Hallo,
Ik weet niet of we er uit zullen komen, maar één ding is duidelijk, Jezus heeft een einde gemaakt aan de theocratische vorm, die het volk binnen de Staat Israël toegekend was.
1.
Het Vaderland, waarover Ezechiël spreekt en waar wa de essentie (ook) in Openbaring terugvinden inzake de visioenen van Johannes op Patmos, is een Hemels Kanaän, overigens
ook Paulus wijst daarop:
Het vaderland van Israël is volgens Paulus het hemelse Kanaän. “In dat geloof zijn deze allen gestorven, zonder de beloften verkregen te hebben; slechts uit de verte hebben zij die gezien en begroet, en zij hebben beleden, dat zij vreemdelingen en bijwoners waren op aarde. Want wie zulke dingen zeggen, geven te kennen, dat zij een vaderland zoeken. En als zij gedachtig geweest waren aan het vaderland, dat zij verlaten hadden, zouden zij gelegenheid gehad hebben terug te keren; maar nu verlangen zij naar een beter, dat is een hemels, vaderland. Daarom schaamt God Zich voor hen niet hun God te heten, want Hij had hun een stad bereid.” Hebreeën 11: 13-16.
Paulus spreekt hier dus over een Hemels (Geestelijk) Jeruzalem.
2. De wet= de muur, is weggenomen tussen Joden en de kerk. De Kerk nu heeft de vervangingsleer ingevoerd (Constantijn) waardoor Gods geboden "geboden en wetten van mensenhanden werd" in een natuurlijke wereld, zoals blijkt uit hetgeen Paulsu (reeds) aangeeft:
Dus heel de mozaïsche wet wordt door de nieuwe priester opzij gezet. Die wet is namelijk de wet van het altaar. Hebreeën 7: 13. Was het erg dat die wet weggedaan werd? Nee, dat was niet erg want het doel, “het volmaakte”, was nog niet bereikt. Vers 19.
Maar de nieuwe priester, en de opheffing van “de wet van het altaar” betekende ook dat het verbond veranderde.
Het verbond veranderde dus niet met een 'rustdag' van de (wekelijkse-)Sabbat naar de Zondag, de Eerste dag der week, maar naar een Verbond dat in de Hemel gesloten was, vanuit een Hemels Heiligdom, niet van mensenhanden gemaakt. Niet Jeruzalem, die oude stadas helpunt van het heiligdom (meer) maar het Hemels Kanaän werd het beloofde land (dat het trouwens altijd was geweest in feite)
“Van een zoveel beter verbond is Christus Borg geworden”. Hebreeën 7: 22. “Want indien dat eerste verbond onberispelijk geweest was, zo zou voor het tweede geen plaats gezocht zijn geweest.” Hebreeën 8: 7.
Maar het nieuwe verbond leidde onvermijdelijk naar het nieuwe heiligdom. De nieuwe priester, die de wet van het altaar, de rituele wet, buiten werking stelde, stelde ook het eerste verbond buiten werking en daarmee het heiligdom van het eerste verbond.
En daarmee was het met de theocratie van 'het volk' gedaan. En ook daarom werden ALLE joden omgebracht en de Christenen gespaard, toen Cerus Jeruzalem veroverde.
Want:
De kerk gaf het oude op en het nieuwe begon echt te functioneren. Maar wat de Hebreeënbrief betekende voor de gemeente in Jeruzalem juist voor de vla van Jeruzalem, dat betekent zij ook voor ons juist voor de val, dat is het einde van de wereld.
Nadat Cestus om onverklaarbare redenen de stad verlaten had en de brief van Paulus aan de Hebreeën bestudeerd was, volgde de gemeente in Jeruzalem de waarschuwing van Jezus op en verliet de stad. In 70 na Christus, met Pasen, kwam Titus, legerde zich om de stad en één miljoen Joden uit de hele wereld die waren samengekomen in Jeruzalem, kwamen om. Maar geen enkele Christen kwam om
De brief aan de Hebreeën was de volmaakte voorbereiding op de val van Jeruzalem.
Dus Adinomis, reken nu nergens op, dan alleen de wonderwerken van de Tegenstander, die alles wat profetisch is vastgelegd en verzegeld, zal NADOEN in werkelijkheid, opm zich als een "God" in het midden van het Geestelijke Egypte (de stad Babylon) neder te kunnen zetten.
Hartelijke groet
Want de nieuwe priester was de Bedienaar van het heiligdom dat de Here had opgericht. Hebreeën 8: 2-6.
Zo neemt Paulus het één na het ander weg en geeft hen wat nieuws. Een nieuwe priester, en een nieuwe dienst, een nieuw verbond en een nieuw heiligdom.
Maar om de kerk werkelijk universeel te maken moest hij nog twee dingen wegnemen en het betere terug geven. Dat was de stad en het land. En dat doet Paulus in hoofdstuk 11. de aanzet was in hoofdstuk 4: 15. “Want indien Jozua hen in de rust gebracht had.” Jozua had het volk in Kanaän gebracht, maar Kanaän was niet het einddoel, het was niet de rust. In hoofdstuk 11 laat Paulus zien dat Jeruzalem verlaten moet worden en de ogen gericht moeten worden op het Nieuwe Jeruzalem dat Abraham zag. Hebreeën 11: 10. En Paulus gebruikte de woorden van de oudvaders om aan te geven dat er een nieuw land was. Zelfs David die op de troon van