aan de beurt om te behandelen Matteüs 7:15-32
15 Pas op voor valse profeten, die in schaapskleren op jullie afkomen maar eigenlijk roofzuchtige wolven zijn. 16 Aan hun vruchten zul je hen herkennen. Men plukt toch geen druiven van doornstruiken of vijgen van distels? 17 Zo draagt elke goede boom goede vruchten, maar een slechte boom draagt slechte vruchten. 18 Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen, evenmin als een slechte boom goede vruchten dragen kan. 19 Elke boom die geen goede vruchten draagt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. 20 Zo kunnen jullie hen dus aan hun vruchten herkennen.
Deze uitspraak van Jezus is door Johannes ter harte genomen, want hij zegt in zijn eerste brief: 4:1
Geliefden, geloof niet elke geest, maar beproef de geesten of zij uit God zijn; want er zijn veel valse profeten in de wereld uitgegaan.
Valse profeten zijn diegenen waarvan je niet die smalle weg van wedergeboorte hoeft te nemen. Ze kunnen mooie woorden gebruiken en daarom herken je ze vaak niet direct. Ze doen zich voor als een "mede-schaap". Zo lijkt het tenminste aan de buitenkant. Maar aan de binnenkant blijken het roofzuchtige wolven te zijn, dus wolven in schaapskleren. Maar hoe kun je dat onderscheiden? Dan geeft Jezus het voorbeeld van de boom en zijn vruchten. In Galaten 5:22 wordt een opsomming van vruchten gegeven:
liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Toch is het hierbij ook oppassen. Zijn dit echt vruchten van de Geest, zijn het natuurlijke eigenschappen die iemand heeft of is het imitatie, toneel....? Je kunt ook nog verder naar andere vruchten kijken. Worden mensen gezegend door hun profetische gaven, leren ze te leven vanuit Christus?
In het geciteerde deel van 1 Joh. 4, wordt gezegd dat een leraar moet erkennen dat Jezus in het vlees gekomen is. Maar ook dat is voor ons niet voldoende, maar had betrekking op bepaalde dwaalleraren in die tijd.
Aanval en verweer - First-century faith - F.F. Bruce blz. 84/85
En nog eerder vond Johannes 'de discipel van de Heer', zoals hij in Klein Azië genoemd werd, het nodig om aan de christenen in die provincie te schrijven: 'Geliefde broeders en zusters, vertrouw niet elke geest. Onderzoek altijd of een geest van God komt, want er zijn veel valse profeten in de wereld verschenen. De Geest van God herkent u hieraan: iedere geest die belijdt dat Jezus Christus als mens gekomen is, komt van God. Iedere geest die dit niet belijdt,
(d.w.z. die ontkent dat de historische Jezus van Nazareth de eeuwige Zoon van God is) komt niet van God; dat is de geest van de antichrist, waarvan u hebt gehoord dat hij zal komen – nu al is hij in de wereld' 1 Joh. 4:1-3).
En opnieuw: 'Er zijn veel dwaalleraren in de wereld verschenen die de komst van Jezus Christus als mens niet belijden. Dat nu is de verleider, de antichrist' (2 Joh.1:7)!
Het optreden van deze 'vele dwaalleraren' was een kenmerk van het 'laatste uur', de dag van de grote en laatste Antichrist (1 Joh.2:18).
Eén vorm van docetisch onderwijs wordt geassocieerd met de naam van Cerinthus, die volgens de traditie de 'dwaalleraar' was die Johannes met name in gedachten had. De geschiedenis vertelt dat deze Cerinthus leerde dat 'de Christus' (een goddelijke macht) op de mens Jezus neerdaalde toen hij gedoopt werd en hem in staat stelde om de machtige werken te doen die zijn zending kenmerkte. Deze 'goddelijke macht' verliet hem weer voordat hij stierf aan het kruis. Dit laatste wordt goed geïllustreerd door het zo genoemde 'Evangelie van Petrus' een docetisch document uit de late tweede eeuw, waarin wordt vermeld dat Jezus aan het kruis zou hebben uitgeroepen: 'Mijn kracht, mijn kracht, waarom hebt ge me verlaten?'
Johannes verwerpt zijn leer, zowel in zijn evangelie en in zijn brieven, uitdrukkelijk.
Goede vruchten aan een boom is geen garantie dat iemand niet zondigt. Vruchten groeien en rijpen. Dat geldt zowel voor goede als slechte vruchten. Maar goede vruchten komen voort uit gemeenschap met Christus. Omdat Hij jou kent en jij Hem kent. Vandaar dat Jezus vervolgens zegt:
21 Niet iedereen die “Heer, Heer” tegen mij zegt, zal het koninkrijk van de hemel binnengaan, alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse Vader. 22 Op die dag zullen velen tegen mij zeggen: “Heer, Heer, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd, hebben wij niet in uw naam demonen uitgedreven, en hebben wij niet vele wonderen verricht in uw naam?” 23 En dan zal ik hun rechtuit zeggen: “Ik heb jullie nooit gekend. Weg met jullie, wetsverkrachters!”
Jezus kende ze niet. Ze zochten Hem niet voortdurend op in gebed. Er was geen relatie. En toch spraken ze heel godsdienstig en zelfs in de naam van Jezus. Zo moeilijk is het te onderkennen. Maar als wij voortdurend in gemeenschap blijven met Jezus zal de Heilige Geest het ons duidelijk maken. Dan is bidden niet alleen spreken tot God, maar ook naar Hem luisteren. Een relatie komt van twee kanten, Gal. 4:9
en nu u God kent, ja wat meer is, door God gekend bent,
24 Wie deze woorden van mij hoort en ernaar handelt, kan vergeleken worden met een verstandig man, die zijn huis bouwde op een rots. 25 Toen het begon te regenen en de bergstromen zwollen, en er stormen opstaken en het huis van alle kanten belaagd werd, stortte het niet in, want het was gefundeerd op een rots. 26 En wie deze woorden van mij hoort en er niet naar handelt, kan vergeleken worden met een onnadenkend man, die zijn huis bouwde op zand. 27 Toen het begon te regenen en de bergstromen zwollen, en er stormen opstaken en er van alle kanten op het huis werd ingebeukt, stortte het in, en er bleef alleen een ruïne over.’
Onze daden kunnen voortkomen uit "los zand", en hebben dan geen eeuwigheidswaarde. Maar daden die voortkomen uit de relatie met Christus hebben een solide fundament voor de eeuwigheid. Met die daden bouwen we ons levenshuis.
Dat fundament wordt hier vergeleken met een rots die onwrikbaar vast staat. Zo'n huis kan tegen een stootje. In
Deut. 30 noemt Mozes God vijf keer "De Rots".
28 Toen Jezus deze rede had uitgesproken, waren de mensen diep onder de indruk van zijn onderricht, 29 want hij sprak hen toe als iemand met gezag, en niet zoals hun schriftgeleerden.
Jezus sprak met gezag. Zijn woorden waren "statements". Geen discussie mogelijk. Wie is wijs en verstandig? Die deze woorden hoort en ook doet. (Waar Harry ook de nadruk op legt).
Rom.12:21 Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.