Beste
J-W
Neemt niet weg dat ik wel benieuwd blijf hoe een gelovig iemand weet wat in de bijbel letterlijk en niet letterlijk genomen moet worden.
De vraag die je stelt is de volgende: „
Hoe weet een gelovig iemand wat in de bijbel letterlijk en niet letterlijk genomen moet worden?”
Voordat ik de vraag beantwoord wil ik een paar inleidende opmerkingen maken:
- Een tekst letterlijk nemen is gewoon technisch of mechanisch (grammaticaal) lezen. Dat lezen leren we allemaal, als het goed is, op school;
- Je kunt derhalve een tekst onmogelijk, niet-letterlijk nemen. Iemand die niet heeft leren lezen, weet niet wat hij leest;
- Wat we wel ontwikkelen, nadat we grammaticaal hebben leren lezen, is een begrip of inzicht of gevoel bij wat we lezen;
- Dat laatste noem ik het ‘geestelijk’ lezen van de tekst.
Mijn inleidende antwoord op de vraag is:
- Iedere gelovige, net als iedere ongelovige, kan niet anders dan wat in de Bijbel is geschreven letterlijk nemen; hij kan de tekst immers grammaticaal duiden?;
- Iedere gelovige, net als iedere ongelovige, heeft of ontwikkelt wel een begrip/inzicht/gevoel bij het lezen van de Bijbeltekst;
- Iedere gelovige leest dus óók, net als iedere ongelovige, elke tekst ‘geestelijk’.
Ik beweer tot slot, dat ieder mens, gelovig of ongelovig, een tekst interpreteert op basis van zijn geestelijke gesteldheid oftewel op basis van zijn gezindheid. Gezindheid is dan de ‘denkrichting’ van de menselijke geest.
Mijn antwoord op de vraag is: „
Iemand, die kan lezen, neemt/leest altijd letterlijk. Het inzicht in van wat hij leest wordt bepaald door z’n gezindheid“.
Voor zover ik weet heeft Jezus daar geen uitspraken over gedaan.
Nee, ik denk niet dat Jezus iets heeft gezegd over het „letterlijk“ of „niet-letterlijk“ lezen van de geschriften. Maar Hij heeft talloze aanduidingen gemaakt in relatie tot het begrijpen van wat de teksten ‘bedoelen’ te zeggen. Lees, bijvoorbeeld eens: Mattheus 12:1 of Markus 2:23 of Lukas 6:1. Deze teksten gaan allemaal over dezelfde gebeurtenis, maar laten elk de gebeurtenis vanuit en andere blikrichting spreken, waardoor het 'uitzicht' anders kan zijn.
NB: Inzicht is naar
binnen gericht en uitzicht is naar
buiten gericht.
Lees en begrijp je óók wat Paulus zegt in 1 Corinthiërs 9:9-11? Dan lees je de tekst letterlijk maar begrijp je deze op basis van jouw gezindheid oftewel de ‘richting van jouw geest’.
Uiteindelijk is dus de vraag waar ieder mens mee te maken heeft: „
Waarop is mijn geest gericht? Op de dingen van God? Of op de dingen van de mensen?“
Hoewel Tufkah voor zijn geloof genoeg heeft ….
Laten we Tufkah nu maar even buiten beschouwing laten, vind je ook niet?
PS: Ik kan mijn leraarschap in mijn berichtgeving niet verhullen, vandaar dat ik altijd zo uitgebreid inga op ter zake doende vragen en opmerkingen. Mea culpa.
Gij, onze Here en God, zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de macht..