Ik heb dit vroeger al eens op een ander forum toegelicht.Mullog schreef: ↑14 aug 2023, 14:54 Eens even kijken hoe ik "Men geloofd niet dat Jezus dat in de eerste eeuw zou doen, men had die verwachting." zou kunnen rijmen met
- ”Wanneer de Mensenzoon komt, in gezelschap van zijn engelen en bekleed met de stralende luister van zijn Vader, dan zal hij iedereen naar zijn daden belonen. Ik verzeker jullie: sommigen van de hier aanwezigen zullen niet sterven voor ze de komst van de Mensenzoon en zijn koninklijke heerschappij hebben meegemaakt.” (Jezus, Mt. 16:27,28)
- ”Zo moeten jullie ook weten, wanneer je dit alles ziet, dat het einde nabij is. Ik verzeker jullie: deze generatie zal zeker nog niet verdwenen zijn wanneer al die dingen gebeuren.” (Jezus, Mt. 24:33,34; Mc. 13:29,30)
“Voorwaar, ik zeg u, dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, voordat dit alles geschiedt." (Mat.24:34, Marc.13:30, Luc.21:32)
“Dit alles” betreft de wederkomst van Christus. “Dit geslacht zal geenszins voorbijgaan” kom ik in het werk van Lorber (de grote christelijke profeet) niet tegen. Wel staat er dat de leerlingen van Jezus alles heel helder zullen zien, horen en voelen en ook de voornaamste leiders zijn bij dit grootse gebeuren, niet alleen van de nieuwe aarde, maar van de hele materiële en geestelijke wereld (GJE 8 49). “Dit geslacht zal geenszins voorbijgaan” kan dus opgevat worden als “deze generatie zal bewust betrokken raken bij deze belangrijke gebeurtenis”.
"Want de zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid des vaders, met zijn engelen, en dan zal hij een ieder vergelden naar zijn daden. Voorwaar, ik zeg u: Er zijn sommigen onder degenen, die hier staan, die de dood voorzeker niet zullen smaken, voordat zij de zoon des mensen hebben zien komen in zijn koninklijke waardigheid." (Mat.16:27-28, Marc.9:1).
Het Groot Johannes evangelie (van Lorber) geeft deze tekst:
[5] Wel zal het ooit gebeuren dat Ik, nu als Mensenzoon, terug zal komen in de heerlijkheid van de Vader met alle engelen, wier macht jullie kennen, maar Hij zal ook dan handelen zoals nu, en alleen een ieder kunnen helpen en vergelden naar de mate van zijn hoogst eigen werken. Wie dood wordt bevonden, zal ook dood blijven tot aan de tijd van de grote opwekking van al degenen, die in de graven van het gericht zijn gebleven, en ook daar zal ieders liefde, wil en geweten rechter zijn voor altijd! (Mat. 16,27)
[6] Maar zij die leven volgens Mijn woorden, en werken verrichten van ware zelfverloochening en innerlijke vrije liefde, zullen de dood niet zien en nooit voelen. Waarlijk, tot Mijn en jullie grote vreugde kan Ik jullie zeggen, dat sommigen van jullie geen dood zullen smaken en voelen, en getuigen zullen zijn van alles, totdat, zoals ook voorheen is besproken, de Zoon des mensen in Zijn rijk zal komen; zij zullen Hem zien en met Hem heersen, eeuwig! Maar daarvoor is zeer veel liefde nodig tot God en de naaste." (Mat. 16,28) (GJE 5 171:5-6).
De vraag is nu wat Jezus bedoelt met: “de dood niet zullen smaken en voelen”. Twee mogelijkheden:
1) Henoch en Elia bijvoorbeeld hebben de dood niet gevoeld en werden met (verheerlijkt) lichaam en al in de hemel opgenomen.
2) Mensen met een levend geloof, die liefdevol geleefd hebben zullen de pijn en het lijden van de dood niet kennen. De dood is dan slechts het afwerpen van een “zwaar lichaam”.
In het werk van Lorber staat dat de wederkomst van Christus in stappen zal plaatsvinden. Eén van die stappen is dat Jezus persoonlijk en lichamelijk zichtbaar tot diegenen komen die hem het meest liefhebben en het grootste verlangen naar zijn wederkomst en ook het volle en levende geloof daarvoor zullen hebben. (GJE 9 94:6).
Het aanschouwen van Christus in al zijn kracht is iets wat alle eeuwen gewoon is doorgegaan. Zoals bij Franciscus (1181-1226), Hadewijch (1210-1250), enz. Ook vandaag de dag nog ervaren mensen verschijningen van Christus.
Theresia van Avila (1515-1582): “Het is een schittering die niet verblindt. Het is een licht dat van alle aardse licht oneindig verschilt, en bij welks stralen vergeleken, die der zon krachteloos zijn.”
Hedendaagse verschijningen van Christus (boek van Berthilde van der Zwaag):
“Ik kon letterlijk en figuurlijk niet om hem heen. Er ging enorm veel liefde, warmte en begrip van hem uit. Ik voelde me volkomen geaccepteerd. Ik had me nog nooit zo volkomen geaccepteerd gevoeld.”
“Het was onbeschrijfelijk, het is niet uit te leggen hoe mooi het was. Ik heb iets goddelijks ervaren. Er was geen enkele vrees. Onvoorstelbaar vrij, gelukkig en veilig.”
“Zodra je Hem ziet, valt alles weg, je ziet alleen nog Zijn schoonheid, Zijn waardigheid. Hij is allesomvattend, toegankelijk, vol van licht, liefde, waarheid en genade, zoals de zon in haar kracht. Wat me vooral bijbleef was Zijn grootheid, hoe klein had ik van Hem gedacht. Hij is honderd procent waarheid, zelfs geen kleine leugen kan in Zijn licht bestaan.”