaar. Het vierdelige werk was voltooid in 1705. Zijn talenkennis was natuurlijk een grote hulp om alle wetenschappelijke werken van zijn tijd te consulteren. De uitgave ging in het begin moeizaam. Het werk werd gezonden naar de patriarch in Moskou, en deze was ontevreden over het feit dat hij niet tevoren was geconsulteerd. Hij vond de gebruikte bronnen te rooms en wees ook op verschillende fouten. Demetrios ging toen naar Moskou en kon de zaak in het reine brengen. De volgende patriarch, Adriaan, stond vanaf het begin sympathiek tegenover het werk, en begreep het grote belang ervan voor de Kerk in Rusland.
Intussen was Demetrios hegoumen van het klooster in Baturin en van verschillende andere kloosters, het was een tijd van veelvuldige overplaatsingen naarmate ergens behoefte bestond aan een begaafde bestuurder. In 1701 werd hij metropoliet van Tobolsk en Siberië, maar getroffen door ziekte bleef hij meer dan een jaar in Moskou. Terwille van zijn boekwerk werd hij in Rostov geplaatst, waar hij toch ook volop zijn bisschoppelijke plichten waarnam: het bezoeken van de verschillende kerken van zijn diocees, en het onderricht aan de priesters. ln zijn paleis opende hij een school voor kinderen uit alle standen, waarvoor hij de onderwijzers uit Kiev haalde, maar waar hij zelf de administratie voerde en de geestelijke leiding verzorgde. Dat deed hij ook door het instuderen van toneelstukken met een geestelijk onderwerp. De financiële toestanden waren heel moeilijk, ook hijzelf had vaak gebrek aan het meest noodzakelijke, maar intussen wist hij zijn uitgave door te zetten. Daarin toonde hij zich niet alleen een groot geleerde, maar ook een van de grootste mannen van zijn tijd. Door de levendige stijl van zijn boeken, werden deze tot de meest geliefde volkslectuur en zij oefenden een grote invloed uit.
Nadat het Meneon voltooid was, nam hij nog verschillende uitgaven ter hand, maar zijn gezondheid ging nu sterk achteruit. ln oktober 1709 begon hij over zijn dood te spreken. Met veel pijn vierde hij het officie van de heilige groot-martelaar Demetrios van Thessalonika op de 26e oktober. De volgende dag vroeg hij het koor om de hymnen te zingen die hij zelf gecomponeerd had. Hij had nog een laatste gesprek met Sabbas, zijn cellenmonnik, en die hij met een grote metanie bedankte voor het vele schrijfwerk dat deze voor hem verricht had. De 28e werd hij in zijn cel gevonden, nog geknield in gebed, maar zijn ziel vertrokken naar het hemels vaderland. Een maand later werd hij begraven.
Na 40 jaar werd zijn lichaam onbedorven opgegraven, op de 21e september, en deze dag van de overbrenging van zijn relieken werd de datum van zijn kerkelijke gedachtenis. (Zijn gedachtenis wordt ook gevierd op 28 oktober.)
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-275/
Een 'Macedoniër' verschijnt in een visioen aan Paulus en vraagt hem zijn volk te helpen.
De heilige martelaar Kodratos, apostel uit de zeventig, bisschop van Athene. Om het succes van zijn evangelieprediking werd hij na allerlei folteringen uit de stad verjaagd. Hij vestigde zich toen in Magnesia. Na aanvankelijk succes werd hij gevangen gezet, en daar is hij de hongerdood gestorven in het jaar 117. De door hem tot keizer Hadrianus gerichte apologie bewerkte dat deze in het jaar 120 een edict uitvaardigde dat niemand veroordeeld mocht worden zonder een wettig bewijs van zijn schuld.
De heilige Demetrios (Dimitri), metropoliet van Rostov. Hij was de zoon van een kozak‚ werd geboren in 1651 in de buurt van Kiev, en studeerde op het college van Kiev, sprak vloeiend Latijn en kende ook Grieks. Daarbij studeerde hij ook rhetorica en hij werd een begaafd prediker. Hij had een poëtisch talent, en schreef gedichten en toneelstukken, zodat al spoedig de aandacht op hem gevestigd was.
Hij was nog geen 17 jaar oud toen hij monnik werd in het Kyrillos-klooster te Kiev, waar hij de naam Dimitri ontving. ln 1669 volgde zijn diakenwijding en in 1675 werd hij priestermonnik. De bisschop die hem wijdde hield hem toen meteen bij zich om te prediken in de kathedraal van Tsjernigov.
Weer twee jaar later ging hij een bezoek brengen aan Litauen, maar hield zich twee jaar op in Polen, waar hij de taal vloeiend leerde spreken en predikte voor een orthodoxe broederschap. Hij bekleedde nog bestuursposten in verschillende kloosters, doch telkens slechts tijdelijk. In 1683 werd hij door zijn vroegere leraar naar het Holen-klooster van Kiev geroepen om mee te werken aan het Menologion, de serie van Heiligenlevens voor elke dag van het kerkelijk jaar. Het werd zijn levenswerk gedurende 20 jaar. Het vierdelige werk was voltooid in 1705. Zijn talenkennis was natuurlijk een grote hulp om alle wetenschappelijke werken van zijn tijd te consulteren. De uitgave ging in het begin moeizaam. Het werk werd gezonden naar de patriarch in Moskou, en deze was ontevreden over het feit dat hij niet tevoren was geconsulteerd. Hij vond de gebruikte bronnen te rooms en wees ook op verschillende fouten. Demetrios ging toen naar Moskou en kon de zaak in het reine brengen. De volgende patriarch, Adriaan, stond vanaf het begin sympathiek tegenover het werk, en begreep het grote belang ervan voor de Kerk in Rusland.
Intussen was Demetrios hegoumen van het klooster in Baturin en van verschillende andere kloosters, het was een tijd van veelvuldige overplaatsingen naarmate ergens behoefte bestond aan een begaafde bestuurder. In 1701 werd hij metropoliet van Tobolsk en Siberië, maar getroffen door ziekte bleef hij meer dan een jaar in Moskou. Terwille van zijn boekwerk werd hij in Rostov geplaatst, waar hij toch ook volop zijn bisschoppelijke plichten waarnam: het bezoeken van de verschillende kerken van zijn diocees, en het onderricht aan de priesters. ln zijn paleis opende hij een school voor kinderen uit alle standen, waarvoor hij de onderwijzers uit Kiev haalde, maar waar hij zelf de administratie voerde en de geestelijke leiding verzorgde. Dat deed hij ook door het instuderen van toneelstukken met een geestelijk onderwerp. De financiële toestanden waren heel moeilijk, ook hijzelf had vaak gebrek aan het meest noodzakelijke, maar intussen wist hij zijn uitgave door te zetten. Daarin toonde hij zich niet alleen een groot geleerde, maar ook een van de grootste mannen van zijn tijd. Door de levendige stijl van zijn boeken, werden deze tot de meest geliefde volkslectuur en zij oefenden een grote invloed uit.
Nadat het Meneon voltooid was, nam hij nog verschillende uitgaven ter hand, maar zijn gezondheid ging nu sterk achteruit. ln oktober 1709 begon hij over zijn dood te spreken. Met veel pijn vierde hij het officie van de heilige groot-martelaar Demetrios van Thessalonika op de 26e oktober. De volgende dag vroeg hij het koor om de hymnen te zingen die hij zelf gecomponeerd had. Hij had nog een laatste gesprek met Sabbas, zijn cellenmonnik, en die hij met een grote metanie bedankte voor het vele schrijfwerk dat deze voor hem verricht had. De 28e werd hij in zijn cel gevonden, nog geknield in gebed, maar zijn ziel vertrokken naar het hemels vaderland. Een maand later werd hij begraven.
Na 40 jaar werd zijn lichaam onbedorven opgegraven, op de 21e september, en deze dag van de overbrenging van zijn relieken werd de datum van zijn kerkelijke gedachtenis. (Zijn gedachtenis wordt ook gevierd op 28 oktober.)
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-275/
Een 'Macedoniër' verschijnt in een visioen aan Paulus en vraagt hem zijn volk te helpen.
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - september
22 september
De heilige Petros de tollenaar was hoofd-ontvanger en tegelijk brood-leverancier in Afrika tijdens de regering van keizer Justinianos. Hij was rijk, en zo hardvochtig dat het onder de armen als spreekwoord gold dat nog nooit iemand iets van hem gekregen had. Toen dit feit onder een groep bedelaars ter sprake kwam, sloot een van hen een weddenschap af dat hij toch iets van hem zou loskrijgen. Hij liep achter Petros aan toen deze brood ging bezorgen aan de kazerne, en hij viel hem zo lastig met het vragen van een aalmoes dat Petros, die zo gauw geen stok of steen bij de hand had, hem een hard brood naar het hoofd smeet. Dat kon die toen vol trots tonen als een gift van de hardvochtige Petros.
Toen Petros kort daarna ziek was, droomde hij voor de hemelse Rechter te staan, Die zijn daden in de weegschaal afwoog. Diep zonk de schaal met slechte daden omlaag, en zijn lot scheen beslist. Maar toen klonk een stem: “Leg het brood, dat de arme van hem gekregen heeft, in de schaal”. En terstond sloeg de balans door naar de zijde van de goede daden.
Deze droom maakte diepe indruk op Petros. Hij werd weer beter en vroeg zich toen af: “Als dat in woede toegeworpen brood zoveel zwaarder woog dan al mijn slechte daden, wat moet een vrijwillige gave dan wel niet waard zijn?” Vanaf dat ogenblik werd hij door milddadigheid een volkomen ander mens.
Aan een bijna naakte schipbreukeling schonk hij eens zijn kostbare jas. Toevallig zag hij later op de markt hoe die man de jas voor geld verkocht, en hij werd bedroefd omdat zijn gave God niet welgevallig was geweest. Maar toen zag hij in een droom hoe Christus Zelf die jas had aangedaan.
Nu kwam er geen einde meer aan zijn lust tot schenken: alles gaf hij weg, zijn slaven liet hij vrij, en hij verkocht zichzelf als slaaf om nog een laatste aalmoes te kunnen geven.
Hij werd gekocht door een christen in Jeruzalem, waar hij vol ijver en deemoed zijn slavenplichten vervulde. Zijn eigenaar kreeg ontzag voor hem en bood hem de vrijheid aan, maar Petros weigerde. Doch toen een gast uit Alexandrië de vroegere tolbeambte herkende en zijn lof begon te verkondigen, vluchtte hij weg en is verder volkomen onbekend gebleven, omdat hij niet de beloning van zijn inspanning in de waagschaal wilde stellen. Zijn levensverhaal werd geschreven door de heilige Joannes de Barmhartige, patriarch van Alexandrië. Zijn gedachtenis wordt eveneens gevierd op 20 januari.
De heilige Kosmas, Eremiet van Zografou op de Athos. Hij was monnik van dit Bulgaarse Athos-klooster, maar na een openbaring door de wonderdadige icoon van de heilige Moeder Gods ‘Zij-die-verhoort’, leefde hij verder als kluizenaar in een spelonk van de Athos-woestijn. Hij is gestorven in 1323.
De heilige Emmeraam, bisschop en patroonheilige van Ratisbon, gedood in 652. Hij was afkomstig uit Poitiers en als missionaris naar Beieren getrokken om te werken onder de heidense Avaren. Hertog Theotto van Beieren overtuigde hem van de onmogelijkheid om vandaar tot de Hongaarse Avaren door te dringen, door de onophoudelijke conflicten die heel het grensgebied in oorlogstoestand hielden. Emmeraam bleef daarom in Ratisbon en besteedde zijn werkkracht aan de inheemse bevolking.
Na drie jaar nam hij verlof om in Rome zijn studies te voleindigen. Terwijl hij op reis was, bleek de dochter van de hertog zwanger te zijn. Om haar minnaar te sparen, schoof zij de schuld op de bisschop, die naar haar mening veilig in Italië was. Maar haar woedende broer achtervolgde Emmeraam en haalde hem in nog voor hij de grens bereikt had. Hij overviel hem, bond hem op een ladder, sneed al zijn ledematen af en liet hem zo sterven. De moordenaar werd later in ballingschap gezonden en het lichaam van Emmeraam, wiens onschuld intussen gebleken was, werd naar Ratisbon gehaald.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-276/
De prediking van Paulus in Filippi, Lydia wordt gedoopt.
De heilige Petros de tollenaar was hoofd-ontvanger en tegelijk brood-leverancier in Afrika tijdens de regering van keizer Justinianos. Hij was rijk, en zo hardvochtig dat het onder de armen als spreekwoord gold dat nog nooit iemand iets van hem gekregen had. Toen dit feit onder een groep bedelaars ter sprake kwam, sloot een van hen een weddenschap af dat hij toch iets van hem zou loskrijgen. Hij liep achter Petros aan toen deze brood ging bezorgen aan de kazerne, en hij viel hem zo lastig met het vragen van een aalmoes dat Petros, die zo gauw geen stok of steen bij de hand had, hem een hard brood naar het hoofd smeet. Dat kon die toen vol trots tonen als een gift van de hardvochtige Petros.
Toen Petros kort daarna ziek was, droomde hij voor de hemelse Rechter te staan, Die zijn daden in de weegschaal afwoog. Diep zonk de schaal met slechte daden omlaag, en zijn lot scheen beslist. Maar toen klonk een stem: “Leg het brood, dat de arme van hem gekregen heeft, in de schaal”. En terstond sloeg de balans door naar de zijde van de goede daden.
Deze droom maakte diepe indruk op Petros. Hij werd weer beter en vroeg zich toen af: “Als dat in woede toegeworpen brood zoveel zwaarder woog dan al mijn slechte daden, wat moet een vrijwillige gave dan wel niet waard zijn?” Vanaf dat ogenblik werd hij door milddadigheid een volkomen ander mens.
Aan een bijna naakte schipbreukeling schonk hij eens zijn kostbare jas. Toevallig zag hij later op de markt hoe die man de jas voor geld verkocht, en hij werd bedroefd omdat zijn gave God niet welgevallig was geweest. Maar toen zag hij in een droom hoe Christus Zelf die jas had aangedaan.
Nu kwam er geen einde meer aan zijn lust tot schenken: alles gaf hij weg, zijn slaven liet hij vrij, en hij verkocht zichzelf als slaaf om nog een laatste aalmoes te kunnen geven.
Hij werd gekocht door een christen in Jeruzalem, waar hij vol ijver en deemoed zijn slavenplichten vervulde. Zijn eigenaar kreeg ontzag voor hem en bood hem de vrijheid aan, maar Petros weigerde. Doch toen een gast uit Alexandrië de vroegere tolbeambte herkende en zijn lof begon te verkondigen, vluchtte hij weg en is verder volkomen onbekend gebleven, omdat hij niet de beloning van zijn inspanning in de waagschaal wilde stellen. Zijn levensverhaal werd geschreven door de heilige Joannes de Barmhartige, patriarch van Alexandrië. Zijn gedachtenis wordt eveneens gevierd op 20 januari.
De heilige Kosmas, Eremiet van Zografou op de Athos. Hij was monnik van dit Bulgaarse Athos-klooster, maar na een openbaring door de wonderdadige icoon van de heilige Moeder Gods ‘Zij-die-verhoort’, leefde hij verder als kluizenaar in een spelonk van de Athos-woestijn. Hij is gestorven in 1323.
De heilige Emmeraam, bisschop en patroonheilige van Ratisbon, gedood in 652. Hij was afkomstig uit Poitiers en als missionaris naar Beieren getrokken om te werken onder de heidense Avaren. Hertog Theotto van Beieren overtuigde hem van de onmogelijkheid om vandaar tot de Hongaarse Avaren door te dringen, door de onophoudelijke conflicten die heel het grensgebied in oorlogstoestand hielden. Emmeraam bleef daarom in Ratisbon en besteedde zijn werkkracht aan de inheemse bevolking.
Na drie jaar nam hij verlof om in Rome zijn studies te voleindigen. Terwijl hij op reis was, bleek de dochter van de hertog zwanger te zijn. Om haar minnaar te sparen, schoof zij de schuld op de bisschop, die naar haar mening veilig in Italië was. Maar haar woedende broer achtervolgde Emmeraam en haalde hem in nog voor hij de grens bereikt had. Hij overviel hem, bond hem op een ladder, sneed al zijn ledematen af en liet hem zo sterven. De moordenaar werd later in ballingschap gezonden en het lichaam van Emmeraam, wiens onschuld intussen gebleken was, werd naar Ratisbon gehaald.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-276/
De prediking van Paulus in Filippi, Lydia wordt gedoopt.
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - september
23 september
De heilige Liberius, paus van Rome, 352-366. Zijn bestuur omvat een uiterst moeilijke periode voor de Kerk onder het bewind van een ariaanse keizer die met geweld het arianisme in de Kerk wilde invoeren. Het was ook de tijd waarin de grote Athanasios telkens in verbanning moest gaan. Ook Liberius werd naar het onherbergzame Thracië gezonden. Na twee jaar in deze ongelukkige omgeving, verstoken van alle hulp, stemde Liberius toe in een halfslachtig semi-ariaanse geloofsbelijdenis, en veroordeelde Athanasios. Daarop mocht hij naar Rome terugkeren, waar zijn val nog niet bekend was gemaakt, ene waar hij in triomf werd ingehaald.
Er volgt nu een onduidelijke periode, vol strijd en bloedvergieten, tot in de kerken toe. Maar in 362 kwam Liberius van zijn dwaling terug en schreef aan Athanasios die toen in Alexandrië was teruggekeerd, dat hij ten volle zijn orthodoxie erkende. Aan de bisschoppen in Italië schreef hij dat er boete gedaan moest worden voor de in onervarenheid begane fouten. En dat in overeenstemming met Griekenland en Egypte het Credo van Nicea als het ware paspoort van de Kerk moest worden erkend. En in het laatste jaar van zijn leven vroeg ook een grote groep van semi-ariaanse bisschoppen zijn bescherming om tot eenzelfde besluit te komen. Zo kwam hij in 366 nog in een zekere rust aan het einde van zijn leven dat zo dicht bij een mislukking was geweest.
Zijn gedachtenis wordt ook gevierd op 27 augustus.
De heilige martelaar Linus, bisschop van Rome, ter dood gebracht in 67. Hij wordt genoemd in een brief van de apostel (2 Tim.4:24) en de heilige Ireneos noemt hem de eerste bisschop van Rome. Hij is waarschijnlijk aangewezen door de heilige Paulos voor de christenen uit de heidenen, terwijl de eveneens genoemde Cletus (of Clemens) voor Petros de bisschop over de joodse christenen was. Over de duur van zijn episcopaat zijn geen sluitende gegevens te achterhalen. Het meest waarschijnlijk is dat zijn bestuur 11 jaar duurde, van 65 tot 76, en dat hij toen de marteldood gestorven is.
De heilige martelaar Paxentius waarschijnlijk een leerling van de heilige Dionysios, legde zijn getuigenis af gedurende de eerste tijd van het christendom in Frankrijk, in de streek bij Parijs.
De heilige Adamnan, abt van Raphoe in Ierland, waar hij ook gestorven is in 704, tachtig jaar oud. Hij was zijn monastiek leven begonnen in het beroemde klooster van de heilige Columba op Iona, die langs grootvaders zijde nog familie was, en werd zelf tot negende abt van dit monniken- eiland gekozen in 679. Als vriend van de koning werd hij in 688 naar Northumbrië gezonden om voorspraak te zijn van de Ierse krijgsgevangenen. Tijdens zijn verblijf aldaar werd hij bekeerd tot de Romeinse gebruiken betreffende de paasdatum en de monniken-tonsuur. In zijn eigen klooster op Iona kon hij daarmee niet veel bereiken; hij had meer succes in Ierland zelf. In 704 deed hij weer een poging op Iona, maar hij stierf voor de beslissende viering van Pasen.
Adamnan werd geroemd om zijn goedheid en deemoed, en om zijn diepgaande kennis van de Heilige Schrift. Onder zijn geschriften was van bijzonder belang een levendige beschrijving van het Heilige Land, die voor velen de stimulans is geweest om de bedevaart te ondernemen die van zo grote invloed is geweest‚ voor de ontwikkeling van de Kerk in West-Europa. Van zijn hand stamt ook een levensbeschrijving van de heilige Columba, die hij in 688 schreef op het eiland Iona, en die ook vele malen in het Engels is vertaald.
Bekend is ook de naar hem genoemde wet van 697, die de bescherming regelde van vrouwen, kinderen en geestelijken, in het bijzonder in oorlogstijd. Zelf was hij er altijd op uit om de vrede tot stand te brengen tussen twistende stammen.
Ook nog op deze dag de heilige martelares Rhaïs te Alexandrië (zie 5 september).
De heilige martelaar Johannes uit Konitsa (Epiros).
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-277/
Demonuitdrijving uit de dienstmeisje-waarzegster in Filippi door Paulus en Silas
De heilige Liberius, paus van Rome, 352-366. Zijn bestuur omvat een uiterst moeilijke periode voor de Kerk onder het bewind van een ariaanse keizer die met geweld het arianisme in de Kerk wilde invoeren. Het was ook de tijd waarin de grote Athanasios telkens in verbanning moest gaan. Ook Liberius werd naar het onherbergzame Thracië gezonden. Na twee jaar in deze ongelukkige omgeving, verstoken van alle hulp, stemde Liberius toe in een halfslachtig semi-ariaanse geloofsbelijdenis, en veroordeelde Athanasios. Daarop mocht hij naar Rome terugkeren, waar zijn val nog niet bekend was gemaakt, ene waar hij in triomf werd ingehaald.
Er volgt nu een onduidelijke periode, vol strijd en bloedvergieten, tot in de kerken toe. Maar in 362 kwam Liberius van zijn dwaling terug en schreef aan Athanasios die toen in Alexandrië was teruggekeerd, dat hij ten volle zijn orthodoxie erkende. Aan de bisschoppen in Italië schreef hij dat er boete gedaan moest worden voor de in onervarenheid begane fouten. En dat in overeenstemming met Griekenland en Egypte het Credo van Nicea als het ware paspoort van de Kerk moest worden erkend. En in het laatste jaar van zijn leven vroeg ook een grote groep van semi-ariaanse bisschoppen zijn bescherming om tot eenzelfde besluit te komen. Zo kwam hij in 366 nog in een zekere rust aan het einde van zijn leven dat zo dicht bij een mislukking was geweest.
Zijn gedachtenis wordt ook gevierd op 27 augustus.
De heilige martelaar Linus, bisschop van Rome, ter dood gebracht in 67. Hij wordt genoemd in een brief van de apostel (2 Tim.4:24) en de heilige Ireneos noemt hem de eerste bisschop van Rome. Hij is waarschijnlijk aangewezen door de heilige Paulos voor de christenen uit de heidenen, terwijl de eveneens genoemde Cletus (of Clemens) voor Petros de bisschop over de joodse christenen was. Over de duur van zijn episcopaat zijn geen sluitende gegevens te achterhalen. Het meest waarschijnlijk is dat zijn bestuur 11 jaar duurde, van 65 tot 76, en dat hij toen de marteldood gestorven is.
De heilige martelaar Paxentius waarschijnlijk een leerling van de heilige Dionysios, legde zijn getuigenis af gedurende de eerste tijd van het christendom in Frankrijk, in de streek bij Parijs.
De heilige Adamnan, abt van Raphoe in Ierland, waar hij ook gestorven is in 704, tachtig jaar oud. Hij was zijn monastiek leven begonnen in het beroemde klooster van de heilige Columba op Iona, die langs grootvaders zijde nog familie was, en werd zelf tot negende abt van dit monniken- eiland gekozen in 679. Als vriend van de koning werd hij in 688 naar Northumbrië gezonden om voorspraak te zijn van de Ierse krijgsgevangenen. Tijdens zijn verblijf aldaar werd hij bekeerd tot de Romeinse gebruiken betreffende de paasdatum en de monniken-tonsuur. In zijn eigen klooster op Iona kon hij daarmee niet veel bereiken; hij had meer succes in Ierland zelf. In 704 deed hij weer een poging op Iona, maar hij stierf voor de beslissende viering van Pasen.
Adamnan werd geroemd om zijn goedheid en deemoed, en om zijn diepgaande kennis van de Heilige Schrift. Onder zijn geschriften was van bijzonder belang een levendige beschrijving van het Heilige Land, die voor velen de stimulans is geweest om de bedevaart te ondernemen die van zo grote invloed is geweest‚ voor de ontwikkeling van de Kerk in West-Europa. Van zijn hand stamt ook een levensbeschrijving van de heilige Columba, die hij in 688 schreef op het eiland Iona, en die ook vele malen in het Engels is vertaald.
Bekend is ook de naar hem genoemde wet van 697, die de bescherming regelde van vrouwen, kinderen en geestelijken, in het bijzonder in oorlogstijd. Zelf was hij er altijd op uit om de vrede tot stand te brengen tussen twistende stammen.
Ook nog op deze dag de heilige martelares Rhaïs te Alexandrië (zie 5 september).
De heilige martelaar Johannes uit Konitsa (Epiros).
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-277/
Demonuitdrijving uit de dienstmeisje-waarzegster in Filippi door Paulus en Silas
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - september
24 september
De heilige martelaar Gerardus, bisschop van Chonad in Hongarije. Hij was afkomstig uit Venetië, waar hij al jong monnik was geworden, en zich op bijzondere wijze toelegde op het ononderbroken gebed, en een opmerkelijke aanleg voor de studie toonde. Na enkele jaren vroeg hij verlof om een pelgrimsreis te maken naar het heilige Graf in Jeruzalem. Het schip waarmee hij reisde, werd door slecht weer gedwongen te landen aan de Dalmatische kust. Daar kwam hij in aanraking met een Hongaarse abt, die hem inviteerde met hem mee te gaan naar zijn land. Daar werd hij ook geïntroduceerd aan het hof. Koning Stefanos herkende bij hun ontmoeting een verwante ziel en drong er bij hem op aan in het land te blijven en mee te werken aan de bekering van het volk.
Gerardus liet zich in zekere mate overhalen. Hij weigerde aan het hof te komen, ofschoon hij als leraar optrad voor de prins, maar in 1030 bouwde hij toch een cel in het woeste gebied van Be-el. Daar leefde hij 7 jaar. en hij kreeg gezelschap van een medebroeder‚ Maurus. Toen koning Stefanos de politieke moeilijkheden had overwonnen en er vrede heerste in zijn rijk, haalde hij Gerardus uit zijn kluis en hij zorgde dat hij bisschop werd van het nog grotendeels heidense Chonad. Maar ook de aanwezige christenen waren nog grotendeels onwetend, zodat hij begon met hen te onderrichten in het geloof. Hij trok geregeld te voet door zijn uitgestrekt diocees, om zoveel mogelijk in aanraking te komen met de mensen. Wanneer de vermoeienissen hem totaal overmanden, reisde hij door onbevolkte streken op een ezel of in een wagen, waarbij hij zich wijdde aan geestelijke lectuur en meditatie.
Waar hij kwam deed hij de plechtige bisschopsdiensten, om de aandacht te vangen van het volk, maar de meeste stichting ging toch uit van de indrukwekkende heiligheid van zijn persoon: zo deemoedig, bescheiden en in alle opzichten verstorven, zodat hij in alle omstandigheden meester bleef over zichzelf. Overdag volbracht hij de functies van zijn ambt, de nacht besteedde hij aan gebed, maar ook aan liefderijke zorg voor de armen en zieken, die hij op tedere wijze bijstond. Lijders aan melaatsheid en afstotelijke ziekten, nam hij mee naar zijn kamer, waar hij hen verbond en in zijn bed liet slapen. Op verschillende plaatsen in zijn diocees bouwde hij cellen buiten de stad, waar hij dan in de eenzaamheid verbleef tijdens zijn reizen. Hij zei dat hij dan beter kon rusten, maar hij besteedde de tijd dan des te intensiever aan het gebed. Onder zijn gewaden droeg hij een haren boetekleed. Na de dood van koning Stefanos kwam het heidendom weer aan het bewind, en Gerardus werd met drie andere bisschoppen gedood toen zij op weg waren naar de nieuwe vorst, op deze dag in het jaar 1046.
De heilige Solinius (Souleine), bisschop van Chartres, tegen het einde van de 5e eeuw. Toen er sprake van was dat hij gekozen zou worden, sloeg hij op de vlucht en hij verborg zich zo goed, dat de gelovigen er niet in slaagden hem te vinden. Toen werd de heilige Aventinus gekozen in zijn plaats. Solinius achtte het toen veilig weer te voorschijn te komen, maar werd toen toch gegrepen en gewijd, met volle instemming van Aventinus, die hulpbisschop werd voor de Dunois-streek. Solinius volbracht op heilige wijze de verplichtingen van zijn ambt tot hij stierf in 509.
De heilige priester Andochos, de diaken Thyrsos en de leek Felix waren door de heilige Polykarpos, bisschop van Smyrna, naar Gallië gezonden om daar het Evangelie te prediken. Zij werden te Seaulieu gearresteerd en na wrede folteringen onthoofd in 169.
De heilige Geremar (Germer), abt van Flay, gestorven in 658. Hij was van edele geboorte in de buurt van Beauvais en kwam aan het hof van koning Dagobert l. Daar huwde hij Domana, en zij kregen twee dochters en een zoon. Intussen sloot hij warme vriendschap met de heilige Ouen van Rouen, en op diens raad droeg hij, toen zijn zoon volwassen werd, zijn bezittingen aan hem over, stichtte een klooster te Vardes, en trad zelf in de abdij van Pentale aan de Seine. Het duurde niet lang of hij werd daar tot abt gekozen. Hij voerde een strikt bestuur en dat viel slecht bij sommige monniken, die aan een laks bewind gewend waren. De gemoederen raakten zo verhit dat er zelfs een moordaanslag op de nieuwe abt op touw werd gezet.
Hevig teleurgesteld verliet Geremar de abdij, zonder een reden op te geven voor zijn vertrek, om geen opschudding te verwekken. Hij vond een leefbare grot en vestigde zich daar. Niet lang daarna kreeg hij bericht dat zijn zoon plotseling gestorven was, en hij dankte God dat zijn kind reeds nu de eeuwige heerlijkheid mocht aanschouwen. Hij ging naar de begrafenis, die bijgewoond werd door de koning en zijn hofhouding, en bracht het lichaam naar het klooster van l’Isle.
Nu had hij weer te beschikken over een groot vermogen en hij wilde dat besteden in de dienst van God. Weer op raad van de heilige Ouen bouwde hij een grootse abdij te Flay, in het woud van Bray‚ aan de Epte: de plaats die nu Saint-Germere heet. Geremar werd daar de abt en is gestorven als een heilige.
De heilige Erinchard, prior van Fontenelle. Ondanks het slechte gedrag van de toenmalige abt, wist Erinchard de trouw aan de Regel in de abdij te bewaren, en tevens de gebouwen te herstellen die in slechte staat verkeerden. Hij is gestorven in 739.
Eveneens op deze dag de heilige Abraämios (Abraham) van Mirosjk, naar de rivier waar hij het klooster van de heilige Verlosser had gesticht, gestorven in 1158; Anathalon, bisschop van Milaan, opvolger van de heilige apostel Barnabas‚ gestorven te Brescia; Anna, een maagd in de 6e eeuw; en Rusticus (Rotiri), bisschop van Auvergne vanaf 424 tot aan de onbekende datum van zijn dood.
Heilige Silouan de Athoniet
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-278/
mishandeling en arrestatie van Paulus en Silas in Filippi
De heilige martelaar Gerardus, bisschop van Chonad in Hongarije. Hij was afkomstig uit Venetië, waar hij al jong monnik was geworden, en zich op bijzondere wijze toelegde op het ononderbroken gebed, en een opmerkelijke aanleg voor de studie toonde. Na enkele jaren vroeg hij verlof om een pelgrimsreis te maken naar het heilige Graf in Jeruzalem. Het schip waarmee hij reisde, werd door slecht weer gedwongen te landen aan de Dalmatische kust. Daar kwam hij in aanraking met een Hongaarse abt, die hem inviteerde met hem mee te gaan naar zijn land. Daar werd hij ook geïntroduceerd aan het hof. Koning Stefanos herkende bij hun ontmoeting een verwante ziel en drong er bij hem op aan in het land te blijven en mee te werken aan de bekering van het volk.
Gerardus liet zich in zekere mate overhalen. Hij weigerde aan het hof te komen, ofschoon hij als leraar optrad voor de prins, maar in 1030 bouwde hij toch een cel in het woeste gebied van Be-el. Daar leefde hij 7 jaar. en hij kreeg gezelschap van een medebroeder‚ Maurus. Toen koning Stefanos de politieke moeilijkheden had overwonnen en er vrede heerste in zijn rijk, haalde hij Gerardus uit zijn kluis en hij zorgde dat hij bisschop werd van het nog grotendeels heidense Chonad. Maar ook de aanwezige christenen waren nog grotendeels onwetend, zodat hij begon met hen te onderrichten in het geloof. Hij trok geregeld te voet door zijn uitgestrekt diocees, om zoveel mogelijk in aanraking te komen met de mensen. Wanneer de vermoeienissen hem totaal overmanden, reisde hij door onbevolkte streken op een ezel of in een wagen, waarbij hij zich wijdde aan geestelijke lectuur en meditatie.
Waar hij kwam deed hij de plechtige bisschopsdiensten, om de aandacht te vangen van het volk, maar de meeste stichting ging toch uit van de indrukwekkende heiligheid van zijn persoon: zo deemoedig, bescheiden en in alle opzichten verstorven, zodat hij in alle omstandigheden meester bleef over zichzelf. Overdag volbracht hij de functies van zijn ambt, de nacht besteedde hij aan gebed, maar ook aan liefderijke zorg voor de armen en zieken, die hij op tedere wijze bijstond. Lijders aan melaatsheid en afstotelijke ziekten, nam hij mee naar zijn kamer, waar hij hen verbond en in zijn bed liet slapen. Op verschillende plaatsen in zijn diocees bouwde hij cellen buiten de stad, waar hij dan in de eenzaamheid verbleef tijdens zijn reizen. Hij zei dat hij dan beter kon rusten, maar hij besteedde de tijd dan des te intensiever aan het gebed. Onder zijn gewaden droeg hij een haren boetekleed. Na de dood van koning Stefanos kwam het heidendom weer aan het bewind, en Gerardus werd met drie andere bisschoppen gedood toen zij op weg waren naar de nieuwe vorst, op deze dag in het jaar 1046.
De heilige Solinius (Souleine), bisschop van Chartres, tegen het einde van de 5e eeuw. Toen er sprake van was dat hij gekozen zou worden, sloeg hij op de vlucht en hij verborg zich zo goed, dat de gelovigen er niet in slaagden hem te vinden. Toen werd de heilige Aventinus gekozen in zijn plaats. Solinius achtte het toen veilig weer te voorschijn te komen, maar werd toen toch gegrepen en gewijd, met volle instemming van Aventinus, die hulpbisschop werd voor de Dunois-streek. Solinius volbracht op heilige wijze de verplichtingen van zijn ambt tot hij stierf in 509.
De heilige priester Andochos, de diaken Thyrsos en de leek Felix waren door de heilige Polykarpos, bisschop van Smyrna, naar Gallië gezonden om daar het Evangelie te prediken. Zij werden te Seaulieu gearresteerd en na wrede folteringen onthoofd in 169.
De heilige Geremar (Germer), abt van Flay, gestorven in 658. Hij was van edele geboorte in de buurt van Beauvais en kwam aan het hof van koning Dagobert l. Daar huwde hij Domana, en zij kregen twee dochters en een zoon. Intussen sloot hij warme vriendschap met de heilige Ouen van Rouen, en op diens raad droeg hij, toen zijn zoon volwassen werd, zijn bezittingen aan hem over, stichtte een klooster te Vardes, en trad zelf in de abdij van Pentale aan de Seine. Het duurde niet lang of hij werd daar tot abt gekozen. Hij voerde een strikt bestuur en dat viel slecht bij sommige monniken, die aan een laks bewind gewend waren. De gemoederen raakten zo verhit dat er zelfs een moordaanslag op de nieuwe abt op touw werd gezet.
Hevig teleurgesteld verliet Geremar de abdij, zonder een reden op te geven voor zijn vertrek, om geen opschudding te verwekken. Hij vond een leefbare grot en vestigde zich daar. Niet lang daarna kreeg hij bericht dat zijn zoon plotseling gestorven was, en hij dankte God dat zijn kind reeds nu de eeuwige heerlijkheid mocht aanschouwen. Hij ging naar de begrafenis, die bijgewoond werd door de koning en zijn hofhouding, en bracht het lichaam naar het klooster van l’Isle.
Nu had hij weer te beschikken over een groot vermogen en hij wilde dat besteden in de dienst van God. Weer op raad van de heilige Ouen bouwde hij een grootse abdij te Flay, in het woud van Bray‚ aan de Epte: de plaats die nu Saint-Germere heet. Geremar werd daar de abt en is gestorven als een heilige.
De heilige Erinchard, prior van Fontenelle. Ondanks het slechte gedrag van de toenmalige abt, wist Erinchard de trouw aan de Regel in de abdij te bewaren, en tevens de gebouwen te herstellen die in slechte staat verkeerden. Hij is gestorven in 739.
Eveneens op deze dag de heilige Abraämios (Abraham) van Mirosjk, naar de rivier waar hij het klooster van de heilige Verlosser had gesticht, gestorven in 1158; Anathalon, bisschop van Milaan, opvolger van de heilige apostel Barnabas‚ gestorven te Brescia; Anna, een maagd in de 6e eeuw; en Rusticus (Rotiri), bisschop van Auvergne vanaf 424 tot aan de onbekende datum van zijn dood.
Heilige Silouan de Athoniet
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-278/
mishandeling en arrestatie van Paulus en Silas in Filippi
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - september
25 september
De heilige Sergios van Radonesj, een van de meest geliefde Russische heiligen. Hij was geboren nabij Rostov in het jaar 1313. Zijn doopnaam was Bartholomeos, en als kind kon hij slecht leren, terwijl zijn beide broers veel knapper waren. Smekend bad hij dagelijks dat hij toch ook verstand zou krijgen. Eens had zijn vader hem uitgestuurd met een opdracht, en onderweg ontmoette hij een oude monnik die stond te bidden onder een boom. De jongen was gefascineerd, maakte een buiging en bleef staan wachten tot de monnik zijn gebed beëindigd had. Deze zag in zichzelf de toekomstige grootheid van dit kind. Hij riep hem bij zich, omhelsde hem en vroeg wat hij wilde. De jongen barstte uit dat hij niets liever wilde dan kunnen lezen en schrijven, en hij smeekte de monnik daarvoor voor hem te bidden. Toen hief deze zijn ogen en handen omhoog in gebed, zuchtte, bad en besloot met “Amen”. Vervolgens pakte hij eerbiedig een tasje dat hij aan zijn riem had, nam er een stukje prosfora uit, en gaf het de jongen te eten, met de woorden: “Eet dit, kind, als teken van Gods genadegave voor het verstaan van de Heilige Schrift. En proef hoe zoet dat is”. En het kind antwoordde met het psalmvers: “Hoe zoet is Uw woord voor mijn gehemelte, zoeter dan honing in mijn mond”. De monnik bevestigde dit en sprak ernstig met hem over geestelijke zaken.
Bartholomeos smeekte hem mee te komen naar zijn huis, waar hij gastvrij zou worden ontvangen. Hij ging dus mee en werd eerbiedig begroet. De ouders nodigden hem aan tafel maar hij zei dat ze eerst samen zouden bidden. Zij gingen dus naar de iconenhoek; de monnik zei het openingsgebed en vroeg Bartholomeos de psalmen te lezen. De jongen zei dat hij niet kon lezen, maar de ander drong aan en gaf hem de zegen. Toen las de jongen met uitstekende klemtonen, of hij nooit iets anders gedaan had, en van dit ogenblik af kon hij alles lezen, zodat allen God verheerlijkten. De monnik zei nog dat deze jongen groot zou zijn voor God en de mensen, dat hij een geestelijk leidsman zou worden, dat hij een woonplaats zou zijn van de heilige Drie-eenheid. Toen verdween hij uit hun ogen zodat men zei dat het een engel was geweest. Van nu af bleek welk een briljant verstand Bartholomeos bezat, en zijn studieresultaten overtroffen die van al zijn leeftijdsgenoten.
De jongen leidde een ingetogen leven, en hij was nog geen 12 jaar oud toen hij streng begon te vasten, tot verontrusting van zijn ouders, maar hij wist hen gerust te stellen. In deze tijd verhuisde het gezin ook naar Radonesj. Zijn broers stichtten een gezin, maar Bartholomeos wilde monnik worden. De ouders waren intussen oud en zwak geworden en zij smeekten dat hij bij hen zou blijven om voor hen te zorgen. Dit deed hij tot zij in hun laatste jaren zelf in het klooster gingen, waar zij stierven. Intussen was ook de vrouw van zijn broer Stefan gestorven.
Nu trok hij samen met zijn broer Stefan weg van huis, en zij zochten een verblijfplaats in het dichte woud van Radonesj, met als enige gezelschap de wilde dieren (waaronder grote beren), ten prooi aan de felle koude van de Russische winter, en vaak op het randje van de hongerdood. Maar zij bouwden een hut en een kerkje dat toegewijd werd aan de heilige Drie-eenheid, volgens het woord van de monnik-engel. Stefan kon echter de hardheid en eenzaamheid van dit leven niet verdragen. Hij ging naar Moskou in het Theofanieklooster, waar ook Alexis, de toekomstige heilige patriarch, leefde.
Bartholomeos bleef alleen in het woud en kwam tot steeds vuriger gebed. Toen hij 23 jaar oud was. werd hij door een bezoekende monnik gewijd op de 7e oktober, de feestdag van de heilige Sergios en Bakchos. Daarom kreeg de nieuwe monnik de naam Sergios. Daarna leefde hij weer verder in volstrekte eenzaamheid. Hij moest zijn vrees afleggen voor de wilde dieren die hem ‘s nachts en overdag kwamen bezoeken. Sergios sloot vriendschap met een grote beer, met wie hij zijn maaltijd deelde, en aan wie hij soms zijn laatste brood gaf zodat hij dan zelf niets te eten had, omdat hij het dier, dat in vertrouwen tot hem kwam, niet wilde teleurstellen.
Nadat hij zo twee jaar had geleefd, kwam er een twaalftal broeders die zich onder zijn leiding wilden stellen. Sergios had de eenzaamheid gezocht, maar hij stelde zich open voor Gods wil en verwelkomde hen met vreugde. Hij liet ieder een eigen cel bouwen om daar te bidden, te lezen en te mediteren, terwijl ze gezamenlijk de heilige diensten vierden in het kerkje. Zij bouwden een omheining rond hun leefgebied, er werden gastencellen gebouwd, het terrein werd van boomstobben ontdaan en omgewerkt tot een moestuin. Zo groeide er een klooster. Sergios zelf, met zijn sterke lichaam, werkte voor twee. Hij bouwde, dorste graan, bakte brood, kookte, maakte schoenen en kleding, haalde water aan de bron en bracht het aan de cellen. De nachten bracht hij biddend door, vrijwel zonder slaap, en hij leefde uitsluitend op wat brood en water. Nooit liet hij de tijd ledig voorbijgaan. Ook toen hij steeds meer werkzaamheden aan anderen moest overlaten bleef hij zelf het heilige brood bakken voor de Goddelijke Liturgie, en maakte hij zelf de kolywa voor de Gedachtenis- diensten.
Toen hun geestelijke vader, die bij hen was komen wonen, gestorven was, ging Sergios de bisschop om een hegoumen vragen. Deze maakte hem toen hegoumen, met beroep op de gehoorzaamheid, want Sergios verzette zich eerst sterk tegen dat denkbeeld. Toen werd hij in drie dagen tot subdiaken, diaken en priester gewijd, en daarna tot hegoumen benoemd. Zo werd hij teruggezonden naar zijn klooster.
De eerste jaren bleef hun groepje min of meer constant in aantal, maar op geheimvolle wijze verspreidde zich de faam van Sergios’ heiligheid en er kwamen steeds meer leerlingen die bij hem wilden blijven. ln de lange winteravonden deed de heilige Sergios, nadat zijn gebedscanon volbracht had, de ronde langs de cellen. Ieder behoorde dan te bidden of een karweitje op te knappen of te lezen, maar als hij hoorde dat men met elkaar aan het praten was, dan bonsde hij op de deur of op het raam, om te waarschuwen, en de volgende ochtend sprak hij dan weer, dringend over de monastieke plichten.
Sergios bouwde eigenhandig van ruwe boomstammen de kerk, gewijd aan de heilige Drie-eenheid, die het middelpunt zou worden van het grootste, beroemdste en rijkste klooster van geheel Rusland, de Troitski-Laura‚ waarvan het lot onverbrekelijk verbonden zou blijven met dat van de hoofdstad. Maar de eerste monniken leefden daar in bittere armoede, terwijl er zelfs vaak gebrek was aan het dagelijkse levensonderhoud. Maar Sergios verbood de monniken om ergens eten te vragen. In de kerk dienden brandende kienspanen voor de verlichting. Papier was te kostbaar, er werd geschreven op lappen berkenbast. De gewaden waren van grof linnen, het altaargerei was van hout.
Eens had Sergios sinds drie dagen geen eten meer gehad. Toen werkte hij een gehele dag bij een van de oudere monniken aan een betere toegangsweg voor diens cel, in ruil voor een stuk beschimmeld brood, want ieder had toen zijn eigen voorraad; het echte gemeenschapsleven begon eerst later, op, aanbeveling van de patriarch van Konstantinopel. Wanneer de broeders, verzwakt door de honger, begonnen te klagen, hield de heilige hun voor dat Gods genade noodzakelijk beproevingen met zich brengt, maar dat er daarna vreugde komt En inderdaad werden er drie dagen lang levensmiddelen gebracht als spontane gift van vrome leken uit de streek. Maar voordat men dan begon te eten, werd met het simandron eerst de broederschap bijeengeroepen voor een gezamenlijke dankdienst in de kerk. En op zulke ogenblikken werd de gemeenschappelijke refter gebruikt.
Dit duurde zo 15 jaar; toen begonnen er zich leken in de buurt van het kloostertje te vestigen, zodat het woud uit de omtrek verdween. Er kwam gebrek aan water en men vroeg de heilige waarom hij zijn klooster niet volgens de gewoonte bij een rivier had gebouwd. Maar hij zei dat hij geen klooster had willen stichten doch in de eenzaamheid leven, en dat Gods wil er nu een klooster van had gemaakt. Daarna ging hij met een van de broeders naar een kloof naast het klooster. Daar had zich een plas regenwater verzameld. Sergios knielde neer en bad, zegende de grond, en plotseling kwam er water uit de grond opwellen als een blijvende bron tot op de dag van vandaag.
Deze van de wereld afgesloten monnik oefende een wijde invloed uit Hij was de raadsman van de metropoliet‚ de heilige Alexis van Moskou, zowel als van vele vorsten. Hij bemiddelde bij onderlinge twisten, wist de vrede te bewaren en de onderlinge eenheid te versterken, en de heilige Sergios werd ook daardoor een weldoener voor geheel Rusland. Zijn klooster werd allereerst een middelpunt van geestelijk leven. Monniken uit de laura stichtten her en der nieuwe kloosters, waarvan vaak ook een grote uitstraling uitging. Het theologisch onderricht van de heilige Sergios over het wezen van de goddelijke Drie-eenheid in de onderlinge verbondenheid van de goddelijke Personen gaf vorm aan het geestelijk leven van het christelijk Rusland. De door een monnik van de laura, Andreas Roebljov, geschilderde icoon van de heilige Drie-eenheid is daarvan wel de meest verheven uitdrukking.
Telkens weer wordt overal in Rusland de ontmoeting uitgebeeld tussen de oude monnik en de jonge prins, Dimitri, om de zegen te ontvangen voor de wanhopige strijd tegen de Tartaren, met de voorspelling dat hij de zege zou behalen over de onuitputtelijke macht van de Aziatische horde, die als een sprinkhanenplaag over het Russische land was getrokken en slechts kaalgevreten verwoesting en ongeluk achter zich liet. Er vochten op verzoek van Dimitri zelfs twee monniken mee, vroegere bojaren‚ die een maliënkolder hadden aangetrokken over hun monnikskleed, en een van hen begon de slag door een duel met een reusachtige Tartaar. De heilige Sergios bad de hele dag in de kerk. De slag werd gewonnen op de Kulikovovlakte (bij de Don) en de prins leeft voort in de geschiedenis als de heilige Dimitri Donskoi. Het was het glorieuze begin van een strijd, die met wisselend succes zou worden gevoerd, maar die volgehouden werd totdat de macht der Tartaren gebroken was en Rusland een vrije natie werd.
De heilige Sergios bereikte een hoge leeftijd, tot hij stierf in 1392, bijna tachtig jaar oud, te midden van de klaagzangen van zijn tijdgenoten. ln 1428, werd hij door de Kerk heilig verklaard.
Zijn heilig lichaam werd het middelpunt van een steeds groeiende verering tot in de revolutie het klooster gesloten werd en het lichaam in een godlozen-museum werd geplaatst om bespot te worden. Maar toen in de Tweede Wereldoorlog de steun van het volk nodig was, werd het klooster heropend en het lichaam van de heilige Sergios teruggebracht, en het is weer het brandpunt van warme liefde als vanouds. Dag en nacht wordt er dienst gehouden, en altijd zijn er nieuwe pelgrims aanwezig om hun noden en hun dank voor te leggen aan Ruslands grootste heilige.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-279/
de bekering van een gevangenbewaarder door Paulus en Silas
De heilige Sergios van Radonesj, een van de meest geliefde Russische heiligen. Hij was geboren nabij Rostov in het jaar 1313. Zijn doopnaam was Bartholomeos, en als kind kon hij slecht leren, terwijl zijn beide broers veel knapper waren. Smekend bad hij dagelijks dat hij toch ook verstand zou krijgen. Eens had zijn vader hem uitgestuurd met een opdracht, en onderweg ontmoette hij een oude monnik die stond te bidden onder een boom. De jongen was gefascineerd, maakte een buiging en bleef staan wachten tot de monnik zijn gebed beëindigd had. Deze zag in zichzelf de toekomstige grootheid van dit kind. Hij riep hem bij zich, omhelsde hem en vroeg wat hij wilde. De jongen barstte uit dat hij niets liever wilde dan kunnen lezen en schrijven, en hij smeekte de monnik daarvoor voor hem te bidden. Toen hief deze zijn ogen en handen omhoog in gebed, zuchtte, bad en besloot met “Amen”. Vervolgens pakte hij eerbiedig een tasje dat hij aan zijn riem had, nam er een stukje prosfora uit, en gaf het de jongen te eten, met de woorden: “Eet dit, kind, als teken van Gods genadegave voor het verstaan van de Heilige Schrift. En proef hoe zoet dat is”. En het kind antwoordde met het psalmvers: “Hoe zoet is Uw woord voor mijn gehemelte, zoeter dan honing in mijn mond”. De monnik bevestigde dit en sprak ernstig met hem over geestelijke zaken.
Bartholomeos smeekte hem mee te komen naar zijn huis, waar hij gastvrij zou worden ontvangen. Hij ging dus mee en werd eerbiedig begroet. De ouders nodigden hem aan tafel maar hij zei dat ze eerst samen zouden bidden. Zij gingen dus naar de iconenhoek; de monnik zei het openingsgebed en vroeg Bartholomeos de psalmen te lezen. De jongen zei dat hij niet kon lezen, maar de ander drong aan en gaf hem de zegen. Toen las de jongen met uitstekende klemtonen, of hij nooit iets anders gedaan had, en van dit ogenblik af kon hij alles lezen, zodat allen God verheerlijkten. De monnik zei nog dat deze jongen groot zou zijn voor God en de mensen, dat hij een geestelijk leidsman zou worden, dat hij een woonplaats zou zijn van de heilige Drie-eenheid. Toen verdween hij uit hun ogen zodat men zei dat het een engel was geweest. Van nu af bleek welk een briljant verstand Bartholomeos bezat, en zijn studieresultaten overtroffen die van al zijn leeftijdsgenoten.
De jongen leidde een ingetogen leven, en hij was nog geen 12 jaar oud toen hij streng begon te vasten, tot verontrusting van zijn ouders, maar hij wist hen gerust te stellen. In deze tijd verhuisde het gezin ook naar Radonesj. Zijn broers stichtten een gezin, maar Bartholomeos wilde monnik worden. De ouders waren intussen oud en zwak geworden en zij smeekten dat hij bij hen zou blijven om voor hen te zorgen. Dit deed hij tot zij in hun laatste jaren zelf in het klooster gingen, waar zij stierven. Intussen was ook de vrouw van zijn broer Stefan gestorven.
Nu trok hij samen met zijn broer Stefan weg van huis, en zij zochten een verblijfplaats in het dichte woud van Radonesj, met als enige gezelschap de wilde dieren (waaronder grote beren), ten prooi aan de felle koude van de Russische winter, en vaak op het randje van de hongerdood. Maar zij bouwden een hut en een kerkje dat toegewijd werd aan de heilige Drie-eenheid, volgens het woord van de monnik-engel. Stefan kon echter de hardheid en eenzaamheid van dit leven niet verdragen. Hij ging naar Moskou in het Theofanieklooster, waar ook Alexis, de toekomstige heilige patriarch, leefde.
Bartholomeos bleef alleen in het woud en kwam tot steeds vuriger gebed. Toen hij 23 jaar oud was. werd hij door een bezoekende monnik gewijd op de 7e oktober, de feestdag van de heilige Sergios en Bakchos. Daarom kreeg de nieuwe monnik de naam Sergios. Daarna leefde hij weer verder in volstrekte eenzaamheid. Hij moest zijn vrees afleggen voor de wilde dieren die hem ‘s nachts en overdag kwamen bezoeken. Sergios sloot vriendschap met een grote beer, met wie hij zijn maaltijd deelde, en aan wie hij soms zijn laatste brood gaf zodat hij dan zelf niets te eten had, omdat hij het dier, dat in vertrouwen tot hem kwam, niet wilde teleurstellen.
Nadat hij zo twee jaar had geleefd, kwam er een twaalftal broeders die zich onder zijn leiding wilden stellen. Sergios had de eenzaamheid gezocht, maar hij stelde zich open voor Gods wil en verwelkomde hen met vreugde. Hij liet ieder een eigen cel bouwen om daar te bidden, te lezen en te mediteren, terwijl ze gezamenlijk de heilige diensten vierden in het kerkje. Zij bouwden een omheining rond hun leefgebied, er werden gastencellen gebouwd, het terrein werd van boomstobben ontdaan en omgewerkt tot een moestuin. Zo groeide er een klooster. Sergios zelf, met zijn sterke lichaam, werkte voor twee. Hij bouwde, dorste graan, bakte brood, kookte, maakte schoenen en kleding, haalde water aan de bron en bracht het aan de cellen. De nachten bracht hij biddend door, vrijwel zonder slaap, en hij leefde uitsluitend op wat brood en water. Nooit liet hij de tijd ledig voorbijgaan. Ook toen hij steeds meer werkzaamheden aan anderen moest overlaten bleef hij zelf het heilige brood bakken voor de Goddelijke Liturgie, en maakte hij zelf de kolywa voor de Gedachtenis- diensten.
Toen hun geestelijke vader, die bij hen was komen wonen, gestorven was, ging Sergios de bisschop om een hegoumen vragen. Deze maakte hem toen hegoumen, met beroep op de gehoorzaamheid, want Sergios verzette zich eerst sterk tegen dat denkbeeld. Toen werd hij in drie dagen tot subdiaken, diaken en priester gewijd, en daarna tot hegoumen benoemd. Zo werd hij teruggezonden naar zijn klooster.
De eerste jaren bleef hun groepje min of meer constant in aantal, maar op geheimvolle wijze verspreidde zich de faam van Sergios’ heiligheid en er kwamen steeds meer leerlingen die bij hem wilden blijven. ln de lange winteravonden deed de heilige Sergios, nadat zijn gebedscanon volbracht had, de ronde langs de cellen. Ieder behoorde dan te bidden of een karweitje op te knappen of te lezen, maar als hij hoorde dat men met elkaar aan het praten was, dan bonsde hij op de deur of op het raam, om te waarschuwen, en de volgende ochtend sprak hij dan weer, dringend over de monastieke plichten.
Sergios bouwde eigenhandig van ruwe boomstammen de kerk, gewijd aan de heilige Drie-eenheid, die het middelpunt zou worden van het grootste, beroemdste en rijkste klooster van geheel Rusland, de Troitski-Laura‚ waarvan het lot onverbrekelijk verbonden zou blijven met dat van de hoofdstad. Maar de eerste monniken leefden daar in bittere armoede, terwijl er zelfs vaak gebrek was aan het dagelijkse levensonderhoud. Maar Sergios verbood de monniken om ergens eten te vragen. In de kerk dienden brandende kienspanen voor de verlichting. Papier was te kostbaar, er werd geschreven op lappen berkenbast. De gewaden waren van grof linnen, het altaargerei was van hout.
Eens had Sergios sinds drie dagen geen eten meer gehad. Toen werkte hij een gehele dag bij een van de oudere monniken aan een betere toegangsweg voor diens cel, in ruil voor een stuk beschimmeld brood, want ieder had toen zijn eigen voorraad; het echte gemeenschapsleven begon eerst later, op, aanbeveling van de patriarch van Konstantinopel. Wanneer de broeders, verzwakt door de honger, begonnen te klagen, hield de heilige hun voor dat Gods genade noodzakelijk beproevingen met zich brengt, maar dat er daarna vreugde komt En inderdaad werden er drie dagen lang levensmiddelen gebracht als spontane gift van vrome leken uit de streek. Maar voordat men dan begon te eten, werd met het simandron eerst de broederschap bijeengeroepen voor een gezamenlijke dankdienst in de kerk. En op zulke ogenblikken werd de gemeenschappelijke refter gebruikt.
Dit duurde zo 15 jaar; toen begonnen er zich leken in de buurt van het kloostertje te vestigen, zodat het woud uit de omtrek verdween. Er kwam gebrek aan water en men vroeg de heilige waarom hij zijn klooster niet volgens de gewoonte bij een rivier had gebouwd. Maar hij zei dat hij geen klooster had willen stichten doch in de eenzaamheid leven, en dat Gods wil er nu een klooster van had gemaakt. Daarna ging hij met een van de broeders naar een kloof naast het klooster. Daar had zich een plas regenwater verzameld. Sergios knielde neer en bad, zegende de grond, en plotseling kwam er water uit de grond opwellen als een blijvende bron tot op de dag van vandaag.
Deze van de wereld afgesloten monnik oefende een wijde invloed uit Hij was de raadsman van de metropoliet‚ de heilige Alexis van Moskou, zowel als van vele vorsten. Hij bemiddelde bij onderlinge twisten, wist de vrede te bewaren en de onderlinge eenheid te versterken, en de heilige Sergios werd ook daardoor een weldoener voor geheel Rusland. Zijn klooster werd allereerst een middelpunt van geestelijk leven. Monniken uit de laura stichtten her en der nieuwe kloosters, waarvan vaak ook een grote uitstraling uitging. Het theologisch onderricht van de heilige Sergios over het wezen van de goddelijke Drie-eenheid in de onderlinge verbondenheid van de goddelijke Personen gaf vorm aan het geestelijk leven van het christelijk Rusland. De door een monnik van de laura, Andreas Roebljov, geschilderde icoon van de heilige Drie-eenheid is daarvan wel de meest verheven uitdrukking.
Telkens weer wordt overal in Rusland de ontmoeting uitgebeeld tussen de oude monnik en de jonge prins, Dimitri, om de zegen te ontvangen voor de wanhopige strijd tegen de Tartaren, met de voorspelling dat hij de zege zou behalen over de onuitputtelijke macht van de Aziatische horde, die als een sprinkhanenplaag over het Russische land was getrokken en slechts kaalgevreten verwoesting en ongeluk achter zich liet. Er vochten op verzoek van Dimitri zelfs twee monniken mee, vroegere bojaren‚ die een maliënkolder hadden aangetrokken over hun monnikskleed, en een van hen begon de slag door een duel met een reusachtige Tartaar. De heilige Sergios bad de hele dag in de kerk. De slag werd gewonnen op de Kulikovovlakte (bij de Don) en de prins leeft voort in de geschiedenis als de heilige Dimitri Donskoi. Het was het glorieuze begin van een strijd, die met wisselend succes zou worden gevoerd, maar die volgehouden werd totdat de macht der Tartaren gebroken was en Rusland een vrije natie werd.
De heilige Sergios bereikte een hoge leeftijd, tot hij stierf in 1392, bijna tachtig jaar oud, te midden van de klaagzangen van zijn tijdgenoten. ln 1428, werd hij door de Kerk heilig verklaard.
Zijn heilig lichaam werd het middelpunt van een steeds groeiende verering tot in de revolutie het klooster gesloten werd en het lichaam in een godlozen-museum werd geplaatst om bespot te worden. Maar toen in de Tweede Wereldoorlog de steun van het volk nodig was, werd het klooster heropend en het lichaam van de heilige Sergios teruggebracht, en het is weer het brandpunt van warme liefde als vanouds. Dag en nacht wordt er dienst gehouden, en altijd zijn er nieuwe pelgrims aanwezig om hun noden en hun dank voor te leggen aan Ruslands grootste heilige.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-279/
de bekering van een gevangenbewaarder door Paulus en Silas
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen