Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Dit gedeelte is bedoeld voor bespreken van de Bijbel.
Moderatie: het moderatieteam
Forumregels
Richtlijnen subforum

Dit gedeelte is bedoeld voor het bespreken van de Bijbel.
Dit is het het subforum waar we gaan praten met de Bijbel opengeslagen.
We spreken over zaken steeds weer teruggrijpend op wat er staat in de Bijbel
en we proberen die bestuderend te doorvorsen en de bedoeling te zien en te gaan begrijpen.


(Niet de bedoeling is het dat iemand hier een soort cursus start.
Als men zoiets zou willen doen, dan dient eerst te worden overlegd met de crew.)


Moderatie: het moderatieteam
Gebruikersavatar
Eliyahu
Berichten: 3088
Lid geworden op: 29 jul 2014, 17:39
Man/Vrouw: M
Locatie: Judea

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door Eliyahu »

Dessa schreef:
Eliyahu schreef:
Dessa schreef:
Eliyahu schreef: Ook voor deze profetie hoef je waarachtig geen atoomgeleerde te zijn om te zien dat hij niet vervuld is door Jezus. Conclusie: Hij was niet de messias.
Die profetie over leeuw bij lam is zeker nog niet vervuld en nog een boel niet maar Jezus is wel de Messias en dat is de kwestie vanuit het OT en NT leven en het wel of niet geloven.
Bs'd

Waarom denk je dat iemand die de messiaanse profetiën niet vervuld heeft toch de messias is?
Nog niet alles is vervuld maar veel al wel, zoals bijv.:


Naar Egypte meegenomen (Hosea 11:1; Matteüs 2:14-15)
Matt 2:14-15; “Hij stond op en hij nam in de nacht het kind en zijn moeder en week uit naar Egypte, en daar bleef hij tot de dood van Herodes, opdat vervuld zou worden hetgeen de Here door de profeet gesproken heeft, toen hij zeide: Uit Egypte heb Ik mijn Zoon geroepen.”

Hier wordt een tekst uit Hosea 11:1 die zegt “Uit Egypte heb Ik mijn Zoon geroepen” toegepast op de messias.

Maar laten we is kijken WIE de “zoon van God” is in het OT: “Dan zult gij tot Farao zeggen: Zo zegt de HERE: Israël is mijn eerstgeboren zoon; daarom zeg Ik u: laat mijn zoon gaan, opdat hij Mij diene; zoudt gij echter weigeren hem te laten gaan, dan zal Ik uw eerstgeboren zoon doden.” Ex 4:22

Dat is duidelijke taal. En ook in Hosea 11:1 spreekt het OVERDUIDELIJK over Israel, dat door God uitgeleidt is uit de verdrukking in Egypte: “Toen Israël een kind was, heb Ik het liefgehad, en uit Egypte heb Ik mijn zoon geroepen.”

Lees aub Hosea hoofdstuk 10 en 11, en zie dat het constant over Israel gaat, en niet over de messias.

Wat het NT doet hier is is een stuk tekst uit zijn verband rukken en aan ons presenteren als zijnde een messiaanse profetie.

Wat het dus overduidelijk NIET is.
.
.
.
Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud Zijn geboden!
Pred 12:13
Gebruikersavatar
Eliyahu
Berichten: 3088
Lid geworden op: 29 jul 2014, 17:39
Man/Vrouw: M
Locatie: Judea

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door Eliyahu »

Dessa schreef:
Eliyahu schreef:
Dessa schreef:
Eliyahu schreef: Ook voor deze profetie hoef je waarachtig geen atoomgeleerde te zijn om te zien dat hij niet vervuld is door Jezus. Conclusie: Hij was niet de messias.
Die profetie over leeuw bij lam is zeker nog niet vervuld en nog een boel niet maar Jezus is wel de Messias en dat is de kwestie vanuit het OT en NT leven en het wel of niet geloven.
Bs'd

Waarom denk je dat iemand die de messiaanse profetiën niet vervuld heeft toch de messias is?
Nog niet alles is vervuld maar veel al wel, zoals bijv.:


Het doden van baby's door Herodus (Jeremia 31:15; Matteüs 2:16-18)
Bs'd

Matt 2:16; “Toen Herodes zag, dat hij door de wijzen misleid was, ontstak hij in hevige toorn en zond bevel om in Betlehem en het gehele gebied daarvan al de jongens van twee jaar oud en daar beneden om te brengen, in overeenstemming met de tijd, die hij bij de wijzen had uitgevorst. Toen werd vervuld het woord, gesproken door de profeet Jeremia, toen hij zeide: Een stem is te Rama gehoord, geween en veel geklaag: Rachel, wenend om haar kinderen, weigert zich te laten troosten, omdat zij niet meer zijn.”

Hier claimt het NT dat Jer 31:15 spreekt over een slachting van kinderen, plaatsvindend in de dagen van de geboorte van de messias.

Leest u hier nu is wat er daar werkelijk loos is: Jer 31:10-21; “Hoort het woord des HEREN, o volken, verkondigt het in verre kustlanden en zegt: Hij, die Israël verstrooide, zal het verzamelen en het behoeden als een herder zijn kudde. Want de HERE maakt Jakob vrij en verlost hem uit de macht van wie sterker is dan hij. Zo komen zij jubelend op de hoogte van Sion en stromen toe naar het goede des HEREN, naar koren, most en olie, naar schapen en runderen; hun ziel zal zijn als een besproeide hof, zij zullen nooit meer versmachten. Dan verheugt zich het meisje in de reidans, jongelingen en grijsaards tezamen. Ik verander hun rouw in vreugde. Ik troost en verblijd hen na hun smart. Ik laaf de ziel der priesters met het vette en mijn volk wordt met het goede van Mij verzadigd, luidt het woord des HEREN.

Zo zegt de HERE: Hoor, te Rama klinkt een klacht, bitter geween: Rachel weent om haar kinderen, zij weigert zich te laten troosten over haar kinderen, omdat er geen meer is. Zo zegt de HERE: Weerhoud uw stem van wenen, uw ogen van tranen; want er is loon voor uw arbeid, luidt het woord des HEREN, zij zullen terugkeren uit het land van de vijand. Ja, er is hoop voor uw toekomst, luidt het woord des HEREN, de kinderen zullen naar hun gebied terugkeren.

Ik heb werkelijk Efraïm horen klagen: Gij hebt mij getuchtigd, als een ongetemd kalf werd ik getuchtigd; bekeer mij, dan zal ik mij bekeren, want Gij, HERE, zijt mijn God. Want nadat ik tot inkeer ben gekomen, heb ik berouw gekregen; nadat ik tot inzicht gekomen ben, heb ik mij op de heup geslagen; ik ben beschaamd, ja, ook te schande geworden, want ik heb de smaad van mijn jeugd gedragen. Is Efraïm Mij een lievelingszoon, een troetelkind, dat Ik, zo vaak als Ik van hem spreek, gedurig weder aan hem denken moet? Daarom is mijn binnenste over hem ontroerd, Ik zal Mij zeker over hem ontfermen, luidt het woord des HEREN. Richt u merkstenen op, zet u wegwijzers neer, zet uw hart op de heerbaan, de weg die gij gaat; keer terug, jonkvrouw Israëls, keer terug naar uw steden hier!”

Zoals iedereen kan zien, dit gaat over het volk Israel dat in ballingschap is gegaan, en waarvan God zegt dat het weer zal terugkeren naar het land Israel.

Weer een tekst die niets met het vermoorden van kinderen in de dagen van de messias van doen heeft die door het NT uit zijn verband gerukt wordt en aan ons gepresenteerd wordt als zijnde een messiaanse profetie.

.
.
.
Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud Zijn geboden!
Pred 12:13
Gebruikersavatar
Eliyahu
Berichten: 3088
Lid geworden op: 29 jul 2014, 17:39
Man/Vrouw: M
Locatie: Judea

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door Eliyahu »

Dessa schreef:
Eliyahu schreef:
Dessa schreef:
Eliyahu schreef: Ook voor deze profetie hoef je waarachtig geen atoomgeleerde te zijn om te zien dat hij niet vervuld is door Jezus. Conclusie: Hij was niet de messias.
Die profetie over leeuw bij lam is zeker nog niet vervuld en nog een boel niet maar Jezus is wel de Messias en dat is de kwestie vanuit het OT en NT leven en het wel of niet geloven.
Bs'd

Waarom denk je dat iemand die de messiaanse profetiën niet vervuld heeft toch de messias is?
Nog niet alles is vervuld maar veel al wel, zoals bijv.:

Steeg op naar de Hemel (Psalm 68:19; Handelingen 1:9)
Bs'd

Psalm 68:19 (en nog veel meer) daar wordt op ingegaan op deze pagina: https://sites.google.com/site/bergzion

Ik hoop dat het al een beetje duidelijk begint te worden dat wat jij brengt geen messiaanse profetiën zijn, maar uit hun verband gerukt teksten die niks met de messias te maken hebben.
Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud Zijn geboden!
Pred 12:13
HarryK
Berichten: 1994
Lid geworden op: 03 mar 2013, 19:39
Man/Vrouw: M

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door HarryK »

Eliyahu schreef:...
Deze feiten worden toegegeven door de christelijke hoogleraar aan de theologische faculteit van de Vrije Universiteit te Amsterdam, prof dr Talstra. In een reactie op mijn homepage schrijft hij onder andere: "Wat betreft het citaat van Jes. 7,14 in Mth. 1,22 heeft Silver eenvoudig gelijk: het Hebreeuws heeft: 'jonge vrouw', de Mth. tekst heeft 'parthenos': maagd. Geen exegeet zal dat tegenspreken." En ook: "Vervolgens: ook christelijke oudtestamentici zullen zeggen dat Jes. 7 gaat over een prins uit de lijn van David ergens in de 8e eeuw v. Chr. Dat is wat de tekst beschrijft."

Voor de hele reactie van prof dr Talstra kijk hier: https://sites.google.com/site/bergzion/talstra-1

Dus prof dr Talstra geeft gewoon toe dat er niet "maagd" staat in Jesaja 7, maar "jonge vrouw", en dat het spreekt over een prins in dagen van Jesaja en Achaz, zo'n 700 jaar voor JC. J-H-W-H
Het feit dat Talstra achter beide citaten nog meer zegt, en dat hij beide citaten wel behoorlijk nuanceert (om niet te zeggen weerspreekt), laat je voor het gemak dan maar even achterwege.
Je doet alsof Talstra de waarheid van jouw bewering 'toegeeft', terwijl hij in feite uitlegt wat jouw 'denkfout' in dezen is.

Bij het eerste zegt Talstra o.a.: "Maar wat Silver niet vermeldt, is het gegeven dat Mth. (en heel het NT) niet citeert uit de Hebreeuwse tekst, maar uit de Septuaginta, de oude (oorspronkelijk ook joodse) griekse vertaling, waar in Jes. 7,14 ook 'parthenos' staat. Daarom is de conclusie: "het NT heeft het OT verkeerd geciteerd" historisch niet juist."

En bij het tweede legt Talstra het (zeer bijbelse) fenomeen "voortgaande vervulling" uit.
Dat jij daar blijkbaar niets van wilt weten, dat moet je zelf weten; dat is jouw mening.
Maar dat is niet de mening van Talstra.
Psalm 1:1
Gebruikersavatar
Adinomis
Berichten: 2501
Lid geworden op: 05 mar 2013, 17:49
Man/Vrouw: V

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door Adinomis »

@ Eliyahu
Zou jij kunnen uitleggen wat die tekst in Jeremia 31:15 te betekenen heeft?
Het gaat daar inderdaad over het terugkeren van de ballingen en die profetie zien we in vervulling gaan.
Maar waarom weent Rachel over haar kinderen? Zij was de moeder van Jozef en Benjamin. Gaat het alleen over die stammen?
Een profetie kan meerdere lagen hebben.
Ik neem aan dat dit beeldspraak is. Rachel was al gestorven.
Waarom Rachel?
Zouden Sara, Rebekka en Lea ook niet kunnen wenen als het om het hele volk gaat dat terugkeert uit de ballingschap?
Een raakpunt is wel dat het graf van Rachel bij Bethlehem is, waar deze moord plaatsvond. (Gen. 35:16)
Rom.12:21 Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.
Gebruikersavatar
Eliyahu
Berichten: 3088
Lid geworden op: 29 jul 2014, 17:39
Man/Vrouw: M
Locatie: Judea

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door Eliyahu »

HarryK schreef:
Eliyahu schreef:...
Deze feiten worden toegegeven door de christelijke hoogleraar aan de theologische faculteit van de Vrije Universiteit te Amsterdam, prof dr Talstra. In een reactie op mijn homepage schrijft hij onder andere: "Wat betreft het citaat van Jes. 7,14 in Mth. 1,22 heeft Silver eenvoudig gelijk: het Hebreeuws heeft: 'jonge vrouw', de Mth. tekst heeft 'parthenos': maagd. Geen exegeet zal dat tegenspreken." En ook: "Vervolgens: ook christelijke oudtestamentici zullen zeggen dat Jes. 7 gaat over een prins uit de lijn van David ergens in de 8e eeuw v. Chr. Dat is wat de tekst beschrijft."

Voor de hele reactie van prof dr Talstra kijk hier: https://sites.google.com/site/bergzion/talstra-1

Dus prof dr Talstra geeft gewoon toe dat er niet "maagd" staat in Jesaja 7, maar "jonge vrouw", en dat het spreekt over een prins in dagen van Jesaja en Achaz, zo'n 700 jaar voor JC. J-H-W-H
Het feit dat Talstra achter beide citaten nog meer zegt, en dat hij beide citaten wel behoorlijk nuanceert (om niet te zeggen weerspreekt), laat je voor het gemak dan maar even achterwege.
Je doet alsof Talstra de waarheid van jouw bewering 'toegeeft', terwijl hij in feite uitlegt wat jouw 'denkfout' in dezen is.
Wat je nu dus zegt is: "Ja, de tekst gaat heel ergens anders over, maar ik zeg dat het OOK over de messias gaat."

Het punt is, als je links en rechts Tenach teksten die helemaal niks met de messias te maken hebben uit hun verband gaat rukken, en dan gaat brengen als "messiaanse profetieen vervuld door JC", dan kan je van iedereen die je maar wil de messias maken, of dat nou Lou de palingboer is, Napoleon Bonaparte, of de haan van Moshe.

De haan van Moshe?

Mijn naam is Moshe, en ik ben een Chassidische Jood die van zijn jeugd af aan de woorden van onze heilige profeten geleerd is, en die hun betekenis niet helemaal begreep.
Toen, op de dag voor grote verzoendag, toen ik zat na te denken over het belang van die heilige dag, toen verkreeg ik inzicht in de verbazingwekkende betekenis van God'd woorden.
Ik herkende de vervulling van 42 messiaanse profetieen in de hebreeuwse bijbel, en mijn leven werd voor altijd ingrijpend gewijzigd.

1. Vroeg in de morgen ging ik mijn haan ophalen om het oude ritueel van een haan boven het hoofd rondzwaaien te vervullen. Ik keek de haan in de ogen, en ik zag daar de worden vervuld worden die zeggen: “ Ik ben de haan die ellende heeft gezien”. Klaagliederen 3:1 (het hebreeuwse woord “gever” betekent zowel “man” als “haan”)

2: Ik pakte hem op en zwaaide hem boven mijn hoofd gelijk het vers zegt: “En hij omringd mijn zijn hoofd” Klaagliederen 3:5 (in het hebreeuws is het woord reesh, aleph, shin, hetgeen gelezen kan worden als “rosh”, hoofd)

3: Ik keerde mijn handen in de rondte terwijl ik hem boven mijn hoofd ronddraaide, gelijk er geschreven staat: “Waarlijk, tegen mij keert Hij telkens weder zijn hand, de ganse dag.” Klaagliederen 3:3

4: Toen sprong hij uit mijn handen vandaan, en rende weg, gelijk het geschreven staat: “zij vlieden heen zonder het goede te zien.” Job 9:25

5: I richtte een kort gebed tot God, gelijk het geschreven staat: “ik wil mijn klacht de vrije loop laten,
spreken in de bitterheid mijner ziel.” Job 10:1

6: Hij rende weg van mij, daarmee het vers vervullend: “zij keerden mij de nek toe in plaats van het aangezicht;”

7&8: Ik leende een wandelstok van iemand in de buurt, zodat ik hem met de haak kon vangen, gelijk het vers zegt: “ook nam Mozes de staf Gods in zijn hand.” Ex 4:20, Num 20:8

9 & 10: Ik probeerde hem te vangen met de haak, maar hij ontving slechts een klap op zijn rug, gelijk het geschreven staat: “ellende gezien door de roede zijner verbolgenheid.”, en er staat ook geschreven: “ Want Ik heb u geslagen, zoals een vijand slaat,” Jer 30:14

11: Hij draaide zich om, en kreeg 'm toen recht op zijn wang, daarmee de profetie vervullend: “Hij biede de wang aan wie hem slaat,” Klaagliederen 3:30

12: “Toen rende hij weg een donkere hoek in, en ik volgde hem, gelijk het vers zegt: “Mij heeft Hij gevoerd en doen gaan
in duisternis en donkerte.” Klaagliederen 3:2

13: Daar had ik hem in een nauwe hoek gedreven, gelijk het geschreven staat: “al zijn vervolgers hebben het achterhaald,
midden in de benauwing.” Klaagliederen 1:3

14: Hij stond daar zwijgend, gelijk hij de gehele tijd gezwegen had, daarmee de profetie vervullend: “Hij werd mishandeld, maar hij liet zich verdrukken en deed zijn mond niet open; als een lam dat ter slachting geleid wordt, en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed hij zijn mond niet open.” Jes 53:7

15: Daar in dat krappe hoekje kon hij zich nergens meer verstoppen, gelijk het geschreven staat: “Zou zich iemand in schuilhoeken kunnen verschuilen, dat Ik hem niet zou zien?”

16: Hij was nu ingesloten, gelijk het vers zegt: “Hij heeft mij iedere uitgang versperd” Klaagliederen 3:7

17: In zijn ogen zag ik dat hij een still gebed bad: “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?” Psalm 22:1

18: Het was overduidelijk dat voor hem de profetie vervuld werd: “De machtigen van Basan hebben mij omsingeld”. Psalm 22:13

19: Ik greep hem, en hij riep uit tot God, gelijk er geschreven staat: “Mijn God, ik roep des daags, en Gij antwoordt niet,
en des nachts, en ik kom niet tot stilte”.

20: Maar er kwam geen antwoord, gelijk het geschreven staat: “Zelfs als ik schreeuw en om hulp roep,
versmaadt Hij mijn gebed.” Klaagliederen 3:8

21: Het einde was daar. Ik greep hem, en voegde me in de rij bij de rituele slager die hem slachten zou.
Hij was stil en gaf geen kik, gelijk het geschreven staat: “als een lam dat ter slachting geleid wordt, en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed hij zijn mond niet open” Jes 53:7

22: De slager greep hem bij de nek, daarmee de profetie vervullend: “Hij greep mij bij de nek”, Job 16:12

23: Daarna schreeuwde hij uit: “Wees dan niet verre van mij, want nabij is de nood, en er is geen helper” Psalm 22:12

24: Ook zei hij: “Red mijn ziel van het zwaard” Psalm 22:21

25: Hij slachtte hem, daarmee de profetie vervullend: “hij is afgesneden uit het land der levenden” Jes 53:8

26: Hij liet het bloed op de aarde druipen, gelijk het geschreven staat: “Als water ben ik uitgestort” Psalm 22:15

27: Ik nam de dode haan, gelijk de profeet sprak: “zij zullen hem aanschouwen, die zij doorstoken hebben”

28 & 29: Ik nam hem om hem kosher te maken. We deelden hem in stukken, zijn botten brekend, gelijk het geschreven staat: “Al mijn beenderen zijn ontwricht”, Psalm 22:15 en “Hij heeft mijn beenderen gebroken” Klaagliederen 3:4

30: Toen nam ik hem mee naar huis. Mijn vrouw verwijderde de huid, daarmede de profetie vervullend: “ Hij heeft mijn vlees en mijn huid doen wegteren” Klaagliederen 3:4

31: Ze stopte hem in een pot met water, gelijk het geschreven staat: “het water is gekomen tot aan de lippen;” Psalm 69:2

32: Ze voegde er vele specerijen aan toe, daarmede de profetie vervullend: “Zij gaf ..... zeer veel specerijen” I Kon 10:10

33: Ze deed het deksel op de pan zodat het kon koken, gelijk het geschreven staat: “Hij heeft mij in duistere plaatsen doen wonen: Klaagliederen 3:6

34: De kruidige lucht van de specerijen vulde de keuken, gelijk het geschreven staat: “zijn balsemgeuren stromen” Hooglied 4:16

35: Daarna werd hij opgediend, en we keken naar hem, daarmede de profetie vervullend; “Al mijn beenderen kan ik tellen; zij kijken toe, zij zien met leedvermaak naar mij.” Ps 22:18

36: Hij werd verdeeld onder mijn gezinsleden, gelijk het geschreven staat: “Daarom zal Ik hem een deel geven onder velen” Jes 53:12

37 & 38: We verheugden ons terwijl we hem opaten, daarmee de profetie vervullend; “Ik ben een belaching geworden voor heel mijn volk, hun spotlied heel de dag” Klaagliederen 3:14 en ook: “Ja, in Hem verheugt zich ons hart” Psalm 33:21

39/40/41. Nadat we gegeten hadden prezen wij God, gelijk het geschreven staat: “Gij zult eten en verzadigd worden en de HERE, uw God, prijzen” Deut.6:11,8:10,11:15

42: We zagen werkelijk Gods goedertierenheid, gelijk het geschreven staat: “Smaakt en ziet, dat de HERE goed is” Psalm 34:9

Er zijn nog zeer vele messiaanse profetieen die mijn messiaanse haan vervuld heeft, die ik hier aan toe kan voegen, en wanneer hij terug komt, dan zal hij er nog veel meer vervullen!

(c) Moshe Shulman, 2000
Bs'd

Ik maak geen denkfout in deze, het NT is gewoon fout. Er is in de Tenach geen maagdelijke geboorte te vinden. Is er niet. Bestaat niet.

Dat het NT toch de Tenach citeert alsof het er wel staat, is omdat het NT een foute vertaling citeert, de septuaginta.

Dus wat voor draai je er ook aan probeert te geven, het is en blijft FOUT.
En bij het tweede legt Talstra het (zeer bijbelse) fenomeen "voortgaande vervulling" uit.
Dat jij daar blijkbaar niets van wilt weten, dat moet je zelf weten; dat is jouw mening.
Maar dat is niet de mening van Talstra.
Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud Zijn geboden!
Pred 12:13
Gebruikersavatar
Eliyahu
Berichten: 3088
Lid geworden op: 29 jul 2014, 17:39
Man/Vrouw: M
Locatie: Judea

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door Eliyahu »

Adinomis schreef:@ Eliyahu
Zou jij kunnen uitleggen wat die tekst in Jeremia 31:15 te betekenen heeft?
Het gaat daar inderdaad over het terugkeren van de ballingen en die profetie zien we in vervulling gaan.
Maar waarom weent Rachel over haar kinderen? Zij was de moeder van Jozef en Benjamin. Gaat het alleen over die stammen?
Bs'd

Ik zie dat je je realiseert dat die tekst heel ergens anders over gaat, en niet spreekt over de messias.

Teksten die niks met de messias te maken hebben uit hun verband rukken, en dan brengen als "messiaanse profetiën vervuld door JC" dat heeft natuurlijk totaal geen enkele bewijskracht, zie hierboven de haan van Moshe.

En toch is dat het enige wat het NT doet:

Het NT brengt OT profetieen waarvan het beweerd dat ze messiaans zijn en vervuld zijn door JC.

Laten we eens een wat nadere blik werpen op deze profetieen.

De eerste vinden we in Matt 1:21; “Zij zal een zoon baren en gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het, die zijn volk zal redden van hun zonden. Dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden hetgeen de Here door de profeet gesproken heeft, toen hij zeide:

Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuël geven, hetgeen betekent: God met ons.”

Deze profetie is te vinden in Jesaja 7:14; “Daarom zal de Here zelf u een teken geven: Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuël geven.”

We zien hier dat in Jesaja gesproken word over een jonge vrouw, en niet over een maagd. Het is natuurlijk heel wat normaler dat een jonge vrouw zwanger wordt dan dat een maagd zwanger wordt. Maar de profeet Jesaja spreekt duidelijk over een jonge vrouw en niet over een maagd. Daarom geeft het Nieuwe Testament deze profetie vekeerd weer. De Staten Vertaling zegt in Jesaja 7:14 maagd, maar dit is een foutieve vertaling. Het Hebreeuwse woord in Jesaja 7:14 dat de Staten Vertaling vertaalt als maagd is almah. In het Hebreeuws betekent almah meisje, jonge vrouw, dat kan een maagd zijn, maar het hoeft niet. Daarom is het woord maagd in Jesaja 7:14 een verkeerde vertaling. Het Hebreeuwse woord voor maagd is betulah, dat woord is bijvoorbeeld gebruikt wanneer de heilige Thora spreekt over Rebecca in Genesis 24:16 "… een maagd, met wie geen man gemeenschap had gehad."

Dit feit is erkend door vele christelijke bijbelvertalers, bijvoorbeeld "The New English Bible", "The Good News Bible", and "The Revised Standard Version" hebben dit vers op de juiste wijze vertaald, en niet als een maagd. De nederlandse Nieuwe Wereld Vertaling vertaald almah met meisje, en de Leidsche Vertaling en de Prof. Obbink vertaling vertalen almah in Jesaja 7:14 met jonge vrouw.
Ook de nieuwe vertalingen, zoals de Nieuwe Bijbel Vertaling, en de Naardense Vertaling, die vertalen dit met "jonge vrouw" of iets dergelijks.
Er is geen moderne bijbelvertaling die dit nog als "maagd" vertaalt.


Dus het Nieuwe Testament heeft het Oude Testament verkeerd geciteerd.

In het Oude Testament is nergens een profetie te vinden dat de messias geboren zal worden uit een maagd. In feite, nergens in het Oude Testament baart een maagd een kind. Dit concept is alleen te vinden in de heidense mythologie.

En als we kijken naar deze tekst in de juiste context, wanneer we het hele hoofdstuk Jesaja 7 lezen, dan zien we dat deze tekst niet verwijst naar de komst van de messias. Dit hoofdstuk vertelt over G.d die een teken geeft aan Achaz, dat hij rust zal hebben in zijn dagen.

Dit hoofdstuk heeft totaal niets te maken met de messias.

Deze feiten worden toegegeven door de christelijke dr Talstra, prof Oud Testament aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hij verwaardige zich een reactie te schrijven op mijn homepage, en daarin schrijft hij o.a. het volgende:
"Wat betreft het citaat van Jes. 7,14 in Mth. 1,22 heeft Silver eenvoudig gelijk: het Hebreeuws heeft: 'jonge vrouw', de Mth. tekst heeft 'parthenos': maagd. Geen exegeet zal dat tegenspreken."

En ook: "Vervolgens: ook christelijke oudtestamentici zullen zeggen dat Jes. 7 gaat over een prins uit de lijn van David ergens in de 8e eeuw v. Chr. Dat is wat de tekst beschrijft."

Voor de hele verhandeling van prof dr Talstra, zie hier: http://sites.google.com/site/bergzion/talstra


Nog een OT profetie, zoals geciteerd door het NT:

Matt 2:14-15; “Hij stond op en hij nam in de nacht het kind en zijn moeder en week uit naar Egypte, en daar bleef hij tot de dood van Herodes, opdat vervuld zou worden hetgeen de Here door de profeet gesproken heeft, toen hij zeide: Uit Egypte heb Ik mijn Zoon geroepen.”

Hier wordt een tekst uit Hosea 11:1 die zegt “Uit Egypte heb Ik mijn Zoon geroepen” toegepast op de messias.

Maar laten we is kijken WIE de “zoon van God” is in het OT: “Dan zult gij tot Farao zeggen: Zo zegt de HERE: Israël is mijn eerstgeboren zoon; daarom zeg Ik u: laat mijn zoon gaan, opdat hij Mij diene; zoudt gij echter weigeren hem te laten gaan, dan zal Ik uw eerstgeboren zoon doden.” Ex 4:22

Dat is duidelijke taal. En ook in Hosea 11:1 spreekt het OVERDUIDELIJK over Israel, dat door God uitgeleidt is uit de verdrukking in Egypte: “Toen Israël een kind was, heb Ik het liefgehad, en uit Egypte heb Ik mijn zoon geroepen.”

Lees aub Hosea hoofdstuk 10 en 11, en zie dat het constant over Israel gaat, en niet over de messias.

Wat het NT doet hier is is een stuk tekst uit zijn verband rukken en aan ons presenteren als zijnde een messiaanse profetie.

Wat het dus overduidelijk NIET is.


Volgende OT profetie, zoals geciteerd door het NT:

Matt 2:16; “Toen Herodes zag, dat hij door de wijzen misleid was, ontstak hij in hevige toorn en zond bevel om in Betlehem en het gehele gebied daarvan al de jongens van twee jaar oud en daar beneden om te brengen, in overeenstemming met de tijd, die hij bij de wijzen had uitgevorst. Toen werd vervuld het woord, gesproken door de profeet Jeremia, toen hij zeide: Een stem is te Rama gehoord, geween en veel geklaag: Rachel, wenend om haar kinderen, weigert zich te laten troosten, omdat zij niet meer zijn.”

Hier claimt het NT dat Jer 31:15 spreekt over een slachting van kinderen, plaatsvindend in de dagen van de geboorte van de messias.

Leest u hier nu is wat er daar werkelijk loos is: Jer 31:10-21; “Hoort het woord des HEREN, o volken, verkondigt het in verre kustlanden en zegt: Hij, die Israël verstrooide, zal het verzamelen en het behoeden als een herder zijn kudde. Want de HERE maakt Jakob vrij en verlost hem uit de macht van wie sterker is dan hij. Zo komen zij jubelend op de hoogte van Sion en stromen toe naar het goede des HEREN, naar koren, most en olie, naar schapen en runderen; hun ziel zal zijn als een besproeide hof, zij zullen nooit meer versmachten. Dan verheugt zich het meisje in de reidans, jongelingen en grijsaards tezamen. Ik verander hun rouw in vreugde. Ik troost en verblijd hen na hun smart. Ik laaf de ziel der priesters met het vette en mijn volk wordt met het goede van Mij verzadigd, luidt het woord des HEREN.

Zo zegt de HERE: Hoor, te Rama klinkt een klacht, bitter geween: Rachel weent om haar kinderen, zij weigert zich te laten troosten over haar kinderen, omdat er geen meer is. Zo zegt de HERE: Weerhoud uw stem van wenen, uw ogen van tranen; want er is loon voor uw arbeid, luidt het woord des HEREN, zij zullen terugkeren uit het land van de vijand. Ja, er is hoop voor uw toekomst, luidt het woord des HEREN, de kinderen zullen naar hun gebied terugkeren.

Ik heb werkelijk Efraïm horen klagen: Gij hebt mij getuchtigd, als een ongetemd kalf werd ik getuchtigd; bekeer mij, dan zal ik mij bekeren, want Gij, HERE, zijt mijn God. Want nadat ik tot inkeer ben gekomen, heb ik berouw gekregen; nadat ik tot inzicht gekomen ben, heb ik mij op de heup geslagen; ik ben beschaamd, ja, ook te schande geworden, want ik heb de smaad van mijn jeugd gedragen. Is Efraïm Mij een lievelingszoon, een troetelkind, dat Ik, zo vaak als Ik van hem spreek, gedurig weder aan hem denken moet? Daarom is mijn binnenste over hem ontroerd, Ik zal Mij zeker over hem ontfermen, luidt het woord des HEREN. Richt u merkstenen op, zet u wegwijzers neer, zet uw hart op de heerbaan, de weg die gij gaat; keer terug, jonkvrouw Israëls, keer terug naar uw steden hier!”

Zoals iedereen kan zien, dit gaat over het volk Israel dat in ballingschap is gegaan, en waarvan God zegt dat het weer zal terugkeren naar het land Israel.

Weer een tekst die niets met het vermoorden van kinderen in de dagen van de messias van doen heeft die door het NT uit zijn verband gerukt wordt en aan ons gepresenteerd wordt als zijnde een messiaanse profetie.



Volgende OT profetie, zoals geciteerd door het NT:

Matt 2:22; “En van Godswege in de droom gewaarschuwd, ging hij naar het gebied van Galilea, en, daar gekomen, vestigde hij zich in een stad, genaamd Nazaret, opdat in vervulling zou gaan hetgeen door de profeten gesproken is, dat Hij Nazoreeër zou heten.”

Met deze profetie zijn we gauw klaar, want je kan het hele OT van begin tot eind doorlezen, en er is NERGENS een profetie te vinden dat de messias in Nazereth zou moeten wonen of dat hij “een Nazoreer zou heten”.

Dus het NT geeft ook al niet bestaande OT profetieen.



Volgende OT profetie, zoals geciteerd door het NT:

Matt 27: "6 De overpriesters namen de zilverlingen en zeiden: Wij mogen die niet in de offerkist doen, want het is bloedgeld. 7 En zij namen het besluit daarvoor het land van de pottenbakker te kopen als begraafplaats voor de vreemdelingen. 8 Daarom heet dat land Bloedakker, tot heden toe. 9 Toen werd vervuld hetgeen gesproken is door de profeet Jeremia, toen hij zeide: En zij namen de dertig zilverlingen, de geschatte waarde van de geschatte, die zij geschat hadden van de kinderen Israëls, 10 en gaven die voor het land van de pottenbakker, gelijk de Here mij had opgedragen."

En ook deze NT profetie gaat NIET over de messias. Maar wat nog interessanter is is dat deze profetie niet van Jeremia komt zoals het NT beweert, maar van Zacheria.

Zie Zacheria 11:12-13; “En ik heb tot hen gezegd: Indien het goed is in uw ogen, geeft mijn loon, maar indien niet, laat het. Toen wogen zij mijn loon af: dertig zilverstukken. Maar de HERE zeide tot mij: Werp dat de pottenbakker toe; een heerlijke prijs waarop Ik hunnerzijds geschat ben! En ik heb de dertig zilverstukken genomen en die in het huis des HEREN de pottenbakker toegeworpen.”

Dus het NT is geschreven door bijbelanalfabeten die niet eens de juiste profeet wisten te benoemen.

Maar er is meer. De bovenstaan de vertalingen komen uit de NBG '51 vertaling. Het NT heeft het over een "pottenbakker". In Zacheria 11 staat in de grondtekst "jotseer". Eén vertaling daarvan is pottenbakker, maar het kan "schatbewaarder" betekenen, hetgeen hier de juiste vertaling is. Zacheria zegt: "En ik heb de dertig zilverstukken genomen en die in het huis des HEREN de pottenbakker toegeworpen."

Het "Huis des HEREN" is de tempel. En in de tempel zaten geen pottenbakkers. Wat er wel in de tempel was was iemand die giften voor de tempel in ontvangst nam. Daarom zegt de joodse "Stone Edition of the Tanach": "HASHEM (letterlijk: "De Naam) said to me, "Throw it to the treasurer of the Precious Stronghold wich I have divested from them". So I threw it into the Temple of HASHEM, to the treasurer."

Ook de Nieuwe Wereld Vertaling van de J-H-V-H getuigen geeft hier een redelijke vertaling van: "Daarop zei J-E-H-O-V-A-H tot mij: "Werp het in de schatkist - de majestueuze waarde waarop ik van hun standpunt uit bezien ben." Bijgevolg nam ik de dertig zilverstukken en wierp die in de schatkist in het huis van J-E-H-0-V-A-H."

En ook de Leidse Vertaling heeft het begrepen: "En de Heer zeide tot mij: Werp dat in de schatkist. Een fraai loon, dat ik door hen ben waard gekeurd! Zo nam ik de dertig zilverlingen en wierp die in het huis des Heeren in de schatkist."
En ook de Naardense vertaling heeft het licht gezien: "Dan zegt de Ene tot mij: werp dat in de schatkist, die fraaie waarde die ik door hen waard geacht ben! Ik neem de dertig stukken zilver en werp het in het huis van de Ene, in de schatkist."
De Nieuwe Bijbelvertaling, de Groot Nieuws Bijbel, en de Willibrord vertaling zeggen daar "smelter".

We zien dus dat er hier helemaal geen pottenbakker aan te pas komt. Dus niet alleen claimt het NT de verkeerde profeet, ook het kopen van land van een pottenbakker heeft TOTAAL NIETS te maken met dat tekstgedeelte
uit Zacheria.

Wederom gaat het NT door gebrek aan kennis van zaken gierend de fout in.

Maar wat nog belangrijker is, is dat we hier dus zien dat het nieuw testamentische verhalen door de NT schrijvers aangepast zijn aan wat zij dachten dat er in de OT profeten stond, zodat het net zou lijken alsof er OT profetieen vervuld zouden zijn.

Maar hier met deze misvertaling vallen ze dus vreselijk door de mand.


Volgende OT profetie, zoals geciteerd door het NT:

Lukas 24:44-47; “Hij zei tegen hen: ‘Toen ik nog bij jullie was, heb ik jullie dit gezegd: alles wat in de wet van Mozes, bij de profeten en in de psalmen over mij geschreven staat, moet in vervulling gaan.’ Toen opende hij hun de ogen voor de Schrift, zodat ze de betekenis ervan begrepen. En hij vervolgde: ‘Dit staat er geschreven: de Christus zal lijden en op de derde dag uit de dood opstaan, en in zijn naam zal aan alle volken, te beginnen bij Jeruzalem, worden verkondigd dat ze zich tot God moeten keren en dat hun zonden vergeven zullen worden.”

En laat er nou NERGENS in het hele OT geschreven staan dat “de Christus zal lijden en op de derde dag uit de dood opstaan, en in zijn naam zal aan alle volken, te beginnen bij Jeruzalem, worden verkondigd dat ze zich tot God moeten keren en dat hun zonden vergeven zullen worden”

Alweer een NT quote uit het OT die in het hele OT niet te vinden is.

Dat er nog mensen zijn die in het NT blijven geloven....


Voor meer informatie over waarom het jodendom het NT niet erkent, kijk hier:

http://bergzion.notlong.com
Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud Zijn geboden!
Pred 12:13
HarryK
Berichten: 1994
Lid geworden op: 03 mar 2013, 19:39
Man/Vrouw: M

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door HarryK »

Eliyahu schreef:
HarryK schreef:
Eliyahu schreef:...
Deze feiten worden toegegeven door de christelijke hoogleraar aan de theologische faculteit van de Vrije Universiteit te Amsterdam, prof dr Talstra. In een reactie op mijn homepage schrijft hij onder andere: "Wat betreft het citaat van Jes. 7,14 in Mth. 1,22 heeft Silver eenvoudig gelijk: het Hebreeuws heeft: 'jonge vrouw', de Mth. tekst heeft 'parthenos': maagd. Geen exegeet zal dat tegenspreken." En ook: "Vervolgens: ook christelijke oudtestamentici zullen zeggen dat Jes. 7 gaat over een prins uit de lijn van David ergens in de 8e eeuw v. Chr. Dat is wat de tekst beschrijft."

Voor de hele reactie van prof dr Talstra kijk hier: https://sites.google.com/site/bergzion/talstra-1

Dus prof dr Talstra geeft gewoon toe dat er niet "maagd" staat in Jesaja 7, maar "jonge vrouw", en dat het spreekt over een prins in dagen van Jesaja en Achaz, zo'n 700 jaar voor JC. J-H-W-H
Het feit dat Talstra achter beide citaten nog meer zegt, en dat hij beide citaten wel behoorlijk nuanceert (om niet te zeggen weerspreekt), laat je voor het gemak dan maar even achterwege.
Je doet alsof Talstra de waarheid van jouw bewering 'toegeeft', terwijl hij in feite uitlegt wat jouw 'denkfout' in dezen is.
Wat je nu dus zegt is: "Ja, de tekst gaat heel ergens anders over, maar ik zeg dat het OOK over de messias gaat."
Nee, ik zeg dat je Talstra eenzijdig en daarmee inhoudelijk verkeerd citeert.
Psalm 1:1
Gebruikersavatar
Eliyahu
Berichten: 3088
Lid geworden op: 29 jul 2014, 17:39
Man/Vrouw: M
Locatie: Judea

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door Eliyahu »

HarryK schreef:
Eliyahu schreef:
Wat je nu dus zegt is: "Ja, de tekst gaat heel ergens anders over, maar ik zeg dat het OOK over de messias gaat."
Nee, ik zeg dat je Talstra eenzijdig en daarmee inhoudelijk verkeerd citeert.
Bs'd

Ik zeg dat er in Jes 7:14 in het hebreeuws "jonge vrouw" staat, en niet maagd. Daarvan zegt Talstra, ik citeer: "Wat betreft het citaat van Jes. 7,14 in Mth. 1,22 heeft Silver eenvoudig gelijk: het Hebreeuws heeft: 'jonge vrouw', de Mth. tekst heeft 'parthenos': maagd. Geen exegeet zal dat tegenspreken."

En dan kan je gaan debatteren over het feit dat het NT een foute vertaling citeert in plaats van de hebreeuwse grondtekst, maar dat doet al niet meer ter zake.

En over het feit dat Jesaja 7 helemaal niet over de messias gaat zegt hij: "Vervolgens: ook christelijke oudtestamentici zullen zeggen dat Jes. 7 gaat over een prins uit de lijn van David ergens in de 8e eeuw v. Chr. Dat is wat de tekst beschrijft."

En dan kan je wederom gaan beargumenteren dat jij ook de messias daar in kan zien, ondanks het feit dat het daar helemaal niet over gaat, maar dat is al een zinloze discussie, want de bewijskracht van het fout citeren van bijbelteksten die helemaal niet over de messias gaan, en dan zeggen dat het een messiaanse profetie is die vervuld is door JC, dat is natuurlijk nul.

Het enige wat dat bewijst is dat er geen serieus bewijs is dat JC de messias was, want als je echt bewijs hebt, dan hoef je je niet te verlagen tot bovenstaande praktijken.
Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud Zijn geboden!
Pred 12:13
HarryK
Berichten: 1994
Lid geworden op: 03 mar 2013, 19:39
Man/Vrouw: M

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door HarryK »

Eliyahu schreef:
HarryK schreef:
Eliyahu schreef:
Wat je nu dus zegt is: "Ja, de tekst gaat heel ergens anders over, maar ik zeg dat het OOK over de messias gaat."
Nee, ik zeg dat je Talstra eenzijdig en daarmee inhoudelijk verkeerd citeert.
Bs'd

Ik zeg dat er in Jes 7:14 in het hebreeuws "jonge vrouw" staat, en niet maagd. Daarvan zegt Talstra, ik citeer: "Wat betreft het citaat van Jes. 7,14 in Mth. 1,22 heeft Silver eenvoudig gelijk: het Hebreeuws heeft: 'jonge vrouw', de Mth. tekst heeft 'parthenos': maagd. Geen exegeet zal dat tegenspreken."

En dan kan je gaan debatteren over het feit dat het NT een foute vertaling citeert in plaats van de hebreeuwse grondtekst, maar dat doet al niet meer ter zake.

En over het feit dat Jesaja 7 helemaal niet over de messias gaat zegt hij: "Vervolgens: ook christelijke oudtestamentici zullen zeggen dat Jes. 7 gaat over een prins uit de lijn van David ergens in de 8e eeuw v. Chr. Dat is wat de tekst beschrijft."

En dan kan je wederom gaan beargumenteren dat jij ook de messias daar in kan zien, ondanks het feit dat het daar helemaal niet over gaat, maar dat is al een zinloze discussie, want de bewijskracht van het fout citeren van bijbelteksten die helemaal niet over de messias gaan, en dan zeggen dat het een messiaanse profetie is die vervuld is door JC, dat is natuurlijk nul.

Het enige wat dat bewijst is dat er geen serieus bewijs is dat JC de messias was, want als je echt bewijs hebt, dan hoef je je niet te verlagen tot bovenstaande praktijken.
bla bla bla.
ik ga niet debatteren, ik beargumenteer niet. Dat doet Talstra.
Jij doet het voorkomen alsof Talstra het helemaal met jou eens is.
Dat is dus niet zo.
Psalm 1:1
Gebruikersavatar
Eliyahu
Berichten: 3088
Lid geworden op: 29 jul 2014, 17:39
Man/Vrouw: M
Locatie: Judea

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door Eliyahu »

HarryK schreef: ik ga niet debatteren, ik beargumenteer niet. Dat doet Talstra.
Jij doet het voorkomen alsof Talstra het helemaal met jou eens is.
Dat is dus niet zo.
Bs'd

Ik citeer Talstra: "Wat betreft het citaat van Jes. 7,14 in Mth. 1,22 heeft Silver eenvoudig gelijk: het Hebreeuws heeft: 'jonge vrouw', de Mth. tekst heeft 'parthenos': maagd. Geen exegeet zal dat tegenspreken."

En ook: "Vervolgens: ook christelijke oudtestamentici zullen zeggen dat Jes. 7 gaat over een prins uit de lijn van David ergens in de 8e eeuw v. Chr. Dat is wat de tekst beschrijft."
Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud Zijn geboden!
Pred 12:13
HarryK
Berichten: 1994
Lid geworden op: 03 mar 2013, 19:39
Man/Vrouw: M

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door HarryK »

Eliyahu schreef:
HarryK schreef: ik ga niet debatteren, ik beargumenteer niet. Dat doet Talstra.
Jij doet het voorkomen alsof Talstra het helemaal met jou eens is.
Dat is dus niet zo.
Bs'd

Ik citeer Talstra: "Wat betreft het citaat van Jes. 7,14 in Mth. 1,22 heeft Silver eenvoudig gelijk: het Hebreeuws heeft: 'jonge vrouw', de Mth. tekst heeft 'parthenos': maagd. Geen exegeet zal dat tegenspreken."

En ook: "Vervolgens: ook christelijke oudtestamentici zullen zeggen dat Jes. 7 gaat over een prins uit de lijn van David ergens in de 8e eeuw v. Chr. Dat is wat de tekst beschrijft."
Je valt in herhaling:
Ik herhaal ook: zie http://forum.geloofsgesprek.nl/viewtopi ... ead#p76915
Wilsophie
Berichten: 8911
Lid geworden op: 07 okt 2013, 11:10
Man/Vrouw: V

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door Wilsophie »

callista schreef: Ook Micha 5 gaat niet over Jezus...maar over Bethlehem-Efratha...
Uit het huis van David zou een Messias opstaan...uit het zaad van David....Maar was Jezus niet verwekt volgens het christendom door de HG?
Dus geen letterlijk zaad van David...
Verder is Hosea 11 ook foutief aangehaald....m.a.w. het zijn allemaal midrasj...waarbij als je ze in de context leest er niets van klopt.

enz...
De NT-auteurs hebben geput uit het OT voor hun verhalen en er zo allerlei andere invullingen aan gegeven, alsof het profetieën zouden zijn geweest...maar helaas....geen profetieën, maar midrasj.

Dit alles is al uitgebreid onderzocht door bijbelonderzoekers.
Ik zag deze opmerking over Micha 5 vers 1, met de opmerking dat het niet over Jezus zou gaan en dat is ook juist, maar het is te kort door de bocht als je dat zo laat staan.
Efratha was een landstreek en Bethlehem was wel een klein stadje, maar wel met een historisch en bijbels verleden, daarom werd volgens Johannes 7 vers 40 de Here Jezus daar geboren uit het zaad van David en dat wil uiteraard zeggen dat Maria een afstammeling was van David en de dynastie een koninklijke lijn had, overigens ook via Jozef, maar dat is niet het onderwerp. De Here Jezus was zeker verwekt door de Heilige Geest, maar geboren uit Maria juist om de profetiën te vervullen en om te kunnen zeggen dat een aantal profetiën vervuld zijn waaronder de geboorte in de stad van David.

Toch staat er in Micha 5 een opmerkelijk gedeelte over een profetie die zegt: "Deze ( wel duidelijk de Here Jezus) zal Vrede zijn: wanneer Assur in ons land zal komen en wanneer hij in onze paleizen zal treden , zo zullen wij tegen hem stellen zeven herder en acht vorsten uit de mensen. Die zullen het land van Assur afweiden met het zwaard , en het land van NImrod in deszelfs ingangen. Alzo zal Hij ons redden van Assur, wanneer dezelve in ons land zal komen en wanneer hij in onze landpale zal treden, en Jacobs overblijfsel zal zijn in het midden van vele volkeren als een dauw van de HEERE als dropplen van het kruid dat naar geen man verwacht noch mensenkinderen verbeidt. [....] en Ik zal in toorn en in grimmigheid wrake doen aan de heidenen die niet horen".

Dit is een profetie uit de kleine profeten die dus in het eerste gedeelte verwijst naar de geboortestreek van Jezus en de dynastie van David, maar dit gedeelte is nog onvervuld en ligt nog in de toekomst. Want vers 11 zegt; ".... ten dage als Hij uw muren zal herbouwen , te dien dage zal het besluit verre heengaan. Te dien dage zal het ook komen tot u toe van Assur af, zelfs tot de vaste steden toe en van de vestingen tot aan de rivier en van zee tot zee en van gebergte tot gebergte, Maar dat land zal worden tot een verwoesting zijner inwoners halve, vanwege de vrucht hunner handelingen".

Na de verwoesting van Jeruzalem die nog plaats vindt volgens Mattheus 24 en 25 zal de Heer Zelf het land opbouwen en zal Hij Zich opnieuw over Zijn volk ontfermen en "Hij zal onze ongerechtigheden dempen ja Gij zult al hun zonden in de diepten der zee werpen, Gij zult Jacob de trouw, Abraham de goedertierenheid geven die Gij onze vaderen van oude dagen af gezworen hebt."

Nog steeds niet vervuld.
Landen als Assur en Gog en Magog en Er zijn dus twee verschillende gelegenheden waarbij Gog en Magog een rol spelen in de Bijbel, en Zacharia en Ezechiël profeteren hierover, en dat is nog toekomst.
Gebruikersavatar
callista
Berichten: 35552
Lid geworden op: 18 mar 2013, 16:37
Man/Vrouw: V

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door callista »

HarryK schreef:
Eliyahu schreef:
HarryK schreef: ik ga niet debatteren, ik beargumenteer niet. Dat doet Talstra.
Jij doet het voorkomen alsof Talstra het helemaal met jou eens is.
Dat is dus niet zo.
Bs'd

Ik citeer Talstra: "Wat betreft het citaat van Jes. 7,14 in Mth. 1,22 heeft Silver eenvoudig gelijk: het Hebreeuws heeft: 'jonge vrouw', de Mth. tekst heeft 'parthenos': maagd. Geen exegeet zal dat tegenspreken."

En ook: "Vervolgens: ook christelijke oudtestamentici zullen zeggen dat Jes. 7 gaat over een prins uit de lijn van David ergens in de 8e eeuw v. Chr. Dat is wat de tekst beschrijft."
Je valt in herhaling:
Ik herhaal ook: zie http://forum.geloofsgesprek.nl/viewtopi ... ead#p76915

Hahaha...dan staan jullie quitte wat dat betreft...... :mrgreen:

Wat overblijft is natuurlijk wie er gelijk heeft inzake de zg. profetieën vanuit het OT....
Mij is het duidelijk....en zo ook de meeste serieuze bijbelonderzoekers...

Bovendien is er verschil tussen profetieën en midrasj...van dat laatste is sprake inzake de uitleg vanuit het NT .
Er wordt een andere invulling aan gegeven van wat er oorspronkelijk staat....veel van deze "profetieën" zijn n.l. al vervuld....dwz. ze hebben al plaatsgevonden in de tijd waarin ze geschreven zijn, dus ze hoeven geen tweede keer vervuld te worden.

Dat sommigen er dan een tweede laag in willen zien is volgens mij self fulfilling prophecy....terwijl dan de oorspronkelijke betekenis over het hoofd wordt gezien, terzijde wordt geschoven...en/of wordt afgedaan als iets wat nog moet plaatsvinden om hun eigen religie gestalte te geven en tot de Enige Waarheid te verheffen..

Maar wie de Bijbel juist leest --ook binnen de context--kan lezen dat er iets anders staat.

Dat christenen Jezus als de Messias zien is prima wat mij betreft....maar dat is niet uit het OT {TeNacH ] te halen..
Gebruikersavatar
Eliyahu
Berichten: 3088
Lid geworden op: 29 jul 2014, 17:39
Man/Vrouw: M
Locatie: Judea

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door Eliyahu »

Wilsophie schreef: Dit is een profetie uit de kleine profeten die dus in het eerste gedeelte verwijst naar de geboortestreek van Jezus en de dynastie van David, maar dit gedeelte is nog onvervuld en ligt nog in de toekomst.
Bs'd

En laat dat nou het geval zijn met alle messiaanse profetieën, dat ze niet vervuld zijn.

En dat is hoe we weten dat de messias nog niet gekomen is.

.
.
.
Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud Zijn geboden!
Pred 12:13
Gebruikersavatar
Eliyahu
Berichten: 3088
Lid geworden op: 29 jul 2014, 17:39
Man/Vrouw: M
Locatie: Judea

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door Eliyahu »

callista schreef:
HarryK schreef: Je valt in herhaling:
Ik herhaal ook: zie http://forum.geloofsgesprek.nl/viewtopi ... ead#p76915

Hahaha...dan staan jullie quitte wat dat betreft...... :mrgreen:

Wat overblijft is natuurlijk wie er gelijk heeft inzake de zg. profetieën vanuit het OT....
Mij is het duidelijk....en zo ook de meeste serieuze bijbelonderzoekers...

Bovendien is er verschil tussen profetieën en midrasj...van dat laatste is sprake inzake de uitleg vanuit het NT .
Er wordt een andere invulling aan gegeven van wat er oorspronkelijk staat....veel van deze "profetieën" zijn n.l. al vervuld....dwz. ze hebben al plaatsgevonden in de tijd waarin ze geschreven zijn, dus ze hoeven geen tweede keer vervuld te worden.

Dat sommigen er dan een tweede laag in willen zien is volgens mij self fulfilling prophecy....terwijl dan de oorspronkelijke betekenis over het hoofd wordt gezien, terzijde wordt geschoven...en/of wordt afgedaan als iets wat nog moet plaatsvinden om hun eigen religie gestalte te geven en tot de Enige Waarheid te verheffen..

Maar wie de Bijbel juist leest --ook binnen de context--kan lezen dat er iets anders staat.

Dat christenen Jezus als de Messias zien is prima wat mij betreft....maar dat is niet uit het OT {TeNacH ] te halen..
Bs'd

En zo is dat.

En niet anders.
Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud Zijn geboden!
Pred 12:13
Dessa
Berichten: 4418
Lid geworden op: 18 jul 2014, 18:16
Man/Vrouw: V

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door Dessa »

Eliyahu schreef:
Ik hoop dat het al een beetje duidelijk begint te worden dat wat jij brengt geen messiaanse profetiën zijn, maar uit hun verband gerukt teksten die niks met de messias te maken hebben.
Het is heel duidelijk dat jij vanuit het OT leeft en niet in het NT gelooft.
coby
Berichten: 6612
Lid geworden op: 01 nov 2013, 23:44
Man/Vrouw: V

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door coby »

Gebruikersavatar
callista
Berichten: 35552
Lid geworden op: 18 mar 2013, 16:37
Man/Vrouw: V

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door callista »

Wat betekent dit als reactie?
Niet iedereen zit trouwens op Facebook of wil er trouwens ook geen lid van worden....zoals mijn persoontje b.v.
Wilsophie
Berichten: 8911
Lid geworden op: 07 okt 2013, 11:10
Man/Vrouw: V

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door Wilsophie »

En een link plaatsen zonder enige toelichting lijkt mij zinloos.
coby
Berichten: 6612
Lid geworden op: 01 nov 2013, 23:44
Man/Vrouw: V

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door coby »

callista schreef:
Wat betekent dit als reactie?
Niet iedereen zit trouwens op Facebook of wil er trouwens ook geen lid van worden....zoals mijn persoontje b.v.
Voor wie het interessant vindt. Is een boekje van een Joodse voorouder hoe hij op grond van profetieen in het O.T. heeft geconcludeerd dat de Messias moest zijn gekomen in de tijd van Jezus met de Tweede Tempel. Ik zit er alleen op met een nickname.
Gebruikersavatar
callista
Berichten: 35552
Lid geworden op: 18 mar 2013, 16:37
Man/Vrouw: V

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door callista »

coby schreef:
callista schreef:
Wat betekent dit als reactie?
Niet iedereen zit trouwens op Facebook of wil er trouwens ook geen lid van worden....zoals mijn persoontje b.v.
Voor wie het interessant vindt. Is een boekje van een Joodse voorouder hoe hij op grond van profetieen in het O.T. heeft geconcludeerd dat de Messias moest zijn gekomen in de tijd van Jezus met de Tweede Tempel. Ik zit er alleen op met een nickname.
Nou, dat boekje kun je hier dan toch ook neerzetten?
coby
Berichten: 6612
Lid geworden op: 01 nov 2013, 23:44
Man/Vrouw: V

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door coby »

callista schreef: Nou, dat boekje kun je hier dan toch ook neerzetten?
Het is wel een lap tekst en de Hebreeuwse tekst is door m'n broer die er geen verstand van heeft omgezet in H.T. Ik dacht dat iedereen wel een bericht op Facebook kon lezen.

M. S. Bromet
ELISHOEA (God is mijn heil)
Amsterdam, 1 augustus 1874.

Hoe ik tot de overtuiging kwam dat de Messias, aan Israël beloofd, reeds gekomen is, en dat Hij, dien de Christenen als zoodanig eeren, onze Messias is.
De eerste gedachte, die mij leidde tot het onderzoek der Schriften, welke van den aan Israël beloofden Messias melding maken, was deze: "Zouden zoovele Christenen, die een godvruchtig leven leiden, in dwaling zijn, en wij, een hand vol Joden, alleen gelijk hebben?" Door die gedachte een tijd lang bezig gehouden, nam ik mij eens voor, om niet langer mij tevreden te stellen met de aangenomen opinie der Rabbijnen, maar als verantwoordelijk mensch, die eenmaal voor God verschijnen moet, om rekenschap van zijne daden te geven, de schriften aan Israël gegeven nauwkeurig te onderzoeken en te bestudeeren. Ik nam het besluit, om op Bijbelschen grond, zonder de uiteenloopende en dikwijls elkander tegensprekende uitleggingen der Rabbijnen, mij te vergewissen, 1. waar er in de Schrift sprake is van een Messias aan Israël beloofd, 2. wat Hij eigenlijk voor Israël moest zijn of doen, en 3. wanneer Hij verschijnen moest. Ik meende hier den rechten weg te hebben ingeslagen, want God zegt immers in zijn Woord, dat op alle kinderen Israëls de verplichting rust om de Schrift te onderzoeken.
De genoemde drie punten, voor Israël van groot belang, opgehelderd te zien, was toen de aandrang mijner ziel, en zette ik mij daarom neder, om met vlijt het Woord Gods, dat zoo weinig gelezen wordt door ons volk, te onderzoeken.
Reeds in het eerste boek van Mozes *H.T.* Hoofstuk 3:15, las ik van een belofte in het Paradijs gegeven, dat "het zaad der vrouw den kop van de slang kou vermorzelen," en wetende dat hier de Satan als een slang wordt voorgesteld, begreep ik door Gods goedheid reeds dadelijk, dat het werk van den later aan Israël beloofden Messias, en hier genoemd "het zaad der vrouw," moest zijn om van zonde te verlossen, of in andere woorden, om eene verzoening *H.T.* voor de zonde van het gevallen menschdom te bewerken. Verder lezende, ontwaarde ik dat Heva bij de geboorte van haar oudsten zoon meende dat toen het beloofde zaad in de wereld was gekomen, zoo als blijkt uit hare woorden: "Ik heb een man van den Heere ontvangen," of zoo als het Hebreeuwsch beteekent: "Ik heb een man den Heere ontvangen *H.T.* (Gen. 4:1b). De geschiedenis van Kaïn echter bewees Heva's dwaling, want het zaad der vrouw, dat den slangenkop moest vermorzelen, was toen nog niet gekomen. Komende aan het 13e Hoofdstuk, las ik daar van een belofte door God aan onzen vader Abraham gegeven, en in het 22e Hoofdstuk, het 18e vers, zag ik dat aan hem de belofte werd gedaan, dat "in zijn zaad alle volkeren der aarde zouden gezegend worden." Hier dus zag ik de belofte van den Messias aan Abraham en door hem aan ons volk verzekerd. Uit Israëls lendenen moest dus de Messias geboren worden, zooals ik bij verder onderzoek der Schrift nader bevestigd vond, en wel in het 49e Hoofdstuk van Genesis, het 10e vers, alwaar de geest der profetie door Jakob spreekt, zeggende tot Juda: "Gij zijt het, u zullen uwe broeders loven... de scepter *H.T.* zal van Juda niet wijken, noch de wetgever *H.T.* van tusschen zijne voeten, totdat Silo komt, en hem zullen de volkeren *H.T.* gehoorzaam zijn, of tot hem zullen de volkeren vergaderd worden."
Hier zag ik dus duidelijk, dat de Messias uit den stam van Juda komen moest, en bij eene stille onbevooroordeelde overpeinzing dier profetie, aan Jakobs zonen geopenbaard, kwam de vraag bij mij op: Is de scepter van Juda geweken of zijn er nog wetgevers onder Israël? En het antwoord hierop lag mij voor de hand, want dit weten wij immers, dat voor lang de koninklijke scepter of staf van ons volk is geweken, daar wij reeds meer dan 18 eeuwen hebben geleefd, zooals wij nu nog leven, onder den scepter, of wetgeving van vreemde mogendheden, door wie wij geregeerd worden. Dan, zoo redeneerde ik in mijne overpeinzing, moest de Messias, die hier door Jakob "Silo" genoemd wordt (Silo beteekent rustaanbrenger, en is afgeleid van *H.T.* rust, vrede, voorspoed) [zie Job 16:12; 20:20; Psalm 30:7] reeds gekomen zijn, daar èn scepter èn wetgevers van Juda reeds lang zijn verdwenen. Ik had hierover het idee van eenige geleerden onder Israël vernomen, n.1. dat Silo een stad beteekende, alwaar Juda eens komen zou. Dit echter kwam mij voor eene verkrachting van den tekst te zijn, daar Juda zelf niet in de stad Silo kwam, die stad overigens niet bekend was vóór de dagen van Joshua, en Jakobs profetie dan ook niet van zulk belang konde zijn, om door hem op zijn sterfbed te worden uitgesproken. Ook meende ik te weten dat de Rabbijnen 't hierover niet eens waren, daar sommigen wel degelijk verklaarden, dat door Silo de Messias werd bedoeld, terwijl anderen beweerden, dat hier van de stad Silo sprake was. Maar niet wenschende mij te verwarren met menschelijke uitleggingen, besloot ik den tekst nader te overpeinzen, en zag ik uit den laatsten volzin "hem zullen de volkeren" *H.T.*, dus niet een volk of stam of stammen, maar al de volkeren der aarde, "gehoorzaam zijn," of zoo als *H.T.* ook wel beteekent: toevloeien, vergaderd worden. En dit kan toch waarlijk niet vervuld zijn geweest, zooals een opper‑Rabbijn in Londen eens beweerde, "toen de stam van Ephraïm zijne onafhankelijkheid bevestigde te Sichem, en Juda daarna den scepter niet meer voerde; want ondanks al hetgeen Juda verloor tijdens den opstand onder Rehoboam, bleef deze stam toch zoo machtig, dat Benjamin, die zich aan Juda vasthield, in dien stam werd opgelost. En de Schrift bewijst het, dat zelfs onder de regeering van Abyah, Rehoboams zoon en opvolger, de scepter steeds in Juda was (zie 2 Kronyken 13:5 en 8; 28:14 en 15). Ook Ezra en Nehemia spreken nog van *H.T.* (vorsten, edelen en heerschers) [zie Ezra 9:2; Neh. 2:16.] Maar om even terug te komen op de verklaringen der Rabbijnen van dezen veel bestreden tekst, is het toch wel bekend, dat de Midrash Rabboth hiervan zegt: "Deze is de Messias, de Zoon Davids, die bestemd is te heerschen met een staf." Onkelos vertaalt den tekst: "totdat Messias komt, aan wien het Koninkrijk toebehoort, en hem zullen de volken gehoorzaam zijn." De zoogenaamde Chaldeeuwsche omschrijving van Jonathan Ben Uzziel en Jerusalem, zoowel als de vermaarde Rashi, geven dezelfde vertaling, en zij zijn de oudste en meest geëerde Schriftuitleggers onder ons volk. Ja zelfs Abravanel in zijn commentaar op dezen tekst, zegt: "daar de andere stammen gevankelijk waren weggevoerd, bleef deze stam in het land, en zelfs in de ballingschap behield Juda eenig beheer of wetgevende macht en dit verklaart hij, zou alzoo blijven tot dat de Messias komt."
Met deze beschouwingen van sommige Rabbijnen, maar vooral met Gods Woord in letterlijken zin genomen, was het mij dus duidelijk, dat door Silo de Messias werd bedoeld. Daar Juda geen scepter voerende macht meer is, en Israël geene wetgevers meer heeft, besloot ik dat de tijd der verschijning van onzen Messias reeds lang voorbij moest zijn.
Doch nu mijn verlangen door deze belangrijke schriftuurplaats werd aangemoedigd, ging ik verder onderzoeken in de profetische boeken, wat daar van den Messias werd gesproken. In Jesaja 7:14 las ik: "Ziet een maagd zal zwanger worden, en zij zal een zoon baren, en zijn naam Immanuel heeten"; en in hoofdstuk 9:5 en 6: "Een kind is ons geboren, een zoon is
ons gegeven en de heerschappij is op zijnen schouder, en men noemt zijn naam Wonderlijk, Raad, sterke God, Vader der Eeuwigheid, Vredevorst. Der grootheid dezer heerschappij en des vredes zal geen einde zijn op den troon van David, om dat te bevestigen en dat te sterken met gericht en met gerechtigheid van nu aan tot in eeuwigheid toe. De ijver des Heeren der heirscharen zal zulks doen." Hier zag ik weder dat de Messias, van wienaldaar ontegensprekelijk wordt gewaagd, ook wordt genoemd *H.T.*, dus weer Silo of Shalom, welke beide termen van hetzelfde wortelwoord zijn afgeleid en Vrede of Rust beteekenen *H.T.*.
Dat het kind of de zoon hier genoemd meer dan een gewoon mensch zoude zijn, begreep ik dadelijk uit de namen, waarmede hij genoemd werd, want die namen worden niet aan stervelingen gegeven, vooral niet *H.T.* (Sterke God) en *H.T.* (Vader der Eeuwigheid.) Ook de naam *H.T.* (God met ons) deed mij besluiten, dat onze Messias niet een bloot mensch zou zijn, en toch wordt van Hem hier voorspeld, dat Hij als een kind geboren moest worden. Hier echter had ik geen genoegzaam licht ontvangen, om met zekerheid te kunnen weten dat de Messias God zelf zou zijn, en toch als een kind uit een maagd zou geboren worden; ik verkreeg echter meer licht op dit punt, toen ik Jesaja 25 las, waar duidelijk gezegd wordt van een persoon, die een groot wonder doen zou n.l. den dood verslinden tot overwinning, (vers 8), dat men van Hem zoude zeggen: "Ziet deze is onze God *H.T.*, wij hebben Hem verwacht en Hij zal ons zalig maken (verlossen). Deze is de Heere *H.T.* wij hebben Hem verwacht, wij zullen ons verheugen en verblijden in zijne zaligheid." (vers 9)
Hier begon ik mij weer de vraag voortestellen: Zou hier niet de beloofde Messias bedoeld worden? Dit kwam mij zeer waarschijnlijk voor, want immers was de Messias de door ons volk verwachte, en zoo ja, dan zie ik hier weder duidelijk geopenbaard hetgeen de Messias ons moest aanbrengen n.l. de zaligheid, en dat kan toch niet anders beteekenen dan verlossing van zonde, want dit is eerst de ware zaligheid, wanneer het gemoed gerust is bij het bewustzijn dat God de zonde heeft vergeven, en ons van de gevolgen der zonde, den eeuwigen dood heeft verlost, (gelijk in Ezechiel staat: "De ziel die zondigt zal sterven"), en hier wordt ons één beloofd, die den dood verslinden zou tot overwinning. Hier meende ik dus duidelijk eene overeenkomst te zien tusschen het zaad der vrouw (Gen. 3:15) en Hij die den dood verslinden zou; want de kop van den slang vermorzelen is dunkt mij juist hetzelfde als den dood (het gevolg der zonde) te verslinden. En zal Hij dit groote wonder doen, dan moet Hij meer dan een bloot mensch zijn, waarom Hij hier ook genoemd wordt Eloheinoe en Jehovah. Nu kwamen mij de twee eerste schriftuurplaatsen Jes. 7:14 en 9:5-6 voor den geest, als in nauw verband staande met het 25e Hoofdstuk. Brandende van verlangen om meer te weten van den wondervollen Messias ons beloofd, zette ik mijn onderzoek van de profetiën met vernieuwden lust en ijver voort, en gekomen zijnde bij Jeremia, vond ik in het 23e Hoofdstuk een zeer krachtige openbaring van het wezen van den aan Israël beloofden Heiland, en wel in de woorden van vers 6-7: "Ziet de dagen komen, spreekt de Heere, dat Ik aan David een rechtvaardige spruit zal verwekken... en dit zal zijn naam zijn, waarmede men Hem noemen zal *H.T.* de Heere onze gerechtigheid." Ik moet bekennen, dat ik hier ernstig begon te denken; want als Jeremia slechts een menschelijken Messias voor oogen had, voorwaar hij had Hem niet genoemd met dien naam, waarvan de Heere zelf in Jes. 42:8 zegt: "Ik ben *H.T.* dat is Mijn naam, en Mijne eer zal Ik geen anderen geven." Ik moest buigen voor de openbaring van Gods Woord, waaraan ik mij hield, en gelooven dat onze Messias geen ander dan de onveranderlijke *H.T.* zou zijn, zoo als ik ook verder beschreven vond in Jesaja 43:11: "Ik ben de Heere *H.T.* en er is geen Heiland (of Messias) behalve Mij;" als ook in Hosea 13:4. "Ik ben toch de Heere uw God... want er is geen Heiland (Verlosser) dan Ik."
Ik kwam dus tot het besluit, dat de Messias of Heiland aan Israël beloofd, God zelf is, die ingevolge Jes. 7:14 en 9:5-6 zich als een geboren mensch aan ons zou openbaren. Hoe groot is de liefde Gods, dat Hij zooveel wilde doen om Israël te verlossen van de zonde! Nu kwam verder het verlangen bij mij op, te weten hoe Hij (de Messias) Israël verlossen zou van zonden, en waarom Hij in de gedaante van een mensch moest verschijnen. Wie zou mij dit kunnen verklaren? Heer, Gij God Israëls, geef mij licht uit uw Woord! een dusdanig gebed ging op uit mijn zoekende ziel. Hoe de Messias aan Israël verlossing zou aanbrengen, met die vraag was mijn geheele hart bezig, en dacht ik, zou Hij de wet, die van Israël volmaakte gehoorzaamheid vorderde, opheffen, en aldus wegdoen de vreeselijke vloek, daar uitgesproken tegen een ieder, die de woorden der wet niet zal bevestigen, doende dezelve? (Deut. 27:26).
Hoe zal Hij ons dan verlossen van den vloek der wet? Die wet, door den vloek daarin uitgesproken tegen iedereen, die niet alles doet (en wie in Israël kan in oprechtheid beweren de geheele Wet onbestraffelijk te houden) verwekt in ons onrust in het gemoed, door het bewustzijn dat wij vervloekt zijn; want wij kunnen de wet nooit zoo houden als God het van ons eischt; dus volgens die wet rust op mijn arm, verstrooid volk de vloek Gods, en tenzij de vloek worde weggenomen kan er geen ware rust of vrede voor de ziel zijn. Eensklaps kwam mij Jakobs voorspelling (Gen. 49:10) voor den geest; de Silo, zoo dacht ik, is immers de Rustaanbrenger? En bij het lezen van Jesaja 53 ging er voor mij een groot licht op; daar vond ik in vers 6 geschreven van één, die in Hoofdstuk 52:13 genoemd wordt door Jehovah "mijn knecht," "de Heere heeft ons aller ongerechtigheid op Hem doen aanloopen;" [en weder in vers 5:] "Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheid is Hij verbrijzeld, de straf die ons den vrede aanbrengt was op Hem, en door zijne striemen is ons genezing geworden." Wonderlijke woorden voorwaar! Wie zou, zoo dacht ik toen, "die knecht" zijn, door wiens striemen ons de genezing zou geworden, en die onze straf (klaarblijkelijk de vloek der wet) zou dragen? Ook omtrent dit hoofdstuk hebben onze Rabbijnen zeer verschillend gedacht, maar ik had mij vast voorgenomen mij alleen bij Gods onfeilbaar Woord te houden, en toen ik het 2e vers van dit Wonderhoofdstuk las: "Hij is als een rijsje voor zijn aangezicht opgeschoten, en als een wortel uit een dorre aarde," kwamen mij onwillekeurig de woorden van denzelfden profeet (Hoofdst. 11:1) in de gedachte: "Want er zal een rijsje voortkomen uit den afgehouwen tronk van Isaï... op Hem zal rusten de Geest van Jehovah, de Geest der Wijsheid en des Verstands, des Raads en der Sterkte."
Zoude het rijsje in deze twee plaatsen genoemd, niet hetzelfde zijn als de rechtvaardige Spruit, vermeld in Jer. 23: 6, en daar genoemd *H.T.* Jehovah Tzidkeinoe? Dit kwam mij zeer waarschijnlijk voor, en besloot ik dat Jes. 11 en 53 even gelijk Jer. 23 overeenkomen, sprekende van denzelfden persoon, n.l. Messias. Ik las en herlas dit 53e Hoofdstuk van Jesaja, en daar ik bij elk vers zulke wondervolle woorden trof, en wetende dat de meesten mijner broeders in Israël onbekend zijn met deszelfs inhoud, wil ik het hier in zijn geheel aanhalen, beginnende met het 52e Hoofdstuk het 13e vers, waar de profeet aldus spreekt:
13. Ziet mijn knecht zal verstandiglijk handelen; hij zal verhoogd en verheven, ja zeer verheven worden.
14. Gelijk als velen zich over u ontzet hebben, alzoo verdorven was zijn gelaat, meer dan van iemand, en zijne gedaante meer dan van andere menschenkinderen.
15. Alzoo zal hij vele heidenen besprengen, ja koningen zullen hunnen mond over hem toehouden; want denwelken het niet verkondigd was, die zullen het zien, en welke het niet gehoord hebben, die zullen het verstaan.
En alsof Jesaja voorzag, dat Israël op het punt van den Messias groote onkunde, ja zelfs ongeloof zou aan den dag leggen, gaat hij voort met te vragen:
1. Wie heeft onze prediking geloofd? en aan wien is de arm des Heeren geopenbaard?
2. Want hij is als een rijsje voor zijn aangezicht opgeschoten, en als een wortel uit een dorre
aarde; hij had geene gedaante noch heerlijkheid; als wij hem aanzagen, zoo was er geene gestalte, dat wij hem zouden begeerd hebben.
3. Hij was veracht en verworpen door 1) de menschen, een man van smakten en verzocht in krankheid; en was als verbergende het aangezicht voor ons 1); hij was veracht en wij hebben hem niet geacht.
4. Waarlijk hij heeft onze krankheden op zich genomen, en onze smarten heeft hij gedragen,
doch wij achtten hem, dat hij geplaagd, van God geslagen en verdrukt was.
5. Maar hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheid is hij verbrijzeld; de
straf die ons den vrede aanbrengt was op hem, en door zijne striemen is ons genezing geworden.
6. Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons een iegelijk naar zijnen weg; doch de Heere heeft ons aller ongerechtigheid op Hem doen aanloopen.
7. Hij was verdrukt en vernederd; 1) doch hij deed zijnen mond niet open; als een lam werd hij ter slachting geleid, en als een schaap, dat stom is voor zijne scheerders, alzoo deed hij zijnen mond niet open.
8. Hij is uit de gevangenis en het gericht weggenomen; en wie zal zijnen leeftijd uitspreken? want hij is afgesneden uit het land der levenden; om de overtreding mijns volks is de plaag op hem geweest.
9. En men heeft zijn graf bij de goddeloozen gesteld, en hij is bij de rijken in zijn dood geweest, omdat hij geen onrecht gedaan heeft, noch bedrog in zijnen mond is geweest.
10. Doch het behaagde den Heer hem te verbrijzelen; Hij heeft hem krank gemaakt; als zijn ziel zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zoo zal hij zaad zien, hij zal de dagen verlengen, en het welbehagen des Heeren zal door zijne hand gelukkiglijk voortgaan.
11. Om den arbeid zijner ziel zal hij het zien, en verzadigd worden; door zijne kennis zal mijn knecht, de rechtvaardige, velen rechtvaardig maken, want hij zal hunne ongerechtigheid dragen.
12. Daarom zal ik hem een deel geven van velen, en hij zal de machtigen als een roof deelen, omdat hij zijne ziel uitgestort heeft in den dood, en met de overtreders is geteld geweest, en hij veler zonden gedragen heeft en voor de overtreders gebeden heeft."1)
Hoe duidelijk werd mij toen na eene herhaalde overpeinzing van dit hoofdstuk dat hier geen ander dan den Messias kon bedoeld worden, en dat hij bestemd was om "afgesneden te worden uit het land der levenden, daar, om de overtreding mijn volks de plaag op hem was"
(v. 8.). Deze Schriftuurplaats verder vergelijkende met hetgeen in Daniel 9:26 wordt voorspeld, "De Messias zal uitgeroeid worden, maar het zal niet voor hem zelven zijn," maar "om de overtreding te sluiten, om de zonde te verzegelen, en om de ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen, om het gezicht en den profeet te verzegelen en om de heiligheid der heiligheden (de allerheiligste) te zalven" (v. 24), zag ik maar al te duidelijk, dat Jesaja 53 en Dan. 9 gewagen van het door den Messias te verrichten wonderwerk n.l. verzoening voor ons volk te maken door zich zelf in den dood op te offeren.
coby
Berichten: 6612
Lid geworden op: 01 nov 2013, 23:44
Man/Vrouw: V

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door coby »

Nu werd het mij al duidelijker, dat onze Rabbijnen en schriftgeleerden òf met moedwil, òf uit onkunde, gansch anders dachten over den Messias dan de profeten des O. Verbonds. Mij vasthoudende aan het onfeilbaar Woord Gods, dat in Deut. 4:2 en 12:32 ons verbiedt iets toe of af te doen, ging ik ijverig voort met mijn onderzoek der profetieën, en verkreeg ik reeds zooveel licht om te begrijpen:
1. dat er op verscheidene plaatsen van een beloofden Messias wordt gesproken, en welke die plaatsen zijn, en
2. dat het werk van den Messias zou zijn, niet naar de vleeschelijke gedachten der Rabbijnen, om ons van onze tijdelijke vijanden, maar om van zonde te verlossen.
En dit laatste deed mij toen verder inzien waarom de Messias God zijnde, nochtans als mensch geboren moest worden, n.1. om een zoenoffer in zijn dood te kunnen maken; want als God is liet niet mogelijk, dat Hij naar het profetisch woord kon "afgesneden worden uit het land der levenden" (Jes. 53:8).
Nu begreep ik dat deze tweeledige natuur van den Messias onze Rabbijnen in groote verlegenheid heeft gebracht, zoo dat zij door hunne spitsvondigheid twee Messiassen zijn gaan uitdenken, en wel Messias Ben Jozef (die lijden moest) en Messias Ben David (die in heerlijkheid zou blijven leven.) Daar ik echter geen woord in de Schrift vond van twee Messiassen, maar wel van Eén in twee naturen geopenbaard, besloot ik, hoe wonderlijk dit ook voor mijn te kort komend verstand was, Gods Woord onvoorwaardelijk te gelooven, en mij aan deszelfs voorschriften te onderwerpen, biddende om meer licht opdat mij ook het 3e punt mijner overpeinzing mocht worden opgehelderd, n.l. "Wanneer onze Messias verschijnen moest." Ik had meermalen onder ons volk hooren beweren, dat, zoo als de Rabbijnen hebben geleerd, eerst dan de Messias komt, wanneer Israël een vroom volk wordt en één ganschen sabbath zoo houdt als God het verlangt. Dit begreep ik echter spoedig, bij eenige nadere overdenking en redeneering van het gezond verstand, dat zulke leering slechts eene ongerijmdheid moest zijn. Want, zoo redeneerde ik bij mij zelven, als Israël een vroom volk is, en de wet van God met betrekking tot den Sabbath zoo houden kan, als God het eischt, welnu dan is Messias niet noodig, daar Hij juist beloofd werd, om Israël van zonde te verlossen zoo als geschreven staat in Jes. 53:6: "De Heere heeft ons aller ongerechtigheid op hem doen aanloopen en door zijne striemen is ons genezing geworden."
Tot de Wet en de getuigenis, zoo dacht ik, en opende weder mijn Bijbel, waardoor mij reeds zooveel werd opgeklaard. Ook dit punt hoopte ik uit Gods Woord mij opgehelderd te zien.
Wanneer moest de Messias komen? met deze vraag hield ik mij nu dagelijks bezig, terwijl ik vlijtig en met een biddend hart de profetieën dien aangaande onderzocht: en wie schetst zich mijne verwondering, toen ik ontdekte dat de Messias komen moest tijdens de tweede tempel nog stond, zoo als in den profeet Maleachi voorspeld werd: "De Heer dien gij zoekt zal snellijk tot zijnen tempel komen (3:1). Nu werd mij duidelijk 't geen geschreven staat in de profetie van Haggia 2:10: "De Heerlijkheid van dit laatste huis zal grooter worden dan van het eerste, zegt de Heer der heirscharen." Waarin zou dan die groote heerlijkheid van den tweeden tempel bestaan, ziende dat hetgeen de groote heerlijkheid van den eersten tempel uitmaakte, niet werd gevonden in den tweeden n.l. de Shechina! Haggai maakte het mij duidelijk dat het komen van den Heere (Messias) in den tweeden tempel deszelfs groote heerlijkheid zou uitmaken; want in dien tempel, zegt hij, zou hij komen om Vrede te geven. (Haggia 2:10.)
Hier begon ik echter in verlegenheid te geraken, daar die tweede tempel reeds lang met vuur verbrand is, en de Heer daarom daarin nu niet komen kon. In mijne overdenkingen besloot ik, dat óf de profeet voorspelde niet van den Messias, óf de Messias moest reeds gekomen zijn. Ik ging toen van voren af aan de reeds door mij onderzochte schriftuurplaatsen weder opslaan, en bij het herlezen van Daniël 9:25: "Weet dan en versta: van den uitgang des woords om te doen wederkeeren en om Jeruzalem te bouwen tot op Messias den Vorst zijn zeven weken en 62 weken," ging mij een licht op, daar ik hier een uitgangspunt vermeld zag, waarnaar de juiste tijd kon berekend worden n.l. 69 weken na het bevel om Jeruzalem te doen herbouwen. Maar nu moest ik weer aan het onderzoeken gaan, om te kunnen weten wanneer zulk een bevel om te doen wederkeeren en Jerusalem te herbouwen, werd uitgevaardigd. Uit de boeken van Ezra en Nehemia vernam ik, dat in de dagen van koning Kores en Arthahsasta twee bevelschriften werden uitgevaardigd, waardoor mijn volk volmacht verkreeg om stad en tempel te herbouwen. Het bevel van Kores bepaalde zich tot de bouwing van den tempel (Ezra 1:1-5), terwijl het bevel van Artaxerxes of Arthahasta was om de Joden te doen wederkeeren en Jeruzalem te herbouwen (Neh. 2). En na verder onderzoek zag ik, dat dit bevelschrift in de dagen van Nehemia en wel omstreeks het jaar 3311 onzer tijdrekening werd gegeven. Dit uitgevonden hebbende was het mij gemakkelijk de berekening te maken n.l. 69 weken, zooals in Daniël 9:25 voorspeld was. Ik had reeds vroeger ontdekt bij het lezen van Numeri 14:34 en Ezechiël 4:5, dat naar profetische berekening met een dag een jaar bedoeld werd, en zou dus 69 weken zijn 69 weken van jaren, of 69 x 7 = 483 jaren. Aldus zag ik dat 483 jaren na het bevel om Jeruzalem te herbouwen, onze Messias verschijnen moest, en naar dezelfde profetie van Daniël, omstreeks dien tijd worden afgesneden uit het land der levenden, om voor ons een zoenoffer in zijn dood te worden. (zie Dan. 9:25) Maar nu verviel ik in eene andere moeielijkheid; ik wist al naar het profetisch woord, dat omstreeks het jaar der wereld 3760 de Messias komen moest, maar waar moest ik Hem nu zoeken? Was het ook Judas Maccabeus, of Josephus? Hier kon geen sprake van zijn, want dezen gaven zich niet uit voor den Messias.
Mijne moeielijkheden werden hier gelijk bergen en mijne vooroordeelen tegen hem, die door de Christenen als Messias wordt geëerd, beletten mij in het eerst zelfs te durven denken, dat Hij het soms kon zijn, en wist ik niet waarheen mij te wenden, dan tot den God Israëls, dien ik weder aanriep om mij licht te geven op mijn onderzoek. De gedachte kwam toch bij mij op, dat het soms Jezus van Nazareth kon zijn, die waarlijk onze Messias is, en half hopende dat hij het niet was en half vreezende dat hij het moest zijn, ging ik uitrekenen naar Daniëls profetie, of ook die Jezus leefde in den tijd, waarin onze Messias verschijnen moest. En hoe groot was mijne verwondering toen ik het volgende vond. Josephus, onze groote geschiedschrijver, zegt in zijne geschiedenis van ons volk (Hoofdstuk XVIII:4): "Te dier tijd (in de dagen van Herodus) was er een zekere Jezus een wijs mensch, indien men hem anders een mensch noemen mag, want zijne werken waren wonderbaar... hij werd nagevolgd niet alleen door vele Joden, maar ook door vele heidenen. Deze was de Christus (het grieksche woord voor Messias) die van de oversten onzes volks bij Pilatus aangeklaagd zijnde, door zijn bevel gekruisigd werd."
coby
Berichten: 6612
Lid geworden op: 01 nov 2013, 23:44
Man/Vrouw: V

Re: Kan men zeggen: Alle profetie in de Schrift is vervuld?

Bericht door coby »

In de dagen van Herodus, dus omstreeks het jaar 3760 der Joodsche telling. Ik wilde echter meer weten van den tijd, waarop Jezus verscheen en door ons volk werd ter dood veroordeeld. Ik begon toen het verlangen te koesteren, om uit liefde der waarheid, en tot bevrediging van mijn beangst gemoed, het boek der Christenen eens met aandacht te lezen, en te zien of ik daarin iets vinden kon om mij uit mijne moeielijkheid te redden.1) Het aan ons volk verboden boek werd door mij met ernst gelezen, en vond ik daarin vele aanhalingen uit onzen Bijbel, waardoor ik zeer verwonderd was te zien dat er groote overeenkomst tusschen het boek der
Christenen en onzen Bijbel bestond.1) Hierop echter kom ik later terug.
Verder zag ik dat in het jaar 33 der christelijke tijdrekening overeenkomende met het jaar onzer telling 3794 Jezus door onzen Sanhedrin veroordeeld, en op bevel van Pilatus gekruisigd werd; dus juist 483 jaren na het voornoemd bevel in Daniel vermeld.
Mijne vooroordeelen begonnen eenigszins te verminderen, want het feit staarde mij in 't aangezicht: Jezus stierf juist omstreeks den tijd, waarin naar den profeet Daniël onze Messias zou uitgeroeid worden. Nu ik bukken moest voor een feit, zoo zeer overeenkomende met de voorzeggingen der profetieën van onzen Messias, koesterde ik het verlangen om toch meer te weten van hem, dien de Christenen al 1800 jaren hebben geëerd als den Verlosser, en ging ik daarom ook het boek der Christenen van naderbij onderzoeken. Immers indien het Christendom onwaar is, en hij die door de Christenen wordt geëerd een bedrieger des volks was, dan kan een onderzoek van het Christenboek mij niet schaden; doch indien ik bevond dat de Christenen den waren Messias, ingevolge de profetieën van het Oude Verbond hadden, door wien de zaligheid aan de ziel wordt gebracht, dan mocht ik mij niet langer daartegen verzetten, maar, in gehoorzaamheid aan het voorschrift vervat in Deut. 18:15 handelen; en dat voorschrift, sprekende van den Messias of profeet gelijk Mozes, luidt: "Een profeet zal ik hun verwekken uit het midden hunner broederen als u, en naar hem zult gij hooren."
Van toen af begon ik de schriften van het Oude Testament te vergelijken met die van het Boek der Christenen. Ik gevoelde reeds in mijn hart eenige overtuiging, dat onze Messias reeds moest gekomen zijn, maar ik kende hem vooralsnog niet. Zijn de profetieën waar (en daaraan heb ik nooit getwijfeld, echter had ik ze gelijk de meeste mijner broederen nooit ernstig bestudeerd) dan is zeker de Messias reeds gekomen.
1) Met allen ernst las ik toen de boeken van het N. T., en groot was mijne verwondering toen ik daarin een menigte aanhalingen uit onzen Bijbel opgeteekend zag, en dat Jezus van Nazareth zich bij herhaling beroept op onze profeten, die van den Messias getuigden. Verder merkte ik op dat in het N.T. de volgende feiten vermeld stonden:
1. dat Jezus uit een maagd, genaamd Maria, geboren werd (Matth. 1:18-23), juist zoo als onze profeet voorspelde van onzen Immanuël (Jes. 7:14.)
2. dat Hij in Bethlehem geboren werd (Matth. 2:1); en vreemd voorwaar, dacht ik, dat onze profeet Micha (5:1) voorspelde, dat de Messias ook te Bethlehem moest geboren worden.
3. dat Hij door onzen Sanhedrim verworpen en ter dood veroordeeld werd, juist zooals David voorspelde, dat men handelen zou met den gezalfde des Heeren, dien wij nog verwachten. "De vorsten beraadslagen te zamen tegen den Heere en tegen zijn gezalfde" (Psalm 2:2).
4. dat hij gekruisigd werd, en ook van den Messias profeteerde Daniël: "dat hij zou uitgeroeid worden," of met andere woorden: een vreeselijken dood sterven (Dan. 9:26).
5. dat Hij tusschen twee boosdoeners werd gekruisigd, evenals Jesaja van onzen Messias getuigde in Hoofdst. 53:12, dat de regtvaardige knecht des Heeren (Messias) zijn ziel heeft, uitgestort in den dood, en met de overtreders is geteld geweest.
6. dat Hij in eens rijken mans graf werd begraven, zoo als Jesaja, sprekende van de spruit van David (of Messias) zeide: "Men heeft zijn graf bij de goddeloozen gesteld en hij is bij de rijken in zijn dood geweest." (Jes. 53:9)
7. dat Hij Gods Zoon werd genoemd, zooals David spreekt van den Messias of Gezalfde, van Wien hij zegt in Psalm 2:12: *H.T.* (kust den Zoon), of zooals in Spreuken 30:4 van Gods Zoon wordt gesproken.1)
Vele dergelijke overeenkomsten zag ik tusschen de beschrijving van het leven en sterven van der Christenen Messias, en de voorspellingen van de profeten, omtrent onzen Messias. Ik moet bekennen dat ik toen half, ja meer dan half geneigd was te gelooven, dat de Christenen gelijk hadden, en dat Hij, dien zij als Heiland eeren en aanbidden, onze lang beloofden Messias is. Juist toen ik in dien tweestrijd verkeerde, dacht ik, zooals ik wel dikwijls van mijne broederen had gehoord, dat er geschreven stond in Jesaja, dat wanneer onze Messias komt, alsdan de wolf met het lam zou verkeeren en de luipaard bij den geitenbok nederliggen, en het kalf en de jonge leeuw en het mestvee te zamen, en een klein jongsken ze drijven zal. (11:6) en dat er
nergens leed zou zijn en de aarde vol van kennis des Heeren zou zijn, gelijk de wateren den bodem der zee bedekken. (9).
Ik raadpleegde toen terstond den profeet Jesaja, om te zien of dit waarlijk vermeld stond in betrekking tot de komst van onzen Messias, want ik had gehoord dat er vele vertelseltjes wegens de komst van den Messias in den Talmud voorkwamen, en dacht eze beweering een Talmudische uitvinding was, maar ik vond dat die voorspelling waarlijk in Jesaja vermeld stond. Een donkere wolk dreef toen voor mijne oogen, en begon ik ietwat te gevoelen als den patriarch Job, toen hij zeide: "Och of ik wist dat ik Hem vinden zou!" (23:3)
Ik volhardde echter in mijne verdere overdenkingen van Jesaja 11, (dat door ons volk wordt aangenomen als betrekking hebbende op den Messias;) maar bij het lezen en herlezen, totdat mijne oogen bijna duizelden, kreeg ik toch geen meerder licht. Mijn hart zeide mij: "Jezus van Nazareth is de Messias, en mijn verstand riep uit: maar de wolf verkeert nog niet met het lam.''
Toen verkeerde ik in een toestand van vrees en hoop, van vrees dat al mijn onderzoek der Schrift blijken zou vruchteloos te zijn geweest, van hoop dat Jesaja 11 mij nog door Gods Geest opgehelderd zou worden.
En juist toen ik in zulk een toestand verkeerde, riep ik in benauwdheid des harten uit, gelijk David bad: "Heer, toon mij uwe wegen, leer mij uwe paden. Open mijne oogen, opdat ik aanschouwe de wonderen van uw woord." En ziet, er ging mij een licht op toen ik Jesaja 11 nog eens las, want toen ontdekte ik, dat in dat hoofdstuk gesproken wordt van het begin of de geboorte van Messias en de heerlijkheid zijner rust.
In vers 1 las ik, dat Hij als een rijsje zou voortkomen of geboren worden uit den afgehouwen tronk van Isaï (dit begreep ik, beteekende uit het huis van David, dat hij bij zijn geboorte als een afgehouwen tronk eens booms zou zijn) en in vers 10, dat de heidenen eerst tot hem moesten vergaderd worden (zooals Jakob ook profeteerde, Gen. 49:10), en dan zou zijn rust heerlijk zijn; of met andere woorden, dan zou hij ten andere male verschijnen aan ons volk, of wederkomen in zijn Rust, om als Koning te regeeren. (Jeremia 23:5-6.) Dan gaat Jesaja voort in het 11e vers te voorspellen, dat in dien tijd Israël ten tweede male zal hersteld worden in het land der Vaderen. "Want het zal geschieden te dien dage (als de wolf met het lam zal wonen), dat Israël weer naar Jeruzalem zal gaan, en dan zal de Messias weder verschijnen, en even als zijn volk ten tweede male hersteld, zoo zal hij (Messias) ten tweede male komen. Hier zag ik eene heerlijke overeenkomst tusschen het werk der Schepping (Gen. 1) en het werk van den Messias; op beiden volgde er eene rust (Vergelijk Gen. 2:2 met Jesaja 11:10b.)
Ik meende hier meerder licht te hebben verkregen; echter was ik nog niet geheel zeker, dat deze mijne beschouwing de juiste was, totdat ik in Zacharia 12:10 las, dat ons volk, in Jeruzalem teruggekeerd, zullen aanschouwen hunnen Messias, en wel in deze woorden vermeld: "Zij zullen Mij aanschouwen, dien zij doorstoken hebben."
Nu kwam de vraag bij mij op: Wie werd door mijn volk doorstoken? De profetie zegt: Mij, namelijk de Heere, die daar door den mond van Zacharia spreekt.
Zij zullen Mij aanschouwen, dien zij doorstoken hebben, dat zal dan zijn wanneer Messias in zijn rust komt; en ik begon nu 't verlangen te koesteren, om te weten of het Christenboek ook spreekt van een wederkomst van der Christenen Messias. Dat verlangen werd ten volle bevredigd, toen ik de woorden, vervat in Matth. 24:27 las, waar Jezus zegt: "Want gelijk de bliksem uitgaat van het Oosten en schijnt tot het Westen, alzoo zal ook de toekomst (of wederkomst) van den Zoon des menschen zijn;" en alweder in Matth. 23:39, sprekende tot de Joden: "Want ik zeg u, gij zult mij van nu aan niet zien, totdat gij zeggen zult: Gezegend is Hij, die komt in den naam des Heeren." De gedachte kwam toen bij mij op, ziende dat onze vaders Jezus hebben doorstoken (aan het kruis), of Hij ook onze Messias zou zijn, die naar Zach. 12:10, door Israël zou worden aanschouwd. Eerst toen ik las in het boek der Christenen, genaamd de Handelingen der Apostelen, Hoofdst. 1:11: "Deze zelfde Jezus, die van u opgenomen is in den hemel, zal alzoo komen, ge1ijkerwijs gij Hem naar den hemel hebt zien heenvaren," zal wederkomen, toen werd mij alles duidelijk, dat aangezien Jezus door onze vaderen werd doorstoken, en Hij wederkomen zal, en de profeet Zacharia spreekt van een doorstokene, dien hij den Heere noemt, die tot ons volk komen zal, dat er dus sprake moest zijn van een tweede komst van den Messias, en dat, daar Hij als doorstokene wederkomt, Hij (Jezus) dien Messias moet zijn.
Zij zullen Mij aanschouwen, dien zij doorstoken hebben. Hoe is het dan te verklaren, vroeg ik mijzelven af, indien Jezus van Nazareth waarlijk doorstoken is geworden door onze vaderen en op den juisten tijd verscheen waarop naar onze profeten de Messias van Israël komen moest, dat Hij niet werd aangenomen door onze geleerde Rabbijnen? en hier zag ik verder uit Gods Woord dat ook dit door Jesaja werd voorspeld, dat Hij (Messias,) voor ons een steen des aanstoots zou zijn, en een Rotssteen der struikeling (Jes. 8:14) en dat van ons volk werd voorspeld: "Ziende zullen zij niet zien."
Na deze ontdekking verdween mijn twijfel, en begreep ik toen dat wanneer Messias wederkomt, alsdan de wolf met het lam verkeeren zal, en die wederkomst de Rust van den Messias zou zijn. Er moet dus de *H.T.* heilige Geest over ons worden uitgestort, alvorens wij oogen zullen hebben om te zien. Die geest werd beloofd te zullen uitgestort worden over het huis van David (Zach. 12:10), "doch over het huis Davids en over de inwoners van Jeruzalem zal Ik uitstorten den geest der genade en der gebeden, en zij zullen Mij aanschouwen die zij doorstoken hebben."
En wonderlijk voorwaar, na dien Geest te hebben ontvangen, zal Israël Hem dien zij doorstoken hebben, aanschouwen, en rouwklage doen over Hem als over een eeniggeboren zoon! Door dien Geest opgewekt, zal Israël, dat reeds 18 eeuwen zonder Koning, Vorst (Daniël noemt den Messias ook de Vorst) of offer is, zich bekeeren tot God en zoeken David hunnen Koning; (David begreep ik hier als meenende Messias) (zie Hosea 3:4.) 1) En is het waar dat door Gods Geest onze oogen zullen verlicht worden, waarom dan niet God nu gebeden om de uitstorting van dien Geest, zoo dacht ik bij mij zelven, en waarlijk uit mijn hart ging toen de bede op: "Heere God van Israël, stort uwen Geest over mij uit, opdat ik zien moge waaraan ik mij te houden heb."
En Hij, die geene oprechte gebeden onverhoord laat, gaf mij toen dien Geest, (aan Israël beloofd, als zij er om vragen) [Ezech. 36 :27 en 37], en ziet, ik ontwaakte als uit een diepen slaap. Ik kwam tot de volle overtuiging, dat volgens de profetieën en den tijd, door hen aangetoond, onze Messias reeds gekomen is, en dat Jezus van Nazareth die was. Echter was toen mijne overtuiging slechts die der rede of des verstands, en werd ik door een onweerstaanbare neiging gedrongen om Deut. 27 nog eens te lezen, toen ik mijn waren toestand ontdekte. De wet sprak een vloek uit over allen, die niet alles 2) deden wat daarin voorgeschreven is. Ik was bewust dat wij die wet niet hadden gehouden, of konden houden; ten minste ik kon die wet niet houden, en 't gevolg was, dat ik gevoelde dat de vloek ook op mij rustte. (Zie vers 26) Ik wist wel dat ons voorgeschreven was een middel om van zonde en overtreding verlost te worden, namelijk de offeranden, maar die hebben wij niet meer. Buitendien las ik in Jesaja, dat God geen offeranden wilde, en dit bracht mij in een zeer benarden toestand. In de wet wordt ons een offer voorgeschreven, met de bepaalde verzekering, dat alleen door bloed de zonde vergeven kan worden (Lev. 17:11), en verder wordt ons gezegd in Gods Woord, dat offeranden niet gewild zijn (Ps. 40:7). Wat stond mij toen te doen? Ik gevoelde dat ik Gods wet niet had betracht, en daarom als een vloekwaardig zondaar voor Hem stond, en de vraag kwam gedurig bij mij op: Wat moet ik doen? Hoe kan ik vergeving van zonde bekomen? Ik herinnerde mij toen, dat onze Rabbijnen leeren, dat Israël nu nog de vasten en gebeden, (in plaats van offeranden) had; en o! hoe gaarne zou ik toen dagen lang hebben willen vasten en bidden, om maar de verzekering te verkrijgen dat de vloek der wet niet op mij rustte! toen ik in nog vreeselijker zielstoestand geraakte bij het lezen van Jesaja 58:5, alwaar over het vasten en bidden wordt gezegd: "Zou het zulk een vasten zijn, dat Ik verkiezen zou, dat de mensch zijne ziel een dag kwelle?" en alweder in Jesaja 1:15, waar de Heere zegt tot Israël: "als gijlieden uwe handen uitbreidt, verberg Ik mijne oogen voor u; ook wanneer gij het gebed vermenigvuldigt, hoor Ik niet.' 1)
Niettemin gevoelde ik dat ik bidden moest, en dit deed ik ook in dier voege: "Heere God, wees mij zondaar genadig!" Zoo riep ik vele dagen tot Hem, en ziet, in mijn angstvollen toestand, van wege het bewustzijn dat ik als een vervloekt zondaar voor de wet van God stond, kwam mij voor den geest, hoe onze hoogepriester voorheen op symbolische wijze de zonden van het volk op het hoofd van den bok (Lev. 16:9‑10) plaatste, die dan in de woestijn werd weggedreven; en daarbij kwamen mij voor den geest als eene openbaring Gods aan mijne ziel, de woorden door Jesaja van den Messias gesproken: De Heere heeft op hem ons aller ongerechtigheid doen aanloopen, de straf die ons den vrede aanbrengt, was op hem, en door zijne striemen is ons genezing geworden.
In mijn zielsangst en verlangen om van den vloek der wet verlost te worden, besloot ik, welke ook de gevolgen mochten zijn, te gelooven dat Jezus de Messias is, op wiens hoofd mijne zonde werd gedaan, en die voor mij de straf (namelijk den vloek der wet) op zich had genomen. En wie beschrijft de vreugde, die ik in mijn hart gevoelde, toen ik met een kinderlijk geloof Hem, dien ik eens niet kende en daarom niet liefhad, namelijk Jezus Christus, aannam als mijn Goël, Verlosser en Zoenoffer.
Het was geen zinsverbijstering, zooals wel sommigen mijner broederen in Israël meenden, aan wie ik mijn besluit meedeelde om in Jezus als mijn Messias te gelooven, en door zijn dood verzoening te zoeken bij God. Het was een feit, eene ondervinding van mijne ziel, want ziet, van het oogenblik af dat ik mij door Gods genade geheel overgaf aan Jezus, en op zijn bloed voor vergeving van mijne zonden vertrouwde, was het alsof ik gedurig tot mijn hart hoorde spreken: "Wees welgemoed, uwe zonden zijn u vergeven; en wat mij bevestigde in mijne overtuiging, dat mijne zonden door het bloed van den Messias Jezus vergeven waren, was: mijne inzichten werden van toen af geheel anders, ik werd als het ware een nieuw wezen met één verlangen in de ziel, n.l. om te leven tot de eere Gods. Mijne zinnen, mijne wenschen, mijne gedachten, ja mijn geheele wezen werd toen anders dan vroeger en ondervond ik wat de apostel Paulus bedoelt als hij zegt: "Het oude is voorbijgegaan; ziet het is alles nieuw geworden." Hoe, dat weet ik niet, maar dit weet ik, dat van het oogenblik af, dat ik met mijn hart geloofde dat Jezus mijn Heer en Heiland was en dat hij zijn bloed heeft gestort voor mijne zonden, ik de heerlijke overtuiging in mijn ziel koesterde: de vloek der wet is voor mij weggenomen.
Ik ben door de oneindige ontferming en genade Gods als een verloren schaap van Israël (Jeremia 50 v. 6) gevonden door Hem, die gekomen is om het verlorene op te zoeken en zalig te maken, en ik kan nu met Job zeggen: "Ik weet dat mijn Verlosser leeft," en met Petrus van dien Verlosser getuigen: "Gij zijt de Messias de Zone Gods!" en verder met dien Apostel ook uitroepen: "Heere! Gij weet alle dingen. Gij weet dat ik U lief heb" (Joh. 21:17).
Lief heb! Ja voorzeker wanneer ik gedenk hoe Hij zijn ziel tot een schuldoffer voor mijne zonden heeft gesteld, hoe hij op het kruis gebeden heeft voor zijne vijanden: (Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen."
Onder de vijanden, die den Heer en Heiland Jezus verwerpen was ik immers ook en nu is het gebed van Jezus aan 't kruis ten mijnen opzichte verhoord. De Vader heeft mij vergeving van mijne zonden geschonken, en dit ondervond mijne ziel als eene zalige overtuiging, toen ik geloofde in Jezus.
En nu, daar ik den Messias gevonden heb, van wien Mozes in de wet en de profeten getuigden, heb ik gebeden om kracht om Hem als mijn eenig heil voor tijd en eeuwigheid, openlijk te belijden voor de menschen, en in gehoorzaamheid aan zijn voorschrift te worden toegewijd aan zijn dienst door den Heiligen Doop. De volle overtuiging in mijn ziel verkregen
hebbende dat Jezus mijn God was, heb ik Hem voor eene groote schare openlijk beleden, toen ik door een dienstknecht des Heeren werd ingelijfd in de gemeente Gods door den doop.1)
Komt dan mijne geliefde broeders in Israël, gij mijn inniggeliefde vader, moeder, broeder en zusters, komt tot den Heiland, dien ik gevonden heb, want Hij roept ook u toe: "Die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn zal zalig worden."
Ontvliedt niet uw eeuwige gelukzaligheid. Onderzoekt de Schriften des O. Testaments, ze zijn uwe eigene boeken, laat niemand u verleiden. Laat geen verkeerde, zondige menschenvrees u terughouden. Uwe eeuwige zaligheid staat op het spel. Gij hebt het recht om Jezus als uwen Messias en Verlosser te eeren en te aanbidden. Weest verzekerd dat het geloovig aannemen van den Christus niet is het verwerpen, maar het goed verstaan van Israël's godsdienst. Verhardt dan niet langer uwe harten, maar geeft gehoor aan de roepstem des Heeren (Ps. 95:8). Hij is gereed, Hij is gewillig om u, gelijk de Vader zijn eens verloren zoon, in liefde te ontvangen. Geen zondaar wordt ooit verstooten, die tot God komt door het geloof in Christus Jezus zijn geliefden Zoon. (Joh. 6:37.)
Geeft u zelven dan geheel aan Jezus over die nog in liefde over U klaagt in Zijn woord: "Jeruzalem, Jeruzalem, hoe dikwerf heb Ik Uwe kinderen willen bijeenvergaderen gelijkerwijs eene hen hare kiekens bijeenvergadert onder hare vleugelen, maar gij hebt niet gewild." (Matt. 23:37.)
Gelooft in Hem, en gij zult zalig worden. Dit is door duizenden reeds ondervonden, en zal ook uw deel zijn, indien gij uwe vooroordeelen opgeeft en Jezus als uw Heiland aanneemt.
Luistert naar het woord Gods (Psalm 2:12:) "Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij op den weg vergaat, wanneer zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzalig zijn allen die op Hem betrouwen;" opdat gij niet eenmaal gerekend wordt, onder dezulken van wie Jehovah rekenschap zal eischen, omdat zij niet gehoord hebben naar den grooten profeet gelijk Mozes. (Deut. 18:19.)