Dutch schreef:
Ik denk dat je niet alleen moet gaan kijken naar de geslachtsregister van Lucas en Mattheus. Want op die manier krijg je ( in mijn ogen) hele kromme redeneringen.
Je bent niet ingegaan op Jer 22:30 dat daar niet staat dat Jechonia kinderloos blijft. (wat er ook echt niet staat). Wat voor zin heeft het als Jechonia geen nakomelingen heeft die proberen het koningschap weer op te pakken. Het 2e gedeelte van die profetie heeft totaal geen nut.
Jer 22:30 in verschillende vertalingen:
[....]
Tevens vergeet jij te kijken wat het woordje 'gewon' betekent. -simpel gezegd- verwekken. egennēsen
Het werkwoord gennaō betekent ‘geboren doen worden, verwekken, baren’ en in mediale en passieve vormen ‘verwekt worden, geboren worden’ Wanneer het een man is die de handeling van gennaō verricht, denken we gewoonlijk aan het ‘verwekken’ vóór de geboorte (vgl. Mat.1:20)
bron WSNT
[...]
Zeker omdat je ook niet gekeken hebt naar 1Kron 3. Hier wordt al aangegeven dat jouw idee mbt profetie in Jeremia niet klopt.
[...]
9 Zij zijn allen zonen van David, naast de zonen van de bijvrouwen, en Tamar, hun zuster.
10 De zoon van Salomo was Rehabeam, diens zoon was Abia, diens zoon was Asa, diens zoon was Josafat,
11 diens zoon was Joram, diens zoon was Ahazia, diens zoon was Joas,
12 diens zoon was Amazia, diens zoon was Azaria, diens zoon was Jotham,
13 diens zoon was Achaz, diens zoon was Hizkia, diens zoon was Manasse,
14 diens zoon was Amon, diens zoon was Josia.
15 De zonen van Josia waren Johanan, de eerstgeborene, Jojakim, de tweede, Zedekia, de derde, en Sallum, de vierde.
16 De zonen van Jojakim waren zijn zoon Jechonia, en zijn zoon Zedekia.
17 De zoon van Jechonia was Assir, diens zoon was Sealthiël,
18 en vervolgens Malchiram, Pedaja, Senazar, Jekamja, Hosama en Nedabja.
19 De zonen van Pedaja waren Zerubbabel en Simeï. De zonen van Zerubbabel waren Mesullam en Hananja, en Selomith was hun zuster.
20 En vervolgens Hasuba, Ohel, Berechja, Hasadja, Jusabhesed, vijf zonen.
21 De zonen van Hananja waren Pelatja en Jesaja. De zonen van Refaja, de zonen van Arnan, de zonen van Obadja, de zonen van Sechanja.
22 De zoon van Sechanja was Semaja, en de zonen van Semaja waren Hattus, Jigeal, Bariah, Nearja en Safat, zes zonen.
23 De zonen van Nearja waren Eljoënai, Hizkia en Azrikam, drie zonen.
24 De zonen van Eljoënai waren Hodajeva, Eljasib, Pelaja, Akkub, Johanan, Delaja en Anani, zeven zonen.
Mattheus geeft de Joodse koningsgeschiedenis weer. Lucas hier in tegen geeft een Griekse weergave van genealogie weer. Dat zie je in verschil met de start. Bij Mattheus begint het bij Abraham. Bij Lucas wordt er terug gerekend. De Grieken wilden aantonen dat mensen met halfgoden verbonden waren. Lucas bedoeling was om aan te tonen dat Hij compleet mens was. Dus de menselijke stamboom.
Vers 17 en 18 geven de vele zonen aan van Jechonia. Alleen wordt de lijn Assir en Sealtiël apart genoemd.
Hoe kan er dan een verschil zitten? Laat ik een foto zien..
(bron prof van Bruggen: "Christus op aarde")
Het verschil zit deze in de belangrijkheid van de afkomst. Voor de heidense lezer (en vermoedelijk is Theofilus een heiden): laat ik prof van Bruggen citeren:
" De verschillen tussen Mattheus en Lucs betreffen met name de lange periode tussen David en Sealtiël/ Zerubabel, en de periode tussen Sealtiël/ Zerubabel en Jozef. Nu is het een normaal verschijnsel dat twee afzonderlijke paden door familieland, wanneer zij van elkaar wijken ook voor langere tijd moeten wijken. Volgt men na één vader de lijn van de éne of de anderez zoon (Na David dus of Salomo of Natan), dan is het men elkaar ook voor langere tijd kwijt, totdat vele generaties later een verre nazaat van de één weer trouwt met een late nakomeling van de ander. Op dat ogenblik verenigen de paden zich weer. (zie reconstructie foto) (bron prof van Bruggen: Christus op aarde pag 102-103)
In Lucas wordt nergens gesproken over genealogie van het erfrecht.
Hij was, naar men dacht, de Zoon van Jozef, Het gaat om wie men dacht wie Jezus was. Niet om welk erfrecht Hij had. Want die had Hij van Zijn Vader.
Het doel van Lucas zijn brief aan Theofilus is:
3 heeft het ook mij goedgedacht, na alles van voren af aan nauwkeurig onderzocht te hebben, het geordend voor u te beschrijven, hooggeachte Theofilus,
4 opdat u de zekerheid kent van de dingen waarin u onderwezen bent.
Een nauwkeurige onderzocht document te schrijven wie Jezus is. Daar komt het erfrecht naar Jozef niet in voor. Is ook niet interessant voor een heiden.
Ik ben van mening dat niemand kan bepalen waar ik NIET naar gekeken heb of waar ik "vergeten" heb naar te kijken.
Je stelt dit een paar keren, maar ik kan ook iets over het hoofd hebben gezien.
Wat Jeremia 22 vers 30 betreft. Daarover had ik aan het begin van dit topic al van gedachten gewisseld met Adinomis omdat zij haar visie uitlegt t.a.v. het begrip "schrijven". Dus dat was al besproken. Ik heb naar andere argumenten gezocht en die heb ik aangedragen.
Ik heb ook teksten uit Kronieken aangehaald slechts beperkt want het gaat niet om die hele rij die jij noemt maar om Jechonias en Josias.
Abraham maakte zich grote zorgen omdat hij zou sterven zonder kinderen zoals ik aan Gaitema uitlegde en de knecht namelijk de Damaskener Eliëzer zou dan de erfgenaam zijn, maar Abraham had toen nog geen natuurlijk zaad voortgebracht en dan ben ik in Genesis 15 vers 2.
Het geval van Jechoniah ligt precies zo. Hij had geen lijfelijke kinderen. De Bijbel wil er uitdrukkelijk niets van weten als God zegt: 'Schrijf deze man kinderloos...." Dan doe ik daar niets aan af.
Of de Bijbel is niet Gods Woord, of Jechoniah heeft later in ballingschap nog kinderen gekregen, beiden geloof ik niet.
God laat immers geen kind optekenen in Mattheus in het register en daar gaat het om.
Na de Babylonische overvoering gewon Jechoniah Salathiël, ik heb dat allemaal al eerder uitgelegd dat deze Salathiël geen lijfelijke afstammeling kan zijn van Jechoniah. Wie was het dan wel, zoals uitgelegd, het was de erfgenaam van Jechoniah.
En hoe die rechten overgingen van Jechoniah of beter van Josias naar Salathiël valt op te maken uit het register van Lucas 3.
Juist zoals je zegt omdat het de andere kant oploppt gaat het om erfrecht en begint het niet bij de grondlegger van een dynastie vandaar dat het woord zoon schuingedrukt staat, dat is ook aan de orde geweest.
Het woord "zoon" wordt alleen gebruikt voor de relatie tussen Jozef en Jezus en die heeft niets met lijfelijke afstamming te maken maar met erfrecht. Het woord "zoon" wordt verder vermeden. In het NBG is niet terug te vinden van deze verbastering maar wel in de SV.
Ook Kainan is met de beste wil van de wereld niet terug te vinden in ons OT en dat heb ik ook uitgelegd dat dit te maken heeft met de Septuagint die tot stand kwam in Egypte en deze koningslijsten kwamen tijdrekenkundig niet overeen met de Bijbelse geschiedenis. En ten koste van de Bijbel wordt zoiets door de wetenschap kloppend gemaakt.
( Paulus waarschuwt hiertegen in Kol 2 vers 8) Hoe deze dingen fout zijn gedocumenteerd laat ik even buiten beschouwing.
Kainan uit Lucas 3 vers 36 vinden we in het OT niet terug, maar wel in de Septuagint, , maar deze Kainan hoort niet thuis in Lucas 3 en zo zie je maar hoe het NT tot stand is gekomen want Kainan is gewoon toegevoegd vanuit de Septuagint.
Maar dit terzijde en dus een reactie op het begrip gennao, gewinnen.
Gewinnen heeft m.i. niet altijd te maken met voortplanting maar ook met het erfrecht dus is Salathiël niet het zaad van Jechonias want dat zou in tegenspraak zijn met:
"Zo zegt de Heere : "Schrijf deze zelfde man kinderloos een man die niet voorspoedig zal zijn in zijn dagen, want er zal niemand van zijn zaad voorspoedig zijn ,zittende op de troon Davids en heersende meer in Juda.
Jer. 22 vers 30.
Salathiël was dus geen zaad van Jechonias maar van Neri en omdat de geslachtslijn van Salomo uitgestorven was door Jechonias 'kinderloosheid leert Mattheus 1 dat Salathiël de wettige erfgenaam werd.
De zoon is in de Bijbel, de bouwer ( ben) Adam kreeg "benim" en dat waren erfgenamen. Zij zouden op de vader verder bouwen.
De Hebr. naam voor erfgenaam ontbreekt. Wel vaak vertaald vanuit "Yarash" maar dat wil zeggen "bezitter".
Wij zeggen erfelijk bezitten. Maar dat is één woord. "Yarash".
De Bijbel gebruikt ook vaak het woord "knechtje" of Yeled of kind en dat kind zoals Mozes werd de zoon van Farao's dochter. Tot zoon gesteld dus.
Al eerder noemde ik meer voorbeelden waar het niet om lijfelijke zonen ging maar om "overdracht" van bijv. een taak.
Een zoon is dus een erfgenaam en nauw verwant met vader maar verwekken of gewinnen idem. De vader is de erflater en de zoon is de erfgenaam. In het Hebr. yalad of holid en in het Grieks gennao.
Gennao heeft dus niet uitsluitend betrekking op het mannelijk aandeel in de voortplanting, want je kunt ook zeggen:
"baren of geboren worden". En dat hele proces heeft te maken met het krijgen van een erfgenaam.
En dit beginsel probeer ik uit te leggen in de toepassing op koning Jechoniah die naar Babel werd gehaald en zodoende Zedekiah koning over Juda werd gesteld. Hoe die relatie lag heb ik eerder toegelicht,