Er is me nog iets merkwaardigs opgevallen toen ik Genesis nog 's herlas..
Ik zal hier het stuk waar het om gaat ff copy/pasten:
https://bijbel.nbv21.nl/bijbel/NBV21/GEN.1/Genesis-1/
1 In het begin schiep God de hemel en de aarde.
2 De aarde was woest en doods, duisternis lag over de oervloed, en over het water zweefde Gods geest.
3 God zei: ‘Laat er licht zijn,’ en er was licht.
4 God zag dat het licht goed was, en Hij scheidde het licht van de duisternis;
5 het licht noemde Hij dag, de duisternis noemde Hij nacht. Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag.
6 God zei: ‘Laat er midden in het water een gewelf komen dat de watermassa’s van elkaar scheidt.’
7 God maakte het gewelf en scheidde het water onder het gewelf van het water erboven. Zo gebeurde het.
8 Hij noemde het gewelf hemel. Het werd avond en het werd morgen. De tweede dag.
9 God zei: ‘Laat het water onder de hemel naar één plaats stromen, zodat er droog land verschijnt.’ En zo gebeurde het.
10 Het droge noemde Hij aarde, het samengestroomde water noemde Hij zee. En God zag dat het goed was.
11 God zei: ‘Laat overal op aarde jong groen ontkiemen: zaadvormende planten en alle soorten bomen die vruchten dragen met zaad erin.’ En zo gebeurde het.
12 De aarde bracht jong groen voort: alle soorten zaadvormende planten en alle soorten bomen die vruchten droegen met zaad erin. En God zag dat het goed was.
13 Het werd avond en het werd morgen. De derde dag.
14 God zei: ‘Laten er lichten aan het hemelgewelf komen om de dag te scheiden van de nacht. Ze moeten dienen als tekens die de feesten aangeven en de dagen en de jaren,
15 en als lampen aan het hemelgewelf, om licht te geven op de aarde.’ En zo gebeurde het.
16
God maakte de twee grote lichten, het grootste om over de dag te heersen, het kleinere om over de nacht te heersen, en ook de sterren.
17 Hij plaatste ze aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde,
18 om te heersen over de dag en de nacht en om het licht te scheiden van de duisternis. En God zag dat het goed was.
19 Het werd avond en het werd morgen. De vierde dag.
Aldus... Bij 3 was er licht, bij 5 noemt God dat "dag" en de duisternis "nacht". daarna wordt het avond en weer morgen.
Dan bij 13 is het de derde dag waarna bij 14. God zei "Laten er lichten aan het hemelgewelf komen om de dag te scheiden van de nacht".
Maar dat was toch al op dag 1 (bij 3) gedaan !
Hoezo nog een keer ??? Daarna lezen we bij 14,15 en 16... dat het om de zon en de maan en de sterren gaat die dus pas op de 3e dag gemaakt worden.
Wat is er dan bij 3 op dag 1 gemaakt ? Ik dacht dat dat de zon moest voorstellen maar lees later dat die pas op de 3e dag gemaakt werd .. en Hoe kon het dan wel steeds de volgende dag worden ? (Dag 1 en 2 zijn dan kennelijk geen -zonnetje komt weer op- dagen